GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De aanval van Dr. Visscher.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De aanval van Dr. Visscher.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Prot yisscher stelt iu zyii jongste brochure 'niet alleen Dr II. H. Kuyper, maar ook da Gereformeerde Korkc'n in staat ran beschuldiging. De invloed van den lijdgeest zou openbaar woeden in (Ie houding, welke in onze kfiingen wordt aange-'nomen tegenover de Schrift, e«n houding, die zich met o'nze belijdenisschriften jiiet ; , 7, 5.9Ui.m^ti; vy6rce'nigsn.

Onbegrijpelijk is het, dat dit juist dodr'Dr'Visscher wordt geschreven, die-in i zijn bokende oratie natu' veler e'u ook naar ons gevoelen den .Gereformeerden weg (.'naar wij hoopten. tij'Selijk) vetliet en. een. zijpad i'nsloeg.

In deze brochure zien wij dan ook niet anders Ua'n een poging om weer het Gereformeerde evenwicht te hale'n. Ze slaat, o.i. weer to ver naar den a'ndcron kant door.

De scheeve spil waaróm de brochui'e draait is doze dat daan'n een zaak vOJi tekstonderzoek wordt vcrwro'ngen en opgeblazen tot een kwestie \an Schriftkritieir

Het verwarren tusschen tekstonderzoek en Schriftkritiek maakt hij gemakkelijk, door te Ijevvere'n, dat studio van den tekst altijd deze schaduwzijde heeft, < iat zij ee'n koelheid en onverschilligheid in de hand werkt, die voor deii teederen eerbied jegens de Schrift hiet bevorderlijk is. De Scliriften Gods boeten alzoo iets vali don glans iin, dien zij' oorspronkelijk voor hem (de'n theoloog) hadden.”

Hiertegen nu protesteerden wü' ïïiei allen nadruk.

Tot ons leedwezen moesten we deze aftik'elenreeks eenige malen onderbreken.

Wij hopen (haar nu echbeï oin, a|g'ebrokeh tot het slot te kunnen vervolgen.

Inmiddels hebben we het o-ngerief van het 'herhaald uitstellen voor onze lezers zooveel mogelijk weggenomen door een b'reede inhoudsopgave' van de vorige .artikelen.

Prof. Visscher dan legt onzen kerkten ten laste, dat zij Schriftcritiek in (haar midden dulden.

Want de uitlatingen van Dr H. H. Kuyper, die volgens hem in onze kringen niet op; zichzelf staan, beschouwt hij als Schriftcritiek.

Moet ik bewij'z'en, dat dit werkelijk' zijh opvatting is?

Nadat hij' vermeld h'eeft, hoe Prof. Kuyper over het slot van Markus denkt, vervolgt hij: Spreekt hier nu nog iets van den eerbiedigen schroom voor de Heilige Schrift als Gods onfeilbaar Woord ? Om van de moeilijkheden zich te verlossen, wordt eenvoudig de schaar ter (hand genomen en het lastige brokstuk uitgeknipt. De gemakkelijkheid, waarmede dit geschiedt, (het vanzelf spïekende, . dat er in dooirstraalt, •wijst op' eene verhouding tegenover de Schrift, op eene mentaliteit tegenover haar, die geheel versdliilt van hetgeen biji de vaderen treft. En dit wordt nog erger na de mog maar zwakke, zachte aanmerking, die ik maakte, in het tweede artikei in „D-e Heraut" van 20 Februaxi '21, dat als bijlage werd opgenomien aan het slot van dit vlugschrift. Heeft het wegsnijden van het geheele sloit van het Marous Evangelie en de verwerpinig daarvan als „onecht"' iets te maken met de luchthartig a; mgevoeïde kwestie of Mozes zijln eigen dood heeft kunnen beschrijven, of de Spreuken van Salomo alle van dezen koning zijh, of de Psalmen alle van Diavid en de Hebreen .brief van Paulus, of Rom:16:22 van Tertius en Joh. 20. van den ap.ostel of van diens leerling-is? Natuuilijk'eW.ii^f& iich het feit', dat' een ..uit: belijdènis-ooig'punt ZOO' ige-wichtig oordeel; als 'dér'lonecihtverldaïing van een groot deel van Marcus XVI, zioo gen^iakkelij'k wordt - toegepast, zonder dat er blijkbaar' een zweem-van besef is, dat' daarmede toch eene' daad woi'dt verricht, die voox het Gereformeerd bewustzijn niet bepaald zónder bezwaar is, wij'st zooal niet terstond op een algeheele oim2; ettingi in de verhouding tegenover de Schrift, dan toch oip een ontleedere ste'm'mi'ng, die niet igedragen wordt doorreen indachtige inspiratie des geloofs, veeleer door een skepsis, die gewoonlijk de (geestdrift doodt. Daaïbij komt, dat wa, t ernu ook van dit slot moge zijh, 'het is toA reeds van de vroegste'tijden af als deel van het Marcusevainigeliie beschouwd. Die skep!tische verhouding tegenover de Heilige Schrift is een verklaarbaar, maar daarom niet zonder meer te aanvaarden ver schijnsel des tijds, dat ook in Gereformeerde kringen inwerkt. Ik ben van oordeel, , dat hiertegen behoort gewaarscihuwd te worden" (bl. 8 9).

