GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Evangelisatie en Reclame.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evangelisatie en Reclame.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evanigelisatie en Reclame bebooien in het geheel niet bij elkaar zoo vult miiSscihien m'enig lezer den titel van mijh artikel aan. Evangelisatie en Heclame — wat een monsterverbond! zoO' valt welliicbt een ander uit. Ik herinner mij eens een© predikatie gehoord 1; e hebben over Jesaja 42 : 2, waarin de prediker nadrukkelijk bietO'Ogd'e, dat het Evangelie de reclame versmaadt. En bet schijnt ook Z'O'O'n stuitende ciomibinaiti'e. Toch wil ik ondaiïfcs dit alles bet wagen, de stelling te verdedigen: o'k de reclame bebO'Ort in idienSt giesteld te worden van het koninkrijk Crodls.

Voor alles ^s bet 'echter noodig, dat wij ons eene juiste gedachte vO'rmien van wat eigenlijk „reclame" is. Voor m'Cnigeien is reclame ongeveeir zoo hetzelfde als humbug. Het is dwaze grootspraak, zoo al niet ^bewust bedrog. En nu bestaat er wel aanleiding voor deze m-eening. In Amerika is ©ens bij' 'een daartoe ingesteld onderzoek geconstateerd, boe in één jaar tijds 364.000 gevallen yan oneerlijke reclame war'en voorgekomen. Als nien zelf een piaar maal de dupe van zulk een bedrog is geworden, is m'cn licht geneigd, alle reclaiOie als zwendel te beschouwen. Ook waar geen biadrog in bet spel is, ziet men lin alle reclame eenen aanslag O'P de beurs, eens geestig geityp'eerd in 'de woorden: „Hier bin ioh! 'raus mit dem Geldl" (Hier ben ik', geef opi uw geldl)

Toch is de'ze nai'Cve opvattingv van dej reclame niet te han-dhaven. Stomd inderdaad de zaak fcoo, dan zO'U niet alleen in de evangelisatie geen reclame mogen aangewend wo'rdfen, maar evenmin zou de christen er in den handel en in öe po-Utiek gebïuifc van mogen m^alcen. Ook in zijn bedrijf beeft de christen te staan naar , alles wat waarachtig is, liefelijk is en-welluidt. Maar de meest nauwgezette eerlij'kbeid verbinidellt toch volstrekt bet maken van reclame niet.

De reclame beeft bij' bet publiek ©enen kwaden naanx, omdat 'de oneerlij'ke koopman eerder het nut van reclame vo> oir zijne zaak heeft begrepein dan de eerlij'ke. Dit heeft echter mteit het w-ezen der reclame niets uit te staan. Iem.and heeft reclame alduis gedefinieerd: „Rieclame is bet pro'oes van befcenldniaking, dat vluigger werkt dan de mo'ndelinge meidedeeling." Minister Aalberse dlrukte het alzoo uit: „Reclame is suggereeren, d'wingen tot zien." Wanneer wij alzoo inzien, dat reclame niet amdeüs is dan een proces van bekendmaking; , idan is alle bezwaar vervallen hi'ervan ook' in den arbeid der evangelisatie gebruik te maken.

Toch nieit! hoof ik mij door eenen bezwaarden leizier anJtwO'Orden. Al is peolame ©en geoorloofd gebruik in den handel en in de pobtiek, van bet heilig erf der kerk moeiten dergelijke triviale praotijfcen geweerd blijven. Het evangelie is ©r 'te heilig voor. Het beeft eene innerlijke kracht, die all© reolame kan ontberen en in alle stilte doorwerk!

Dit standpunt schijnt zoo aanlokkelijk. In heit stille goidsjgebouw in gewijde taal spreken van de heilige dingen: „Ver van het aardis'öb gewoel zoeken wij Ui" Maar noabtanS is dit standpunt niet recht. Het heilig levangelie is bestemld voor onheilige zo-ndajcen. Het is niet d!e roeping dea< kerk, om in deftjg© hoogheid buiten het leven te staan. Jezus wilde wel m^et de 2; , oin|danen éten om ze izoo onder Zijnen gezegenidien invloed te bremgen. De kracht der, Scibriftgeleerden lag i|n de ideftige pose, die zij innamen, de kracht van Jezius in Zijn innerlijke pers'OonUj'kbeiid.

Het is dan ook on'befcenidheid mtet bet werke'lijkle leven, te meenien, dat de Evangelis.atie bet zonder reclame naar buiten kan stellen. Immers, bet is niet naar den m'ensöh. Als nu de dingen, die wél naar den menscb zijln, ©en'© rustelooze reclame jiiel kunnen ontberen, boe ziou d'an. de arbeid der evangelisatie er buiten kunnen? Hoe is de reclame niet in gebi-uik gienom'en door ; den dienst der zonde?

