GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In een grensblaadje genaamd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In een grensblaadje genaamd

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een grensblaadje genaamd de Grensbode no. 107, schreef Ds. H. Beuker:

»De latere gedragslijn van onze doleerende broederen, vooral van Dr. K. jegens onze kerk, maakt de verhouding tusschen hen en ons niet gunstiger. Dr. K. is een man die veel goeden ook veel kwaad kan stichten. Gij moet hem lief hebben of ha, ten, een van twee. Tusschen beide staan kunt ge bij hem moeielijk. De booze wereld zegt, dat hij zijn best doet om de Calvijn der 19de eeuw te worden. Ik heb echter van hem nog gunstiger gedachten, hoewel ik veel van wat hij doet moet aikeuren. Hetgeen ons vooral wantrouwen inboezemt is: a. Dat zijlieden niet zuiver gereformeerd, maar min of meer independentisch zijn in zake de kerkregeering, waardoor een kerkeraad wel een advies van een classis of van een Synodale Vergadering der kerk mag aannemen als hij dat wil, maar overigens geheel onafhankelijk op zich zelven staat. Gij gevoelt dat daardsor de vrijheid en zelfstandigheid der plaatselijke gemeente in stede van gewaarborgd te zijn, juist groot gevaar loopt. b. Dat men met zijn geroep: »wij scheiden ons niet af!" werkelijk lidvandevalsche kerk zou willen blijven. Als de Synodale kerkbesturen het bandje niet doorknipten en hen van ambt en lidmaatschap ontzett'en, en ze dus feitelijk afscheidden, dan zouden velen lid willen blijven en van de Hervormde Synodale en van de doleerende gereformeerde gemeente"

Het doet ons wel eenigszins leed, dat onze vriend en broeder Beuker zich op zulk een wijs, buiten de grenzen, uitlaat over onzen persoon; maar toch, dit dragen we met lijdzaamheid.

Als hij echter de Doleerenden buitenaf beschuldigen gaat, dat zij independentistisch te werk gaan, veroorlove hij ons, hem hierop bescheidenlijk te antwoorden.

In zijn schrijven toch komen twee onjuistheden voor, die hij wel zoo goed zal willen zijn te rectifïceeren.

Vooreerst toch zegt hij, dat, zoo de Synodale Besturen ons niet afzett'en, wij alsdan leden van de Hervormde Synodale gemeente zouden willen blijven,

Dit nu is niet zoo. Telkens is door ons uitgesproken, en het wordt hier nogmaals ten overvloede herhaald, dat wij noch met de Haagsche Synode, noch met haar onderhebbende Besturen, noch met haar Kader, iets hoegenaamd meer uitstaande hebben, noch wenschen te hebben, en dat onze Kerkeraden, ïn de plaats der Synodale Kerkeraden tredend, niet een nieuwe gemeente naast een Synodale gemeente stichten, maar Kerkeraad over die zelfde gemeente willen zijn, waarover dusver een Synodale Kerkeraad regeerde.

Nu staat het natuurlijk aan Ds. Beuker vrij, om dit standpunt af te keuren; vrij ook om te zeggen: > het is een illusie!"; vrij zelfs om ons toe te roepen, dat we ons door schijn bedriegen laten; maar wat hem niet vrij staat, is, ons toe te dichten, dat wij iets willen zouden, wat lijnrecht tegen onzen verklaarden wil en uitgesproken bedoeling ingaat.

Ten tweede dicht hij ons de overtuiging toe, dat onze kerken wel een advies van een Classis of Synode zouden mogen aannemen, zoo zij dit willen, maar overigens geheel onafhankelijk op zichzelve zouden staan.

Ook dit is niet zoo.

Telkens is het tegendeel door ons uitgesproken.

Wat Ds. Beuker ons hier in den mond legt, is steeds door ons bestreden.

Alle onze handelingen dienen er protest tegen in.

Wij erkennen en beLjden, dat de kerken naar goddelijk recht geroepen, verplicht en gehouden zijn, om in zake de Belijdenis en Kerkregeering (middelmatige t dingen uitgenomen) saam te vergaderen; saam op die vergaderingen te besluiten; en, in zooverre deze besluiten den Woorde Gods en onze Kerkenordening conform zijn, zich dienovereenkomstig te gedragen.

Zoo altijd, dat de macht van deze vergaderingen niet in de personen ligt noch ook uit eenig reglement vloeit; maar voortvloeit uit de credentialen en instructiën der Gedeputeerden.

De bovenafgedrukte credentiaal kan Ds. Beuker doen zien, dat zoo onze vaderen er ook over dachten.

Mogen we Ds. Beuker vriendelijk uitnoodigen bij de Bentheimsche broederen deze onze tegenspraak bekend te maken}

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1887

De Heraut | 4 Pagina's

In een grensblaadje genaamd

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1887

De Heraut | 4 Pagina's