En op; bl. 10 wordt dit nog aldus aangedikt:

„Meer dan ooit hebben in onze dagen de Gereformeerde theologen toe te zien, dat zij' op geenerlei wijize 'medeWefken , aan de onderm, iji0in; g van het gelioof in de Heilige Scihrift. Het schirappen van het slot van (het Marcus-'evang; elite als „onecht" is een voorbeeld, dat navolgers kan vinden ook met betrekking tot andere gedeelten. Bovendien het beginsel beslist. Ook hier geldt het spreekwoord, dat de eerste stap' het moeilijkst, maar ook in zijne oonsequenlies het gevaaxlij'kst is. Een pïecedent te scheppen is daarom zoo gevaarlijk, •ottndat men dan nimmer weet, waar het einde is. Als het de Heilige Schrift gieldt, klemt dit te meer. Immers op het igebied, der Scjhriftcritiek is men ook niet begonnen met het negatieve resultaat, , waarmede men eindigde. Van kleine opératies kwam het oiok hier tot steeds grootere, diep ingrijpende. En er is geen enkele grond om te meenen, dat het bij de Gerefofrmeerclen anders zou gaan.”

Ook deze uitspïaak van Dr Visscher is "te m^arkant om haar niet even aan te stippen: „En om daar nu af te komen (n.l van de. schijinbare tegenstrij^digheden in de Schrift) neemt Dr Kuyper de Cirttische schaar ter hand om eene operatie op het corpus scripturae' te voltrekken", (bl. 18).

Men ziet, hoe op; al deze plaatsen Prof. Kuyper aan de kaak wojrdt.geBteld als de. m.an msjt de kritische schaar.

Zijn eerbied vooï-^de-Schrift is-zóö'-gierihg, dait als hij-iets niet rijmen kan, hij-met het grootste gemak tot operatie' overgaat.

Wat hij' ten opS; ichte: van het slot van Markus hestojnd, kan hij' evQïgoed op ^andere Schriftgedeelten pïobeeren.

De Schriftkritiek, heeft; --IEIJ^JQ^^I^ kerken in beginsel 'haar intrede gedaan.

„Dat beg: i: nsel beslist.”

Men moet er zich op voorbereid houden, dat onze geleerden er Jn het vervolg niet voor zullen terugdeinzen ota - al wat uit de Schrift niet-in hun Icraam te p-^s komt, eenvoudig over boord te werpien.

De kritische schaaÖifciiÉènmaal aan het wejikgezet.

Zij - zal niet rusten.

De , aankla, cht kon moeilijk ernstiger luiden.

- Daarom - moet, vóór wijS verder over deze zaak spreken, ons deze verzekering van het hart: indien deze aanlclacht ook maar voor de helft waarheid bevatte, dan zou „De Reformatie" onverwijld de zijde van Dr, Visscher kiezen.

Diain ziouden wij het opnemen tegen wien ook.

