GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Over het hoogste gezag - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over het hoogste gezag - pagina 19

Redevoering bij de aanvaarding van het professoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

20 de vrijheid in den wortel hebben gedood. Niets dan ééne buiging eischte van den Christen die alleen voor zijn Heer boog de overigens o! zoo verdraagsame en beschaafde romeinsche Keizer. Niets dan erkenning van zijn hoogste macht vraagt ook nu nog „de Staat," onverschillig ot hij in een Duitschen Keizer, in een „door de Natie" ge­ kozen president, ot in een door praktijk en wetten aan banden gelegden Koning belichaamd wordt. Maar dat ééne kan ook nu niet gegeven worden, zonder tegelijk het beginsel prijs te geven, dat er kringen zijn binnen welke de mensen staat tegenover God alleen, en zijn medemensch, hoe hoog ook geplaatst, niets heeft te zeg­ gen ; kringen niet door den mensch, maar door God zeiven aangewezen. 4)it is iets anders en iets beters dan de erkenning van de gewetensvrijheid, „voor zoover die met de belangen van Staat en maatschappij overeenstemt," of „behoudens de bescherming der maatschappij en harer leden tegen de overtreding der strafwet," waarvan art. 164 der Grondwet gewaagt. Lezen wij het gebod aandachtig, en gaan wij de ge­ vallen na waarin het, vaak ten koste van goed en bloed, is nageleefd, dan zullen wij bemerken dat het niet beteekent: „eerbiediging van elk gemoedsbezwaar." Even­ m i n , dat het slechts dan geldt, wanneer de wereldlijke overheid ook zelve instemt met het gebod waarop de onderdaan zich beroept. Neen! Hij die het gebod inroept moet aantoonen welk goddelijk voorschrift hij met den eisch der overheid strijdig acht, en aan zijn goede trouw op dat punt moet geen redelijke twijfel kunnen bestaan. Maar ook hier moet de goede trouw worden ondersteld; hier vooral, waar het de ondoordringbare geheimenissen van het menschelijk hart geldt. Zoo heeft het gebod „dat men Gode meer dan den menschen gehoorzamen moet" van zelf het beginsel: „eerbiediging van de gewetensvrijheid" te voorschijn geroepen. Aan dat gebod, niet aan de menschelijke r e d e , heeft dit beginsel zijn ontstaan te danken. Naarmate de wetgever zich meer door dat beginsel gebon-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1884

Inaugurele redes | 39 Pagina's

Over het hoogste gezag - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1884

Inaugurele redes | 39 Pagina's