GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Augustus' registratie: Davids restauratie (bij Luc. 2 : 1, 2.)

II.

De demonstratie van Davids zwakheid.

Een vorig artikel trachtte aan te toonen, dat de vermelding van Augustus in het Kerstevangelie niet alleen bedoelt te wijzen op de voorzienigheid Gods, die door dezen maatregel zorgde voor de vervulling van zijn profetie. Veeleer is hiermee gewezen op de geweldige ontwikkeling van de antichristelijke macht ten tijde van de geboorte van Christus.

Reeds even werd er op gezinspeeld, dat die macht zich niet ontwikkelt los naast het werk, dat God in Bethlehem begint, maar zich ook metterdaad daartegen keert. Openb. 12 spreekt niet van den draak zonder meer, maar toont ons de bedreiging van die vrouw, en vooral van haar nog niet geboren kind, door dien draak. En ook dat gegeven heeft Lucas in zijn kerstverhaal tot zijn recht doen komen.

We weten uit Lucas 1, dat de Oudtestamentische kerk onder die verdrukking geleden heeft. Zacharias spreekt aanstonds van den hoorn der zaligheid, die is opgericht in het huis van David, waardoor Israël werd verlost uit de hand van zijn vijanden. En de lofzang van Maria kent datzelfde motief. Want ze zingt, dat God machtigen van de tronen heeft afgetrokken, en nederigen verhoogd. En dat moet in den mond van een dochter'vari ' David toch wel ook dit beleekenen: God heeft Augustus van den troon gestooten, en David uit zijn vernedering weer verheven, en op zijn troon hersteld. Zij liebben dus de schande van de overheersching wel zeer pijnlijk gevoeld, en daarom nu dan ook verwacht de afzetting van Augustus, en de intronisatie van David.

Maar ze hebben toch schijnbaar wel wat te vroeg gejuicht. Want Augustus zit nog stevig in den zadel, steviger dan ooit. En door de beschrijving gaat hij zijn troon nog vaster maken. En deze beschrijving beteekent een nieuwe vernedering voor David; beteekent voor hem eigenlijk het einde. Na de ballingschap was het voor zijn dyastie nooit weer geworden als tevoren. De glans van zijn troon was nimmer teruggekeerd. Het fijne goud was wel heel erg verdonkerd; want de kroonretendent was op dit oogenblik timmerman. En op den troon zat Herodes, de Edomiet. Die smaad uurde nu al vele jaren, en Ezau scheen wel zijn erstgeboorte terug te nemen met eigen geweld, en et den sterken arm van Rome.

Maar toch was alles nog niet verloren. Israël heeft nog tot op zekere hoogte een zelfstandig bestaan. Het bezit nog zijn eigen grond, door God aan Abraham weleer gegeven. Nu ja, ook deze Edomiet regeerde bij de gratie van den keizer, maar een rest van zelfbestuur was dan toch nog gebleven. Dus was daar nog een overblijfsel van Davids troon, al mocht Jozef nu daarop niet zilten.

Maar juist in den tijd, dat Jezus geboren gaat worden, komt ook hierin een verandering. En die is in geen geval een verbetering. Nu komt de eerste beschrijving. En dat wil niet zeggen, dat er in geen enkel deel van het rijk eerder een beschrijving was geweest. Waiit partiëele beschrijvingen

zijn bekend, ook al in de dagen daarvoor, i) Maar deze beschrijving is nieuw voor Israël. Tot nu toe had men zooiets hier nog niet gehad. ^) Rome greep al verder in, in het binnenlandsch bestuur van Israël. En de afhankelijkheid van Herodes wordt al weer iets grooter. Tot nu toe kon hij zich nog min of meer beschouwen als zelfstandig bondgenoot van den keizer, maar deze ontneemt hem nu die illusie wel. Want als Israël beschreven wordt bij deze gelegenheid, precies zooals dat met de rest van het rijk gebeurt, dan blijft er zelfs van den schijn van zelfstandigheid niet veel meer over. Dan wordt Davids volk behandeld, niet als bondgenoot, maar als provincie. En daarom zinkt David op dit moment dan ook nog dieper weg. Hij komt nu in zijn allerdiepste veniedering. Want tot nu toe was het nog een koninkrijk, en er was nog een troon. En al mocht hij ook nu niet tellen, al kon hij nu niet zelf meer tellen eens, en al zon vooral nu, de laatste lust daartoe bij hem wel zijn vergaan, er was dan toch nog wat te tellen: nog zooveel grond, en zooveel burgers, en zoo^ veel strijdbare mannen. Maar op het oogenblik, dal Davids groote Zoon geboren wordt, valt er niets meer te tellen, althans voor David niet. Want nu komt voor Israël de eerste beschrijving, die voor het heele Romeinsche gebied is uitgeschreven. D.w.z. nu begint het laatste stadium in Israels historie. Op dit oogenblik begint de keizer aan Israël te ontnemen de laatste resten van zelfstandigheid, en binnen enkele jaren is dat proces voltooid. Het land van Abraham wordt eenvoudig opgeslokt door het groote rijk van Augustus. Want op zijn rol, waar hij de volken schrijft, gaat hij

ook Isrel tellen, als bij Rome ingelijfd; hij doet < len naam van Babels kindren dragen heii, die in Abram uit Babel waren geroepen en afgezonderd. En dit geschiedt juist ten tijde, ' dat geboren wordt Jezus Christus, de Zoon van David, de Zoon van Abraham.