. Wij' zouden o-nder de eersten zijn om voor het gezag van heel de Schrift en elk harer deelen — ik 'herhaal: van elk' harer deelen. Dr Visscher gelieve hiervan--jiQt, a-. te .nemen.- op te komen.

Onze hoogachting voor eé'iiig persoon zou het tooeten afleggen tegen onze liefde voor de Schrift.

Wij! zullen het'no'oit gedoogën, dat er, oinder welk voorwendsel ook, aan de Schrift W'Ordt getornd.

'Maar, en dit voeg ik er in één adem bij, wij zouden bij' deze verdediging van het Sc(hriftgezag Prof. Kuyper in de voorhoede vinden.

Het is een publiek gehpimi, dat hij' de vragen, die 'Op de Synode van-Leeuw-arden aan Ds Netelenbos gesteld zijn en, waarbij het Schriftgezag de inzet was, geoo-nci-pieerd heeft.

Hij' heeft - immer op de bres gestaan voor de autoriteit van Gods Woord.

Dat alleen 'moest voldoende zijn offi; -'^ff0-'? BvSr-.. tuiging te wekken, dait hij' en in verband met [hem ook onze kerken, valsch worden beschuldigd.

Indien ik in 'zijh meenüi; g aangaande het slot van Markus maar eenigszins Sichrif tkritiek zou zien, ik 'zO'U het openlijk zeggen.

Te meer, omdat ik tegenover-dit vraagstuk een ander standpunt meen te moeten innemen dan hij. Voor mij' behoort het Markus-slot wèl tot het evangelie. Ik hoop; in deze artikelenreeks daarvoor mijn gronden aan te voeren.

Maar zijn zienswijze als Schriftkritisch te bestempelen is koirtweg onverantwoordelijk.

Door te schrijven: „O'ln' van de moeilijkheden zich te verlossen wordt eenvoudig de schaar t'ér hand genomen en het lastige brokstuk uitgeknipt", misleidt prof; Visscher — zij' 't dan ook onwillens, doöt psychische' 'vertroebeling, gelijk 'wij in ons eerste artikel ipnderstelden — de' eenvo-udigen, diö van de moeilijkhieden van het tekstonderzoek--©1111, ..^ afweten.

Door het-te doen voorkomen, alsof de sfeer in onze Gerefoï'meerde kerken van kritische gevoelens is b'ezwangerd, verergert hij' de ^aak nog.

Welnu, daartegenover getuigen we 'met alle kracht: Wijl, 'Gereformeerden, hopen van God genade te ontvan'gen - om de Schriftkritiek buiten onze kerken te ho'uden en steeds op; de kerk van prof. Visscher het ; oo^ te vesten als - < »g|^p; .voorbeeld ter-waarschuwing.

HEPP.

Gemeentevergaderingen.

V.

Wij kunnen van heeler harte het organiséi^^i'i van gemeentevergaderinigen aanbevelen.

Goede resultaten .hebben wij' ervan gezien. Ze zijin in de kerk die - wij dienen een sucices geweest.

De weekdiensten werden, ' zooials schier overal, zeer weinig bezocht en voor deze, gemeenteve'rgaderingen was 'klimmende belangstelling.

Maar nu 'moet er tegen gewaakt worden, dat zij 'niet o^ntaarden en er moiet voor gezorgd worden, dat de belangstelling levendig blijft.

Daartoe zal het noodig zij'n, dat alle eenzijdigheid in het kiezen van de te 'beliandelen o-nderwerpen worde vermeden.

Wij' kunnen ons voorstellen, dat een predikant - voorliefde heeft voor de sociale vragen van den dag. Maar indien nu in een •winterperiode vier maatschappelijke - onderwerpen ziouden behandeld worden, dan kon men zeker verwachten dat-d§ze-: , vergaderingen zouden verloopen.

Ook om de volgende reden. Wanneer in bè-' '^1 trekkelijk korten tijd eenige inleidingen moeten geleverd over vraagstukken van denzelfden aard, dan zal men zich in zijn keuze moeten verbiz onderen. M'én zal' dan niet een algemeene strekking in hef betoog kunnen' leggen zonder in herhaling te vervallen. En wanneer nu speciale onderwerpen worden behandeld, zal inen noodzakeUjk moeten 'treden in vakkundige bizonderheden, die voor een wèténschapipelijk debat wel waarde hebben, maar die de belangstelling van een gemeentevergadering niet zullen kunnen gaande houden.

