GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De achtergrond van een radicale onderwijsvernieuwing. II.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De achtergrond van een radicale onderwijsvernieuwing. II.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kindergemeenschappen.

Want die menschelijke samenleving, die dreigt ten onder te gaan door ouderlingen haat en zelfzucht, moet gered worden. De Werkplaats wil evenals de N.E.P. medewerken aan de totstandkoming van een betere wereld, een nieuwe m_aatschappij. „Als wij het menschheidsprobleem willen oplossen moeten wij met het kind beginnen" *). „Kinderen kunnen de kernen vormen van een nieuwe, echte samenleving". De Kindergemeenschap „zal zijn als een nieu-we gemeenschap van hoop, die groeit te midden van de oude gemeenschap der wanhoop, waarin de ouderen leven volgens het

reeds lang geëxplodeerde» beginsel: „elk voor zich" 5).

In plaats van scholen moeten er komen kindergemeenschappen. Op het Congres voor Onderwijsvernieuwing Utrecht 1946, sprak Kees Boeke: „Mijn persoonlijke overtuiging is, dat om den juisten geestelijken achtergrond te krijgen voor het „leeren samenleven" een groote Kindergemeenschap, waar allerlei vormen van onderwijs gecombineerd worden, de beste mogelijkheden biedt; dat daar ook de karaktervorming en de aesthetische en sociale vorming die noodig zijn om te komen tot een andere maatschappij tot hun recht kunnen komen".

De Kindergemeenschap der toekomst.

Zoo'n ideale Kindergemeenschap, de school der toekomst heeft hij beschreven in het tijdschrift „Vernieuwing" me Jg. p. 33 vlg. en verduidelijkt met plattegronden. Hem staat voor oogen een groote Kindergemeenschap van een 600-tal kinderen, verdeeld over 4 paviljoens, naar de vakgroepen: literair, natuurwetenschappeUjk, technisch en economisch. Een 5e paviljoen zou zijn voor de opleiding van docenten. Dat complex paviljoens zou moeten liggen buiten de stad, op een terrein van ± 25 ha. Het moet worden een maatschappij in het klein. Een onderneming, die geheel in eigen behoefte voorziet. Er moet o.a. een boerderijtje bij zijn, er moeten tuinen, kweekerijen, boomgaarden en akkers zijn. Er is gedacht aan sportterreinen, speelvelden, een zwembad etc. Elk paviljoen zou zijn eigen bespreking hebben, het weekbegin zou gezamenlijk zijn. De kinderen zouden met allerlei vervoermiddelen 's morgens gebracht en 's avonds weer gehaald worden.

Het lijkt wel wat fantastisch, vooral in dezen naoorlogschen tijd, een stouten] droom! Maar in rotsvast optimisme spreekt de ontwerper van dit stoute plan: „Ik hoop evenwel het te mogen beleven, dat ook dezen droom werkelijkheid wordt. En als er maar eenmaal zoo'n volledige Kindergemeenschap zal zijn, dan, geloof ik, zal die zoo overtuigend werken, dat vrij snel de scholen door dergelijke instituten vervangen zullen worden". (Vem. IH, p. 34).

En: „Ik geloof dan ook, dat zoo'n Kindergemeenschap eenmaal tot stand zal komen, en ik heb een vast vertrouwen, dat het leven erin zich zoo zal ontwikkelen, dat het twijfelaars zal overtuigen, en dat eens de Kindergemeenschap de normale vorm van opvoeding en onderwijs voor onze kinderen zal kunnen worden". (Vem. UI, p. 136).

De grondslag van de Kindergemeenschap.

Voorloopig zal dit plan echter wel een utopie blijven, gezien den financieelen kant. Een veel belangrijkere vraag is evenwel: „Wat is de principieele basis, wat is de diepere achtergrond van dit alles? "

Wij staan hier voor het merkwaardige feit, dat de Werkplaats, een school met een bepaalde uitgesproken richting, deze gemeenschapsschool zich juist aandient als de school, waar alle bestaande richtingen op onderwijsgebied zich in kunnen oplossen in een hoogere eenheid. Volgens de heer v. Overbeeke is de basis: Religieus humanistisch 6). Het zal voor een juiste beoordeeling noodzakelijk zijn te weten, welk humanisme en welke religie de grondslag vormen voor de Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven.

Invloed van het Quakerisme.

Kees Boeke vertelt ons, dat hij de z.g. sociocratische ordening van het gemeenschapsleven, die tot stand komt in de Bespreking heeft overgenomen van de Quakers. Zelf is hij jarenlang Quaker geweest en werd in 1911 als zendeling van het Quaker Zendingsgenootschap uitgezonden naar Syrië. Later heeft hij zich van 't Genootschap der Vrienden afgekeerd omdat hij hun geloof niet langer kon deelen. In een lezing te Rotterdam 1936 sprak hij uit, dat hij niet geloofde in een persoonlijk God. Toch heeft het Quakerisme grooten invloed gehad op Ir Boeke. Hij erkent zelf: „Ik besef ten volle, hoeveel ik geleerd heb gedurende die jaren die ik als Quaker heb meegeleefd en meegewerkt" ').

