GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Een wolk nam hem weg”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Een wolk nam hem weg”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

[HEMELVAARTSDAG].

En als hij dit gezegd had, werd hij opgenomen onderwijl zij het zagen, en eene wolk nam hem weg van hunne oogen. Handelingen I : 9

Na de scheiding op den Olijfberg bleven e discipelen van Jezus in verlegenheid achter, Jezus' opvaren ten hemel liet hen in hun verlatenheid zoo droef het gemis van zijn heilige tegenwoordigheid gevoelen. Wel teeds waren ze sinds 't Yolbracht óp Golgotha bij aanvang aan die verlatenheid gewend. Eerst tot aan zijn verrijzenis uit 't graf, en tóén bij 't scheiden na de eerste verschijning tot hij hun nogmaals verscheen, maar toen werd die verlatenheid toch nog keer op keer weer door zijn wederschijnen afgebroken. Wel verliepen er soms meerdere dagen achtereen, dat ze hun Jeïus dan niet naeer zagen, en ook niet hoorden van anderen, die hem nogmaals ontmoeten mochten, aaaar toen bleef bij 't scheiden dan toch altoos nog e hoop, 't vooruitricht van een nadere ontmoeting levendig. Nog altoos bleef Jezus op deze aarde verkeeren, en soolangdit aanhield, eefde toch altoos de hope van weerzien nog n hun hart.

Jezus is dan ook niet in stilheid verdwenen. Op Eichxelf ware het zeer wel denkbaar geweest, dat Jetus, na de verschijning aan de driehonderd n Galilea, zich aan niemand meer levend ertoond had, en dat hij zijn discipelen uit zijn nietweer-verschijnen zelf de conclusie had laten pmaken, dat hij alsnu voor goed van deze arde was weggegaan naar hooger.

Toch ging het zoo niet toe, Jezus heeft in een hoogst plechtig oogenblik van zijn jongeren afscheid genomen. Voor hun oogen is hij opgevaren ten hemel. En na zijn heengaan hebben door God gezonden hemelboden in engelentaal hun Jezus' afscheid vertolkt.

Laat ons daarvoor danken. Niet enkel toch voor de discipelen, maar ook voor de geloovigen die daarna kwamen, en evenzoö voor ons, is het teit van Jezus sichtbare Hemelvaart van zoo onschatbare waarde.

Stel u toch voor, dat de jongeren bij de Hemelvaart van hun Koning niet tegenwoordig waren geweest, en dat Jefus ongemerkt en door niemand gezien, van een eenramen bergtop, en bij het ingaan van het nachtelijk duister, deze aarde

verlaten h»d, — en ge gevoelt immers, wat twijfel dit had kannen en moeten wekken. Vanzelf toch zou dan twijfel hebben moeten opkomei> , af Jezas niet op een eenzame plek opnieuw zijn leven had afgelegd; een gedachte die heel de beteekenis van zijn Opstanding uit de dooden zou hebben teniet g 'a%n. Of, erger nog, waar toch reeds na Je^ua' opstanding zoo telkens twijfel in hun hart gerezen was, daar zou zijn ongemerkt en stil verdwijnen zoo licht de vraag in hun hart hebben doen oprijzen: „Hebben we ons niet vergist? Is het geen zelfbedrog geweest, waaraan we ten prooi waren? Is 't wel waarlijk zoo, dat we onzen Heiland terug hebben gezien? Of zijn we door schijn en verbeelding misleid geworden? ”

Juist daarom voelt ge dan ook, dat het feit, de gebeurtenis van Jezus' zichtbare Hemelvaart voor het oog zijner jongeren een steunpunt voor hun geloof was, en dat ze, eerst daardoor in hun geloof bevestigd, met zoo volle verzekerdheid Hem, die op Golgotha stieif en door zijn Verrijzenis onze verzoening bezegelde, straks onder de volken prediken konden.

Nu toch waren ze zelven van zijn heengaan getuigen geweest. Ze hadden 't voor hunoogeu gezien, dat hij daar stond, tot hen sprak, en toen werd opgenomen, en opvoer ten hemel. Ze zagen waar hij heenging, en toen de wolk onder Hem schoof en Hem aan hun oog onttrok, waren het de engelen Gods die hun wat nu gebeurde, vertolkten.