In Duitschland verschijnen eenige bladen, schier uitsluitend gevuld met diubibelzinnigie advertenties met onziede'üjk. doel. Hier bee.ft de zomd© op all© denk'bare wijzen van de advertentie-reclame gebruik gemaakt. En boe beeft mien in di'enst van theater, biosco'Opj, cabaret en < ? afé niet licht en kleur geëxploiteerd. Aan bet, sitation van een groot© stad duwt men u van verschillende zijde bilj-etjes in de hand: hier kunt ge lekker ©ten en daar vindt gij eene uitstekende gelegenheid voor een pikant pleiziertje. Maar wie wijtet u den weg naar de kerk? Op de markt kwam eens ©en van buiten gökomen Gereformeerde mij vragen, waar hij'ter kerk m'oest gaan. Hij wist niet waar eene Gereform'eerde kerk stond), maar wel W'aar hij den straatpre'diker kon vinden. Voioral tegen - de zonidige cultuur in de groote steden staat' de kerk zoo zwak en zoo „weltfremd".

In de allereerste plaats mo-et natuurlijk ieder Christen een wandiel'einide reclame zijn. Niet dat die

reclame in eenie' wittie das en eenen Jiootgeln. cylinder of een fcerkboek als een langen turf zou moeten bestaan. Geen ohristelijfee pose, maar een blijmoedig gelaat, ieenie Gon-TOirsatie, waarin tniet klaagtonen o vier het weer, ide belajsting en de Bolsjewiki schering en in'slag zijn, ©en giebed; iïi de restauratie; waar bet pas geeft: een vrijimoeidig getuigenis en vooral een cbristelijfce wandel.

Zulk eene ongekunsteMe reclame moet er ook uitgaan van bet cbristelijk gezin. De chi'istelijte buiskamer moet een eigen cachet vertoonen., waaraan men bemerkt in eene an^dere omgevittg te zijn.

Ik bedoel volstreklt niel, dat ze smafceloosi yoligebainigien moet zijn met teksten. Maar is er in de cbristelijke huiskamer niet zoo iets, waaraian bemerkt: ze wordit geheiligd door hel Woord Godp en door bet gebed?

Men kan ook iedere kerk een stille reclame noev men voor bet christendom. In menig modern dorp is de oude kerk nog een.stomiDue getuige van dte' godtevrucht der vaderen. Als een kerk ér uitziet als een pakhuis^ zal dat zeker niet strekken om bet publiek eenen .hioogen dunk te geven van de daarbinnen beoefende godsvrucht. Praal en pracht m'oeten worden vermeden, maar daarom behoeft een vervelooze deur en een groezelige ruit nog ndeft te getuigen: , , be(, komt er niet'oip aan". Wij' zouden daardoor weinig eerbied toonen voor di^^n God, Die ook bet gras des veldp met ^choonbeid beeft bekleed.

Toch kam de Evangeliisatie mot deze onop'zettelijke reclame niet volstaan. Zij' biedoell toch met bet evangelie den zondaar in den weg te tredeln. Zij' wil op het publiek terrein van de wereld met de zonde een strijd aanbinden om de menschenziel. Waar vooral jn de staid duiziend vangarmen van zonide zich uitstrekkien naar den mensch, daaj wil zij de banjd ter redding uitsteken. Van de stad geldt: „De zonde li, gt aajn die deur", maar ook: „Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop." Van diein kloppeniden Heiland hebben wij dienaars te zijln.

Natuurlijk moet die reclamie niel in strijd zijn met ide waardigheid van biet' Evangebe. Er moet niets in zijh van het: |„Doet uw voordeel", waarbij de hamdelaar bedoelt: „doet' mijn voordeel". Alle humbug moet vermeden, bet moei zuiver zijn: „doelmatige, bekemdlmakinjg". Soherbelid ais hier en op alle giebied doeltreöender dan bontheid. Voor goed© reclamie is kennis noodiig; . Minister Aalbers© heeft eens gezegd: „Reclame is toegepaste volkspsychologie". Zoo bezien schuilt er in haar dan ook niets onwaardigs en vemedereinds meer.

In het algemeen kan men izeggetn, dat openluchtsamenkomsten, lichtbeeldenvoorstellingen, zingen op straten en pleinen, opeinbare vergaderingen, lüetratuur en traktaatverspreiding, behooren tot het begrip „reclame", in den ruimsten zin genomen. Maar in dit artikel denk ik meer aan reclame in engeren zin, namelijk bekendmaking door middel van de pers, den boekhandel en de openibare aankondigingen. Over elk va|n dezei'vormen een kort woord.