In zijn ideeën is dan ook nog veel van 't Quakerisme terug te vinden, alsook op vele plaatsen in zijn geschriften in de wijz; e van uitdrukken.

Het Quakerisme.

't Quakerisme ontstond in Engeland omstreeks 1650. Het waren de volgelingen van George Fox, de schoenmaker uit 't Graafschap Leicester, die met den scheldnaam Quakers (bevers) werden aangeduid. De spiritualistische se'cte, die den godsdienst zuiver geestelijk, innerlijk, persoonlijk wil opvatten, legt nadruk op het inwendige licht of woord, „den Christus in ons", de onmiddellijke verlichting door God. Zij heeft geringe waardeering voor de Kerk, 't predikambt, de Sacramenten, dogma en confessie. Zij legde zich toe op practische vroomheid en verwierpen den eed en den krijgsdienst.

Het Quakerisme is een subjectivistische geestesrichting. Het sluit aan niet bij de groote Reformatie der 16e eeuw, maar de stroomingen die de Reformatie fel vijandig gezind waren, nl. de subjectivistische stroomingen. De Quakers zijn niet geestverwant met de groote reformatoren Luther en Calvijn, rnaar met Eckhart, Tauler, Angelus Silesius, Sebastiaan Frank, Castellio, de Wederdoopers, Erasmus en Coornhert, de CoUegianten te Rijnsburg, Jacob Boehme en de gnostieken van het Huis der Liefde onder Hendrik Nicolaes. Vooral deze laatste gnostische secte heeft veel invloed gehad op 't ontstaan van het Quakerisme. In de nalatenschap van George Fox vond men het hoofdwerk van Nicolaes ^). En de geschriften van Jacob Boehme werden tussehen 1647 en 1661 grootendeels in 't Engelsch vertaald, zoodat er in vele deelen van Engeland spoedig enthousiaste volgelingen van Boehme kwamen^).

De Quakers hebben met al deze subjectivisten dit gemeen, dat zij het gezag van Gods Woord verwerpen en in plaats daarvan stellen de autoriteit van het inwendige woord of licht.

Ter typeering van de geestesrichting der Quakers enkele korte trekken, ontleend aan Rufus M. Jones': Quakergeloof en Quakerleven (vert. Rob. Limburg), die met William Charles Braitwaite uitvoerig over het Quakerisme geschreven heeft in: „Quaker History Series".

Geloof in den mensch.

Het Quakerisme kenmerkt zich allereerst door het geloof in den mensch. De oude notulenboeken der bijeenkomsten „getuigen van een edel gsloof in den mensch". ^°) Tegenover de'leer der erfzonde stelde Fox, „dat er een goddelijk zaad sluimert in iedere ziel". ^^) Er schuilen goddelijke krachten en mogelijkheden in den mensch. ^^) Dat zaad van God moet heerschappij verkrijgen, dan maakt dit den mensch tot een wezen aan Christus gelijk. ^^) Er is „iets in den mensch", dat in onmiddellijke relatie staat tot God.") De mensdh is in zijn innerlijk in staat de „radio-activiteit" van het goddelijke leven op te vangen. ^^) Fox formuleerde den godsdienst niet op een boek of kerk, maar op den fundamenteelen aard van 's menschen eigen, innerlijk wezen. ^'') Wat de Quakers beoogden was den godsdienst eens en vooral te baseeren op een inhaerent contact tussehen God als levenden Geest endeoorspronkelijke geestelijke natuur van den mensch. Godsdienst is niet in de eerste plaats een zaak van boeken en geschriften, geloofsbelijdenissen en instellingen. Het is veeleer een zaak van het ontwaken van den goddelijken drang in de diepste diepten van ons eigen wezen.") Werkelijke religie dient te groeien en zich te ontplooien zooals ons geh'eele leven dit doet. 18)


4) a. w. bl. 245.

5) a. w. bl. 247.

6) Hedendaags Paedag. réveil p. 46.

7) Redelijke Ordening p. 26.

8) J. W. Tunderman - Marnix van St. Aldegonde en de subjectlv. stroomingen in de 16e eeuw.

9) Rufus M. Jones - Quakergeloof en quakerleven (vert. Rob. Limburg) Den Haag 1931, bl. 35.

10) Jones a. w. bl. 154.

11) ld. bl. 40.

12) id. bl. 6.

13) id. bl. 147.

14) id. bl. 57.

15) id. bl. 70.

16) id. bl. 41.

17) id. bl. 54.

18) id. bl. .58.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 april 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

De achtergrond van een radicale onderwijsvernieuwing. II.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 april 1948

De Reformatie | 8 Pagina's