Rekening 'houdpnd met den zeer onderscheiden aanleg, m^et het zeer verschillend peil van ontwikkeling der vergaderden en vooral ook met hun ; ui teenl-oopende. levensverhoudingen, mag de verhandeling niet in eigenlijken zin wetenschappelijk, niet al te speciaal en evenmin slechts vo-or één kring der hoorders van beteekenis wezen.

Ook zal er tegen gewaakt moeten worden, dat bij de bespreidngen niet altijd dezelfde personen het woord voeren. Dat kan vervelend worden. Het is al eenigszins een bezwaar, dat in vele gemeenten de predikant en dus telkens dezelfde persoon de vergaderingen leidt en de toespraken houdt. Maar hierin schikt zich de gemeente - in den regel gaarne. En we zouden om zielkundige redenen dit bezwaar niet •willen ondervangen, door bij" afwisseling ook een der gemeenteleden de leiding 'of het-houden van de toespraak op te draigen.

Maar indien in elke vergadering altijd weer dezelfde persoon of personen zich doen hooren, dan moet voorkomen, dat de menschen ziöh daaraan ergeren en van lieverlee wegblijlven. Met eenigen tact kan, naar het ons voorkomt, ' dit euvel wel w-orden weggenomen.

In de gemeentevergadèringen m'oeten geen strij'dvragen aan de - orde worden gesteld, waarvan men te voren weet dat de gemeente daarover in twee kampen is verdeeld. In den regel zal dit nog meer verwijdering brengen.

Wij zien de gemeentevergadèringen niet als een instituut om geschillen in den boezem der kerk 'gerezen te beslechten. Dat 'moet, zoo noodig, langs kerkelijlken weg geschieden. De gemeentevergadiering mag nooit in de plaats treden van den kerfcera-ad lOf va-n de meerdere vergadering. Er moet niet warden gestemd. Er worden geen beslissingen genomen. Wij^ laten rusti: g de uitwerking van het gehoorde aan God over en aan de doorwerking van de goddehjke beginselen.

Een gemeente vergadering mag hiet worden 'êeh ^m souvereine, beslissende samenkomst, vanwaar de fegeering der kerk uitgaat.

Dat zou ook met het oog op het kerkverband sc-hadehjk kunnen zijn.

We hoorden dèz-er dag'en, dat een paar kleine kerken na het houden van een gemeentevergadering besloten handden oiok aan de zusters stemrecht te verleenen. 'In de gemeente die wij' dienen, is anders gehandeld. Den vorigen winter is in een geme-entevexgadering besproken de plaats der vrouw in de Kerk van Christus. Dit gaf aanleiding tot het indienen bij den ko'riceraad van een voorstel •om een commissie te. benoemen, die de rechten der - vrouw in de kerk zou bestudeeren en daaromtrent voorstellen zou doen. Velen waren daarvoor toisn warm en allicht zou dit tot maatregelen hebben geleid, die in de lijn laigen der besluiten van Brussel en Zandvoort. Maar juist om het kerkver-

baind, uit overweging dat een dei^gelijke aangelegenheid niet door ééne fcerk 'moet worden geregeld, alsof zij' alleen die ééne kerk' aangaat, is toen besloten ©en afwachtende hoiudinig aan te nemen. Het gevaar dat doof de gemeente vergaderingen independentisme gekweekt •wordt, is inderdaa< ^ niet denkbeeldijg.

De Kerk is maar niet een vereeniging, die in haar ledenvergadering met meerdeijheid van stemmen haar besluiten neemt.

Dan kan er van kerkregeering geen sptake meer zijln.

D© ^arbeid der Jsredlkanten wordt ongetwijfeld verzwaard, wanneer zij!-'geroepen .worden tot het leiden van gemeentevergaderingen.

De teAeraad moet daarmee rekening houden.