Hij verdween niet maar. Hij scheidde niet maar van hen. Hij verliet niet maar deze aarde. Neen, wat zij nog waarnamen, was slechts de eerste schrede naar omhoog, was slechts het begin van zijn triomftocht, het verlaten van deze aarde, om de hemelen der hemelen door te gaan, en terug te keeren naar den Ticon der heerlijkheid, van waar Hij, om ons te zaligen, tot ons was nedergedaald.

Ook was het niet een langzaam opstijgen, zoodat de gestalte van Jesus al kleiner en ten slotte geheel onzichtbaar werd. Neen, terwijl ze daar op den Olijfberg staan, en de volle gestalte van Jezus nog voor zich zien, zoo dat ze zijn persoon, en zijn heilig gelaat, nog ten volle onderscheiden kunnen, trekt er een wolk voor zijn verschijning, en achter die wolk gaat de heilige peisoon van hun Heiland op eenmaal schuil.

Altoos weer diezelfde wolk, die 't eerst gezien was bij Israels uittocht, die nu lichtend dan zwevend rustte op den tabernakel, en die keer op keer telkens weer was waargenomen. Een wolk van hooger aard dan de wolken, wier druppelen straks het aardrijk bevochtigen. Een wolk van hooger oorsprong, en als in hemelschen glans gedoopt, en glanzen der heerlijkheid van zich uitstralend. Een wolk die, uit den hemel ned'erdalende, tusschen het oog der jongeren en Jezus' heilige gestalte inschoof. £a die toen, als ware 't zijn zegewagen, hem opnam, ophief, en indroeg in de woonstede Gods daarboven.

Een welk, niet een muur, en niet een rotsgebergte.

Het moest een scheiden zijn, maar een scheiding die de voortduring der gemeenschap niet buitensloot. Zoo was die wolk als een doorzichtig gordijn, dat voor het oog der jongeren schoof, en beiden hun inprentte, èn dat hun Heiland van hen was opgevaren, èa dat de gemeenschap met hun Heiland nog altoos stand hield. Dat Hij nóg op hen nederzag; dat zij nög tot hun Koning konden opzien.

Zoo kwam de tegenstelling met hetgeen vóór Bethlehem voorwerp des geloofs was, in helder licht.

Toen, in de eeuwen der profetieën, ook wel geloof in een Messias, maar in een Messi«s die nog verre was, dien nog geen oog had gezien, wiens stem nog geen oor bad gehoord, wiecs glans nog geen menschengelaat bestraald had. Een Messias in de belofte, maar in werkelijkheid nog niet aanschouwd.

En toen heeft die Messias, die Zone Gods, het wel geen roof geacht Gode evengelijk te zijn, maar heeft zich vernederd, zich ontledigd, zich zelve vernietigd, om tot ons te komen, om één onzer te worden, en om ons van zonden té rebigen; maar toch moest hij weer weg, toch kon hij niet op deze aarde bij ons blijven, juist omdat hij niet maar enkele personen, maar heel zijn volk zaligen wilde.

Op aarde was Jezus' verkeer met menschen beperkt. Onder slechts één volk is hij opgetreden. Slechts in een klein stuk van Azië, Op de kust, kwam hij met het ééne volk van Israël in aanraking.

Op aarde blijvend, had Jezus'nooit aller'R& e.t en Koning kunnen zijn. Daarom verliet hij toen deze aarde, daarom voer hij toen ten hemel op, en daarom is hij nu gezeten aan de Rechterhand des Vaders op den troon der heerlijkheid.

Aller moet hij zijn, om uit alle volk het volk Gods te verzamelen, en zoo oefent hij van uit dien zaligen hemel ook ünet u, zoo ge hem toebehoort, die innige gemeenschap uit, die teweeg brengt, dat gij met uw Heiland in veel teederder eenheid der ziel kunt treden, dan "^dit op aarde ooit aan zijn discipelen gegund was.

Jetus’ Hemelvaart is voor ons niet zijn heengaan, en zijn scheiden, maar veeleer juist zijn komen tot ons, zijn blijven met ons, zijn wonen tot in ons hart.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 mei 1913

De Heraut | 4 Pagina's

„Een wolk nam hem weg”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 mei 1913

De Heraut | 4 Pagina's