GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Moderne letterkunde en Christelijke opvoefling.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moderne letterkunde en Christelijke opvoefling.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat leest ons Christenvolk?

VI.

Is ons christenvolk, speciaal het gereformeerde type, lees-lustig, heeft het ambitie voor literatuun?

Mits ge de uitidrukkiMg literatuur neemt in zijn meest algemeene beteeifcenis, mag de'ze vraag onbieschroiomld bevestigend "worden beantwoord.

Het blijft een opelne vraag, of ooit de scheldtaali, die het '„denkenjd" deel der natie teigen het volk (van de 'nachtschtiit zich heeft veroorloofd, werkelijk gemotivieejid 'is geweest^ zeker is thans, dalt de orthodoxe 'christeneïi, ook uit een oogpunt van algemeene bescbavingi, d^en toete Id'er vergelijldng met de vrijdeakien, de medeburgers gjörustelijk kunnetn doorstaan. ' [

Reeds in het christelnidom' op zichzelf, ia bet kennen van den bijbel en het mieeleven met de kerk, is een element van cultuuTj waarmee onze kritiek-grage teigenstaJnjders ternauwernood hebben gerekend. •' i.

Het kind, dat woiidt opgevoed in de bijbelsche sfeer, komt 'al vroeg in aanraking meit de schitterende en onovertroffen letberkunldte uit 'den glanstijd van Israël. Hat hoort de onviergelijkelijke poëzie der psalmen, ten het prachtig proza der evangelisten en apostelen. Het wol^dt miet zijn geest in zijn prilste jeugd' Ingeleiiid ia de oude wereld van Babel, Egypte, Klanaan, 'Griekenlanid en Rome. Het hoort van Earaö 'en, JSTebnkadaezar, Herodes en Augüstusi, het reist naar Jerjulsalem, Mesopotamië, Corinthe en Rome. De blik wordt verruimid terug naar het begin len vooruit naar het leiinidei der wöreldgeschiieidenis.

Zou de aanraking met al deze begrippten en werkelijkheden geen iavloed oefenen' op de geestesgesteldheid van heit 'kind ten opzichte van het wereldbeeld ©n het wereldleven ook in dezen tijd?

Zeker, bekrompen geesten, achterlijke zieltjes, die uitsluitend leven achter de horretjes van hup. huiskamer en achter de kruisboogvensters van hun naakte kerkjes, zijn lar overvloedig geweest in onzen kring en er zijn er nog^ die met hun tijd nie(t meegaan, zelfs dien tijd niet kennen, maar in het algemeen is de geestestempel der positieve christenen zeker niet .armier gestoffeerd dan bij' de , , kinderen der wereld."

Ik kan hier uit eigen ambtelijke ervaring spreken.

Toen schrijver dezes predikant was op een zeer armoedig (ook cultuurarm) dorpje op een der Zuid-HoUatodsche eilanden, vond hij daar een type menschen, die in hün lange, vrijte avonden te gast gitfgen aan veel geschakeerde literatuur. Ze lazen niet .alleen Erskinö 'on Van der Groe, maar bedelden ook bij den dominé om een pas vierschenen boek, waarvan ze den titel ia hun krant haidden gelezien. In vele gezimiien werd geregeld iedere week „D|e Heraut" uitgespeld, en zelfs weet ik van een bouwknecht, die zijn vrouw, moeder van een reusachtig gezin, iederen Zondag Kuyper's artikelen over „D© Gemeene Gratie" van a tot z voorlas.

In de stelden is' .uit den aard de toestand minf der gunstig. Er is teveel, dat het evenwicht van het normale huiselijke leven verstoort. Maar toch mag zonider gevaar voor tegenspraak aangenomen, dat de mensch, die ia. een christelijk gezin zijn opvoeding gienoot, len eiken Zondag opgaat om de prediking te hoeren, waarin ook mtet de vragen van den dag en de problemen van 'den tijd worditi gerekend, niet in ont-wikkeling achterstaat bij hem> die zijn vrijen tijd zoiek brengt met het aanschouwen van romantische draken in een bioskoop of van puur lichamelijke wedstrijden op het sportterrein.

Wat van het algemeene peil der volksbesohaving onlangs openbaar geworden is door een enquête, in Amsterdam - gehouden in verband met het feit, dat straks ook de vrouw naar de stembus zal gaan., heeft genoiegizaam bewezen, dat men de kinderen der „nachtschool" • niet meer op dhrlstelijk eirf heeft te izdeiken. Onder den titel „Nij' wij' Mezien gaan" heeft het Handelsblad de resultaten bekend gem'aa'kt van dit onlderzoek, ingesteld onder arbeiders, winkieljuffrouwen, kantoorbedienden, ateliermeisjes, verpleegsters en ook onderwijzeressen, voor het overgroote deel van onkerkelij'ken huize, en wat idaar alles opehb, aar kwam is verbij'sterend. Het is gebleken, dat tal van fijn gieLoiletteerde „damjetjes" wel een korfbal, maar slechts bij' uitzondering eeia bioiefc of krant in de hand namen, en dat de oiVeirblijfseleln v; ah het vroegere onderwijl op school zoozeer waren verstaiolten, dat velen op de taeest eenvouidige vragen (waar ligt Java? — wat is de hoofdstad vah. Noord-Holland? ) heit antwoord schuldig bleven.

