GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Over het hoogste gezag - pagina 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over het hoogste gezag - pagina 20

Redevoering bij de aanvaarding van het professoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

21 den acht, zal hij de ware vrijheid handhaven. Minacht hij het, dan zal hij b. v. bij de regeling van het schoolwezen kunnen zeggen: „wij zijn overtuigd dat het eerbiedig zwijgen over den leerstelligen godsdienst in geen geval het godsdienstig geloof der kinderen" aan het wankelen zal brengen, en dat daarom eene neutrale, gemengde school aan allen voldoet" (28). Maar eerbiedigt hij het, dan zal hij aldus redeneeren: omdat velen het in strijd achten met Gods Woord, met Zijn eer en met hunne doopbelofte om hun kinderen te laten opvoeden in plaat­ sen, waar het spreken over hun Verlosser verboden wordt, terwijl vele anderen hierover juist andersom den­ ken, en vermits niemand op dit punt gedwongen mag worden, daarom wenschen wij aan de keuze der school op geenerlei wijze eenig privilegie te verbinden. Vóór van dit punt af te stappen nog één woord. Het „Gode gehoorzaam zijn" berust op een bevel des Heeren. Hij die het bevel gaf, schonk ook steeds de kracht om het uit te voeren. De kracht om alleen te staan; om te lijden; om geld en goed, ja om het leven te geven, van wien ontvangen wij haar? Van wien anders dan van den Heer zeiven? „ W a n t wie ben ik en wat is mijn volk", zong David, „dat wij de macht zouden verkregen hebben om op zoodanige wijs vrijwillig te geven? W a n t het is alles van U, en wij geven het U uit Uwe hand" (29). En nu vraag ik: geeft de menschelijke rede, aan wier gezag zoovelen onzer zoo gaarne zich toevertrouwen, ge­ lijke kracht? Pleegt hij die enkel op haar steunde, ook waar geen kans van slagen schijnt te bestaan, tot lijden en openlijk belijden, — of wel tot geweld en geheime genootschappen zijn toevlucht te n e m e n ? Wordt aan de eene zijde ons gelast Gode meer ge­ hoorzaam te zijn dan den menschen, aan de andere zijde vinden wij het zoo vaak besproken gebod: „alle ziele zij den machten over haar gesteld onderworpen; want er is geen macht dan van God, en de machten die er zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1884

Inaugurele redes | 39 Pagina's

Over het hoogste gezag - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1884

Inaugurele redes | 39 Pagina's