Wat Augustus bewoog, om de beschrijving ditmaal ook te doen plaats hebben in Palestina, is niet met zekerheid te zeggen. Sommigen wijzen in dit verband erop, dat Herodes omstreeks dezen lijd bij Augustus in ongenade is gevallen. Augustus dreigde toen met de invoering van een Romeinsch belastingstelsel.') Mogelijk blijft ook, dat de permanente oorlog tusschen Herodes en zijn eigen kinderen den keizer deed besluiten, de afhankelijkheid van Herodes grooter te maken. Augustus was staatsman genoeg, om te begrijpen, dat deze zelfverlering onvermijdelijk den troon moest ondermijnen; het volk, dat de tyrannie van Herodes al meer dan moe was, kon op een gegeven oogenblik eens gebruik maken van de gespannen verlioudingen tusschen Herodes en zijn zonen. Zonder de keizerlijke toestemming mag Herodes al niet meer overgaan tot de executie van zijn verwanten. .*iugustus heeft het blijkbaar raadzaam geacht de bewegingsvrijheid van zijn vazal nog meer te beperken. Maar voldoende zekerheid hebben we hierin toch niet. De doorvoering van deze beschrijving ook in Israël kan ook wel zonder meer een uitvloeisel zijn van Augustus' streven, om statistisch materiaal te verzamelen uit alle deelen, die van Rome mm of meer afhankelijk waren.

Hoe dit echter ook zij, de gang van zaken blijft in ieder geval voor David tragisch genoeg. Hij wordt de dupe van Augustus' maatregelen tegen Herodes, en hij moet maar lijdelijk toezien, als de laatste het voortbestaan van Davids troon in gevaar brengt. Want het wordt nu de dag van de groote nivelleering. Augustus werpt alles op één hoop, en scheert allen over één kam. En daarmee doet hij de afzondering van Israël ten onder gaan. Mattheüs kan daarover prachtig schrijven; over het begin bij Abraham, waaruit het na veertien geslachten komt tot de glorie van David, den koning. Maar hier komt het tot den ondergang van David, en daarmee van Abraham. Want als de afzondering wordt teniet gedaan, wat blijft er dan nog over van Abraham?

En daarmee komen we tot het dieptepimt van de tragiek van dit gebeuren. Indertijd had men in Babel de eenheid van het vleesch gesticht. Maar God had dat pogen verijdeld, en de eenheid versplinterd. En Hij had Abraham geroepen, om in dien weg te brengen de verlossing van Hem, die totaal anders zou zijn, dan de verlossing, zooals men zich die in Babel had geconcipieerd. Maar dat was vroeger, heel vroeger.

Doch vandaag zijn de rollen omgekeerd. Want „Babel" heeft de verwarring wetpn te overwinnen, en is van de doodelijke wond, die God het voorheen had toegebracht, voorspoedig genezen. Vandaag is het sterker dan het nog ooit is geweest. En de stroom des heils, zooals die weleer zijn bedding had genomen over Abraham, dreigt hier onherroepelijk te verzanden. De verlossing, gelijk God die wil brengen door de afzondering van Abraham, schijnt nu dood te zullen loopen tegen den muur van Augustus' beschrijving.

En dus lijkt God hier niet slechts achteraan te komen bij Augustus; de antichrist is niet maar eerder gereed dan de Christus; maar hij dreigt hier ook den Christus te verslinden. Johannes beeft de situatie ten tijde van de vleeschwording des Woords wel heel scherp gezien.

Babel, zoo schijnt het, Babel gaat nu de spraak van God verwarren, en al Zijn beloften verijdelen. Wat God indertijd al zag aankomen, en wat Hij toen wilde verhinderen, dat weet zich nu toch door te zetten. Het was toen nog pas hun eerste poging in die richting; en die moest verhinderd worden; anders zou „hun niets onuitvoerbaar lijken, wat zij denken te ondernemen."*)

Maar vandaag blijkt niets onuitvoerbaar, van wat Babel beoogt. Augustus voert de beschrijving door, zonder dat zijn werk gebroken wordt. En daarmee schijnt hij een streep te halen door al de woorden Gods.

En inplaats dat het tot de vervulling komt van het Oude Testament, wordt het een absolute verbreking daarvan. Als God den Christus inbrengt in de wereld, is Hij weer evenver, als toen Hij bij Abraham begon. Of liever: nog niet eens zoover. Want Babels toren verrijst hier opnieuw, en thans ondervindt men geen stagnatie bij den bouw. En de „stad Gods" wordt in puin geworpen, en de mogelijkheid van herbouw schijnt nu afgesneden voorgoed. Want Augustus beschrijft de geheele wereld; en hij beschrijft ook Israël. Voor het eerst, toen Cyrenius over Syrië stadhouder was. D.w.z. juist in de dagen, dat de Christus geboren werd, om de stad Gods te bouwen.


1) Greijdanus, Bijb. Hdb. II, 191.

• 2) Zahn, Lukas, 124.

3) De Zwaan, Lucas (T. & U.), 66. Vgl. Schürer, Gesch. "A- jüd. Volkes, I, 5. Aufl., 373, 410.

4) Gen. 11:6 (naar de vertaling van Aalders in K. V.).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1938

De Reformatie | 8 Pagina's