OPVOEDING EN ONDERWIJS
Uit Ameriiia.
Gedurig moet er de aandacht op gevestigd worden, dal onze tijd' gevaar loopt, de beteekenis van de school te overschatten. Gezin en kerk worden teruggedrongen en de school is dan de machtige factor in de opvoeding van de kinderen. Merkwaardig in dit verband vind ik, wat ik las van een enquête onder driehonderd studenten van de Universiteit van New-York. Hun werd gevraagd eens mee te deelen, in hoeverre de school had bijgedragen aan hun karaktervorming of mogelijk schadelijk daarop had ingewerkt.
Als een van de meest in het oog springende resultaten van dit onderzoek kon worden vastgesteld, dat de grootste meerderheid een rijkeren invloed toekende aan de persoonlijkheid van den onderwijzer dan aan de vakken, die werden onderwezen. Dat is wel een leelijke tegenslag voor de menschen, die ook nog in onze dagen gelooven, dat de verstandelijke kennis alleen den mensch beter maakt. Hoe noodig verstandelijke kennis ook moge zijn, ze vormt zonder meer nog geen karaktervolle menschen. Het leven met hoogstaande personen; de wijze, waarop de noodige kennis wordt aangedrongen; het leven, dat de menschen, die met de opvoeding belast zijn, leiden voor het oog van de kinderen, dat alles is van zeer grooten invloed, heel wat meer dan een groot aantal weetjes. Natuurlijk, kennis kan niet gemist worden, maar voor de vorming van het karakter is wat anders en meer nopdig. Ook werd het van belang geacht, dat het leerplan zoo wordt ingericht, dat de leerlingen zelf veel moeten doen. Ze moeten maar niet veel luisteren, maar ze moeten gebracht worden tot toepassing van het geleerde. Enkele mededeeling van vakkennis werd niet van groote waarde voor de karaktervorming geacht. Een vermindering van de vereischte kennis werd noodzakelijk geacht, terwijl er dan ook meer rekening moest worden gehouden met het verschil in aanleg van de onderscheiden kinderen, 't Is nog te veel allen alles.
Tevens blijkt uit de antwoorden, dat aan de kerk en aan het huisgezin meer invloed op de karaktervorming moet worden toegeschreven dan aan de school. De school was volgens deze jonge mannen vaak de oorzaak van schroomvalligheid en van een minderwaardigheidsgevoel.
Ik vermoed, dat we in het algemeen wel met, deze stem uit Amerika onze winst kunnen doen.. Dezelfde dingen, waarover wij klagen, komen ook hier te voorschijn.
Aan de straffen schrijven de jonge Amerikanen ' geen groolen invloed toe. In twee-derde van de ge
vallen bleven die. jneendèii ii], ^aander jDOsitieve uitwerking, 't Zal wel zeer moeilijk zijn na te^gaan, in hoeverre dat djfer juist is. Ik zou er ten minste niet graag de conclusie uit trekken, dat we het straffen wel kunnen nalaten. De Schrift leert ons duidelijke dingen over de neigingen van onze kinderen.
Nu we het toch over Amerika hebben, wil ik ook even doorgeven, wat de „Elementary School Journal" schreef. Er waren twee hoofden van groote scholen, die van betrekking geruild hadden, en beiden geestdriftig waren over het resuitaat. Ze leerden van elkaar, zoowel van de deugden als van de gebreken en ontvingen een nieuwen prikkel tot het werk. Dat was ook wel te doen in sommige gevallen in ons land. Voor ruil van predikanten, zegt men altijd, zijn ei- te veel bezwaren, maar voor onderwijzers, die te lang op dezelfde plaats blijven hangen, was het dunkt me, wel te probeeren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1937
De Reformatie | 8 Pagina's