De Pers. Uit djen aardi dier zaak denk ik bierbijl niet aan de christeüijte, maar laan de neutrale of politieke tegen ons overstaandie pers. Het beeft mij' steeds verbaasd, dat van onzie zijde zoo weinig gebruik gemaakt is van da piers. De advertentie^ kolommen bieden ons eene tribume, waar wij' voor duizenden kunnem spreken. In de biereerste plaats denk ik aan onze vergaderingiein. In Amsterdam hebben wij' eens een avond geadverteerd in „Het Volk" (Hooldorgaan üer S. D. A. P.) en eens in „De Courant" (bijlblad van „De Telegraaf"). Bij deze pogingen hadiden wij succes. Naar ik melen arbeidt ook de Zending .onder de Joden op deze wijke. Men voorkomt dan tevens, dal de zaaJ of bet EvanigeJisatiejgeibouw geheel gevuld' is ^iiet een kerkpubliek. Ach, wat zijn door het kerkje-spelen al een evangelisaties verongelukt! In een Amerikaansch blajd zag ik ©ensi in een Zaterdagavondnumimer ©ene groote advertentie: „Go to Church to morrow!" (ga morgen naar de kerk!). „Aanzien doet gedenken", geldt hier.

In de tweediQ plaats moeten iwij de niet-obristebjke pers gebruiken voor de aanbeveling van onze lectuur. Mien zal wel eerder onze apologetische lectuur koopen, waar die 'Kaufmannisch wordt aangeboden, dan dat men die koopt van ©en colporteur of aan ©ene bijibeltent. Waars obijnlijk zal financieel zulk ©ene reclame niet rendeeren, maar uit evangeliseerend oogpunt onjgetwijleld. In de derde plaats kunnen wij die pers gebniiken voor bet plaatsen van korte uitspraken bij' wijKe van adverjjentie. Hier moet zorg-vuldig gekozen worden. Men kan een woord uit de Scbrilt Meizen. Maar ook in de socialistische pieai. en liter'aluur b.v. komen dikwijls merkwaardig© uillatinigen voor — bewijzen van onbewuste Godsbeboeftie — waarop wij de aandacht moeten vestigen. Hel is ongetwijfeld ©ene groot© tacüsche fout geweest steeds te loeren op uitspraken, waarin socialisten hunne gods vijandschap uit^ spraken om die in triompb ('treurig, maar waar!) de menischen voor te houden: „Zie je, zoO' snood zijn die socialisten nu!" Was het niet veel meer in den geest van bet Evang: eli© gehanideld, de vinger te leggen bij' de citaljen, waarin het menschenhart zijn innerlijk© onvrede eïi zijn onrustig-zijn naar - God uilspre-ekt?

De Boekhandel. In Hamburg voerde de leider der MiddeRiaühtaenjding aldaar mij naar elem boekwinfceltje miet Sohundliteratuur. En daar wiees hiji mij' met troiijs aan, hoe tusschen die schanda^ romannetjes ook uitgaven lagien der Middernachtr zending. Hij voelde, dat bet niet voldoende was', zijn© uitgaven verkrijgbaar te Sitellen aaai het bureau der Middernachtzending, maar geltroosttei zich de grootste m'oeitei zijn© lectuur daar te brengen, waar ze ondier bet o'og| .kwamen van degenen, voor wie zij in de allereerste plaats waren bestemid. Ook op idit gebied iaf tin Holland .nog veel te doen, denk bijv. slechts aan de kiosken op straal en op de Btations, ^ de lectuur in wachtfcam'ers etc.

De Openbare Aankondigingen. Hierbij' zijn twee vormen: bet aanplakbiljet en het , uifgeredilrte biljet. Hat laatete is natuurlijk ook bij ons bekend. Aanplakbiljetten worden biei' echter weinig in het belajnig dei Evangelisatie benut. In Zwolle was men gewo^on voor het Evangielisatielofcaal der Geref. Kerk op. ©en boven de deur .aangebraobt bord het onderwerp) bekend t© maken. Een zeker aanbevelenswaardig© miöthode! De middernachtzending in Hamburg beschikt over peer goede reclam^ebiljetten, waaiopj steeds baar symbool voorkomt: „Een vuist, die een brandenden fakkel opheft". Deze publieke aankondigingen .kunnen echter meer ten doel hebben, dan enkel ^een© - vergaderinig bekend maiken. Ze kunnen ©ene kernachtige gedachte onder ld© menschen brengen. In „Het Zoeklicht" .kwam onlangs het volgende stukje voor:

De voUcen — geldloos. De schulden — talloos. De regeeringen — radelooSi. — De belastingen — einidelooB. De politiek' — karakterloos. D'S zeden — teugeloos. De zwiendielarijj —• grenzeloo'S. De vooi*uitzichten — ilroostelooia, en dat alles omdat dfe tijd is — gaddeloos. , ;

Iets in dezen geest zou ongetwijfeld inslaain, .

Een biji23onder6 voi-rn in de Lichtnedame. Stel u voor, dajt b.v. op De Dam' voor de Zaterdagavon4wanidelaars opblikt: „Ga morgen naaï de kerk!" Och, dat geeft toch ni©ts> ziegt teen lezer. D'at achijint zoo. Maar het schijnt ookl zoo, dat reclam© voor Van Houten's .cacao b.v. op het drinken daarvan geen invloed heeft. Het leven leert echter anders!

Zoo is er opi idiit terrein nog 'veel t© doen. Ook van de reclame mioet gelden bet S'ChrifIwoord: „Al­ les moet Hem eeren!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

Evangelisatie en Reclame.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's