Dommer dan deze vermaakjagenide menschen kunnen de „kerfcelijfeen" in geen geval wezen. Ja, ik zou thans gerust een vergelijkend onderzoek aandurven tussclien hen, „die niet weten, hoe een kerk er van 'binnen uitziet", en de meelevendel leden der genieente va|a Christus.

Bedenk vooral, oml u een duidelijk' beeld vam den vooruitgaing in beschaving bij de „kerkelijken" te vormen, dat sinidS een kwart eeuw het getal detd intellectueelen zoodanig is gegroeid, dat allerwegiej christelijke Mulo'-scholen, gyminasia en hoogereburgerscholen moesten woirden gebouwd'. De christelijke burgerschool in Amisterdam kan de leerlingen (meer daJn 400) nauwelijks bergen. De „kerkelijken" zien bijna dagelijks toenem'en in hun rijen de mannen - en Vrouwen van stuldie en vorming, doktoren, aldvocaten, leeraars, ..schrijvers, en hier en daar steekt zelfs het hoofd op een „begenadigde", 'die het altaar der kunst bedient en wiens genialel kracht ons zelfs door de „wereld" wordt benijd.

Wanneer mjen ons, als beschavingSmenschen, |het recht van mleespreken ontzegt, wijteen wij, niet miet trots, maar met dankbaarheid, haar onze langzaam opbloedehde weteiischap (ik noe-ni nu alleen het physiologisch laboratorium in Amsterdam, dat zelfs in het buitenlanid de opmerkzaamheid trekL), en vrageln, of het „denicend"' deel o'nzer natie éénmlan heeft, die in de schaiduw van den grooten calvinisltreformator. Dr. Kjuyper, kan staan.

Om dus te weten wat de gesLadi'ge vermeerdetrihg aan intelleatueele kracht voor invloed' beeft op onze verhouding tot het beschavingsterrein; , waarvoor wij tha|ns bijteoniderlijk de aandacht vragen, namelij'k de moidemte letterkunide, kunnen we niet verstandiger doien dan eerst bij! .d© officieele inrichtin, gen van christelijk oniderwijs op informatie uit te gaah. i

Worden de leerlingen op deze instituten opzettelijk met de nieuwe, door .velen^ zoo gevreesde!^ letterkunde in aanraking gebracht?

Ik neem' als voorbeeld een boekje, dat op tal •yiato. positief-christelijke inrichtingen als leiddraaid bij' de b'ehataideling der letterkunide gebruikt wordt, de werkelijk' mooi eh soms boeiend geschreveni „Historische Schets van de Nederlandse h e L e 11 e r k u hd e", door Dr. C. G. N. V o o y s', eeh boekje', dat blijkbaar in de heele Nederlandr sche schoolwereld opgang gemkakt Üeeft, daar het reeds in tienlden druk verscheen.

Reeds spreekt voor zichzelf het feit, dat niën op christelijke institul'en ia een opvoedkundig zóó teer en gewichtigi vaji' ©en leiddraad kiesit, welkisi schrijver in niets laat merken, dat hij een posi'üef christeh is.

Maar de inhoud vah dit aantreMtelijke boekje spreekt hog mieer.

Zoo ziet ge hier dan, dat van de 192 bladzijden niet minider Idan 60, 'dat is bijina één derde, gewijd; worden aan 1de letterkundige beweging, die miet „De Nieuwe Gids" is begohnen, en Jdat de namen van Emants, Kloosi, Van Eeden, Verwey, de. Meester, ' Coupeirus, AUetrino', .Vah Dieyssel en Coenen, niet alleen wordeni genoemid, maar dat o-ok hun persoon eh werk beknopt, niaar volledig, wo-rdt besproken.

Door dit werkje komt d© discipeil van het christelijk ohderw'ijs in oontacit miet al de voorvechters, diè in de letterkundige revolutie van, '80 zondem vrees, helaas, niet zonider blaam; ! da verouderda letterkundige cultuurwereld hebben aangetast jen te|n deele afgebroken.

Tot op zekere ho; ogte kan een in kennis brengte'n van diOn orthodo'X opgegroeiden leerling met de school van '80 bij' ö, iet één normaal denkend christen kritische Verwonjdemg wekken, het zou beslist s een gaping' in de cultureiele opjvoeiding zijn, w, anneer onze kmldenaa van efen z'óó duidelijk IJijdperfcmakendJe beweginig werlden onkun'dig gelaten, maar wat wel eenigermate tot verwonidering aanleiding kan geven, ook bij' dela ruimi voelenden opvpeder, is het feit, dat in deze handleiding pok' ide voornaamste geschriften der modernen W'Orden gekarakteriseerd |en ten deele begeerlijk gemiaald, en vooral, dat de leerling hier 'in aanraiking Jcbimt miet boeken, die zelfs de „pajganist" aarzelen zal in zijn huiskamer op de tafel te laten liggen, als daar zijn: „Studie^ naar het haakt model" van Frans Nefcscher, „Marthaj de Bruin" van A. R. van Groeningen, „Kamiertjeszonden" en „Diamalntstaid" van Heyermans, „Levensgang" van iQuerido-, ^, Geertje" van Johan de Meester, „Die Berg van Licht" van Louis Couperus; , „Hartstocht" van Jeanne Reymelse van Stuwe-, en „Inwijding" van Marcellus Emauts.

Hier staat metn voor eieia feit, dat iwel even fot nadenken stemt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1920

De Reformatie | 8 Pagina's

Moderne letterkunde en Christelijke opvoefling.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1920

De Reformatie | 8 Pagina's