Het zou voor een opgeweld; zich geven tot dezen arbeid aanbeveling< ve'tdienen, wanneer de kerkeraad b.v. door het verschaffen van goede lectuur dit wetk verlichtte en er zijn belangstelling voor toonde.

Het is duidelijk, dat de geestelijke arbeid bij' de voorbeïeiding tot zulk een vergadering aan de gemeente ten goede móet komen.

Vöior een gemeente is tot schade als de predikant buiten zijn tijd raajct. Dan komen er p'reelcen, die ook één ol twee eeuwen geleden zóó hadden kunnen gehonden zijn.

De practijk neemt echter zioezeer velen onzer in beslag, dat voor studie te weinig tijd overblijft.

Wordt men nu geroepen zich bepaald in eenige onderwerpen in te werken, dan geeft dit geestelijk voedsel, waarvan de vrucht ook_in.de prediking niet zal uitblijven.

Er zaJS (hier en daaï wel eënif' •yëfzét - rijzen tegen wat men als een nieuwigheid beschouwt. Wij hebben dat ook wel ondervonden. Maar het is . meegievailen. Wie. aanvankelijk tegeristonden of er weJïiig voor voelden, hebben het nut ervan ingezien en zijh voorstandets geworden. Trouwens, m-en kan wel, zeggen dat de gemeentevergaderingen, zooals wij; ze bepleit hebben een nieuwigheid zijn, maar ze zijln h^t toeh wezenlijk niet.

We walgen de uitspra.ak dat ze nade#TC'ii? ï'''dép'ractijfc van het apostohsch tijdvak', toen aan de voeten der apostelen de gemeenschapsband der chri.sfenen sterk trok en mien /ich als ééne groote familie, sterkte-in , , den strijd .tegen den geest der wereld.

Het 'zJoiu geen' .gen'nge zegen zijh, "'indien mee door de gemeentevergaderingen het gemeenschapsleven in Christus' Kerk werd gestevig^^^jg.kracht naar buiten werd verhoogd.

J. G. K.

Sympathie.

Reeds: gewerdeji. ons uit alle, hoeken des lands tal van sympathie-betuigingen met onze artikelen over „Reformatorische wenschen" en inzonderheid m^et onze , , Proeve van Organisatie”.

Het is mijl niet doenlijk allen ta beantwoorden.

Laten zijl door dit st.uksk'e 'mijn hartelijken dank voor hun belangstelling aanvaarden.

Een paar lezers schreven: laat men nu niet bedillen, doch dadelijfe aan het werk gaan.

Hoezeer ik dezen spoed ook' op p'rij's stel, hoezeer ook ik een vij'and van dralen ben, behoort toch eerst opbouwende kritiek te worden afgewacht.

Dit kan niet ^anders dan voordeel brengen.

Een lezer verklaarde zich zelfs bereid tot een jaarlijksche bijdrage van f20, indien het laatste gedeelte van het geopperde plan toit uitvoer komt.

Ook dit deed mijl aangenaam aan.

Evenwel moet ik opmerken, dat dit bwten mij'n bedoeling ligt.

Wordt de aangewezen, weg gevolgd, dari zorgen ; de kerken voor deze gelden en kan onze broeder zijn bijdrage aan zijn plaatselijke kerk afdragen.

Dan — m.oge deze ideeën of betere niet te veel tijd, n0odig> hebhen om wortel te. schjieten!

Verhetering.

In onze driestreep' „PijhHjk" kwam een drukfout vo'or., welke ons betoog misschien voor menigeen onbegrijpelijk heeft gemaakt.

Men las daar: „En wat de pijhlijkheid nog verergerde, was wel, dat hij uit eigener-beweging te kennen gaf, dat hij' 'zich niet meer met de leer der Gereformeerde kerken kon vereenigen" enz.

Uit eig'ener beweging moest zijh: niet eigener beweging.

Dus juist het tegienoivergeslelde.

Iets verder staat er: , , ik ben het wel eens met •uw belijdenis, maar niet met de oipvatting ervan". Men verandere: de opvatting, in: uw opvatting.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

De aanval van Dr. Visscher.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1921

De Reformatie | 8 Pagina's