GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 41

Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

39 tien" '). Voorts, dat in de eerste eeuw na de reformatie ook de Kerken zelve dat onderscheid altijd goed hebben in acht genomen. En eindelijk, dat dit spraakgebruik niet op zichzelf staat, maar dat de gedachte, die er aan ten grondslag ligt, in de gansche Kerkenordening uitkomt; b. v. reeds terstond in het eerste hoofdstuk, dat tot opschrift heeft, niet: „van de kerkelijke ambten", gelijk ook gekund had, maar: „van de diensten", en waar dus, met betrekking tot hen, die de Kerk te regeeren hebben, juist op het „dienen" een bijzondere nadruk gelegd wordt. Het is zelfs opmerkelijk, dat in den aanvang dit samenstel van artikelen nog niet eens den naam had van kerkenordening. Eerst in 1581 is dat het opschrift geworden, toen de inhoud eenigszins beperkt werd, met het oog op de Overheid, wier goedkeuring zou gevraagd worden. Vroeger sprak men eenvoudig van de „acta" of „artikelen" der Synode; gelijk het dan ook inderdaad een samenstel was van Synodale handelingen, die voor alle Kerken belang hadden: in de eerste redactie zelfs met artikelen, die niet eens een voorschrift of ordinantie vermeldden, maar alleenlijk eene benoeming of eene vermaning, die de Synode gedaan had of doen zou ^). En nu is de latere onderscheiding tusschen „canones" en „decreta", tusschen bepalingen van de Kerkenordening en Synodale besluiten, zeer zeker wel gewettigd; maar het heeft toch ook beteekenis, dat die beide in het eerst geheel dezelfde kracht hadden ^). Trouwens, de Classikale 1) Vgl. b. V. het geschrift van den Utreohtsohen Hoogleeraar in de Eeohten Paulus Voet (zoon van Gisbertus Yoetius), „de usu juris civilis et canonici in Belgio unito" (Ed. 1G57), blzz. 90 vgg. en 104 vgg., en de op eerstgenoemde plaats aangehaalde schrijvers. 2) De opschriften of titels, gelijk die oorspronkelijk luidden, zijn te vinden in de reeds vroeger (blz. 7) vermelde, zooveel mogelijk naar authentieke stukken bewerkte, uitgave van de Acta. — Artikelen van de eerste redactie (1571), welke in eene eigenlijk gezegde Kerkenordening niet eens zouden thuis hoeren, zijn b. v. artt. 3, 12, 39, 48, 50 van de Emdensche Acta. ') De boven bedoelde oude beschouwing heeft zelfs in de laatste Nationale Synode (do Dordtsche van 1619) nog uagewe'rkt. Immers, de wijzigingen, die door haar in de Kerkenordening werden aangebracht, zijn, wat het formeele betreft, niet voorgesteld en behandeld als wijzigingen in de Kerkenordening; maar het waren (blijkens de Postacta, passim) eenvoudig Synodale besluiten, die naar aanleiding van ingekomen gravamina genomen werden. En daarna is ter Synode zelve nog wel geconstateerd, in welke artikelen van de Kerkenordening nu door die besluiten eene wijziging gekomen was. Maar men heeft toen zelfs niet noodig geacht, die constateering van de wijzigingen in de offlcieele Acta op te nemen. We zouden niet eens weten, dat die constateering geschied was, als het niet was opgeteekend in de particuliere aanteekeningen van al het verhandelde, welke de Amsterdamsche ouderling Theodorus Heyngius (Dirick Heynck) voor zichzelven gemaakt heeft. In dit handschrift (uit de Bibliotheca Heringana naar de ütrechtsehe Bibliotheek overgegaan, en aldaar gecatalogiseerd onder de Varia No. 10) staat op blz. 218, bij de 167e (blijkens de Postacta eigenlijk de 175e) zitting, van Zaterdag 25 Mei 1619 voormiddag : „Syn voorgelesen de veranderingen, die inde Kerokenordeninge vande Nederlantsche kercken des Jaers 1586 bij desen Synodum gedaen syn, Nameutlyck inde Articulen 4, 5, 7, 8, 9, 25, 26, 39, 40, 43, 44, 45, 50, 52, 53, 54, 60 ende 62, die altesamen goetgekent ende gearresteert syn." De Postacta zelven zwijgen hiervan geheel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's