GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 45

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 45

Rede, gehouden bij het overdragen van het Rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET EECHT TOT AFWIJZING VAN ATTESTATIËN.

43

over de gevallen, die ik aanhaalde en die ik ook juist daarom tot voorbeeld gekozen heb; maar wat er ook gezegd is, van Reraonstrantsche zijde, in de zaak vun Episcopius ^), en hoe men den kerkeraad ook heeft aangevallen in zijne gansche handelwijze met Herman Barentsz ^), nooit is beweerd, dat hij in die afwijzing van de attestatie zijne bevoegdheid zou zijn te buiten gegaan: 3°. tegen zulke afwijzing in het algemeen zijn de Remonstranten later wel opgekomen; maar zij stelden die dan geheel op dezelfde lijn met het heftig prediken der Gereformeerden, met hun onophoudelijk schrijven tegen de Remonstranten, met hun weigering van gemeenschap des gebeds en der sacramenten, enz. ^): altemaal zake n

plaetsen met der woonstede trecken, nae 't ghebruyck der Kereken pleeght te vereeren, ende eerlijck afscheydt te geven, van de Kercken-raden der Contra-Remonstranten zijn verworpen: Daer-en-teghen soo daer eeniglie van der Contra-Remonstranten Ghemeynten vertrocken nae soodanighe plaetsen, daer de Remonstranten haere vergaderinghen ha 'den, datmen den soodanighen heeft attestatien ghegheven onder die conditie, die selfs inde attestatien werde uytghedruckt, datse haer by de particuliere vergaderinghen der Contra-Remonstranten Muden voeghen, maer der Remonstranten vergaderinghen en Godtsdienst schouwen". Deze getuigenissen zijn o. a. overgenomen in de Nidliieyten des Nat. Syn. enz. (Catal. Muller, nr. i597; Ed. 1619, A. iv) en in de twintigmaal uitvoeriger uitgave van die Nidliteyten (Catal. Muller, nr. 1939 en 4940; Kd. 1622, Dl. I. blz. 404 vg.). In die boekjes verschillen de bewoordingen (maar ook alleen de bewoordingen) een klein weinigje van de uitdrukkingen die in de Acta der Dordtsche Synode zijn opgenomen. Maar dat de laatstbedoelde letterlijk juist zijn, blijkt uit de vergelijking met de door de Remonstranten zelven bezorgde uitgave der officieele stukken, in de Acta et Scripta Synodalia Dordracena Ministroruni Remonstrantium: zie aldaar (Ed. 1620) blz. 43 vg. ') Met betrekking tot de weigering van den Amsterdamschen kerkeraad, om aan Episcopius attestatie te geven, wordt door Wtenbogaert alleenlijk gezegd, dat de leden der Classis die Episcopius van Bleiswyk weren wilden, daarover met Plancius gecomplotteerd hadden, «hoewel", zegt hij verder, ndie van Arasterdam dat [getuigenis] Episcopio niet en gaven, noch en we3'gerden, maer zeyden dat het Franekersch ghenoech was" {Kerckel. Hist., 4e Dl., blz. 49 6). En op zijn gezag is die voorstelling daarna gedurig overgenomen, ook wel met deze wijziging en bijvoeging: «Amsterdam wendde voor, dat het zulk een getuigenis niet geven kon, omdat Episcopius er te kort vertoefd had, maar wilde het inderdaad niet geven" (Dr. H. C. Rogge, Joh. Wtenbogaert en zijn tijd. Dl. II, blz. 160 vg.). Uit de bo''en aangehaalde aktenstukken blijkt echter, dat Amsterdam wel degelijk geweigerd heeft, daarvoor eene gansch andere reden had dan een al te kort verblijf, en de ware reden ook volstrekt niet verzwegen noch bewimpeld heeft. ^) Vgl. b. v. Jac. ïaurinus, Vande onderlinge verdraegsaaniheydt (Ed. 1615; Catal. Muller, nr. 4191), I e Dl., V, ir (Cap. XII, § 19), en Naarder Openinge (Ed. 1616; Catal. Muller, nr. 1194), A, 'ir; VVtenbogaerf, Leven, enz. (Ed. 4645), blz. 441; en Brandt, Hist, der Reform., Dl. II, blz. 148 vg. ') Vgl. b. v. de Acta van de Dordtsche Synode; de Nulliteyten enz.; de Acta et Scripta Synodalia Dordracena; alle op de hiervoren blz. 42, noot 2 aangehaalde plaatsen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882

Rectorale redes | 196 Pagina's

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882

Rectorale redes | 196 Pagina's