GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de school der wijsbegeerte.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de school der wijsbegeerte.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vader van het moderne pessimisme.

I.

„De leer van den denker komt er weinig op aan, want elk wijsgeer kan zich vergissen; wat meer waarde heeft dan elk systeem is de zielewaarde van den denker zelf".

Alzoo schreef Nietzsche in een beoordeeling van Schopenhauer, wiens bewonderaar en discipel hij (in zijn eerste periode) was.

Het klin'kt als een wonderspreuk, en wij denken onwillekeurig aan het woord van den Heere Jezus, die een scherp^ onderscheid maakte tussdhen de

leer en den persoon vian den Farizeër, zeggende: Doet naar hun woorden en niet naar hun werken. De ervjaring bewijst, dat iemand drager en verkondiger 'kjan zijn Tan een leer, die buiten zijn hart en persoonlijkheid omgaat.

Ook in de filosofie.

Maar er is een groot verschil tusschen |het drager en s e he p p e r zijn van een leer.

Een „nieuwe"' wereldbeschouwing vindt men niet ergens als een goudmijn. Ze groeit uit de ziel v, an den mensch als een vrucht uit den boom, of (om Schopenhauer's eigen beeld te gebruiken) als een kind uit den moederschoot, en daarom is zulk een filosofie ook, in zekeren zin, het uitgedrukte beeld v, an zijn persoonlij'kheid.

En wat was nu hier Jtet orginieel van den afdruk?

Arthur Schopenhauer was van Hollandschen bloede. Hij stamt uit een voorname koopmansfamilie, die in de 18de eeuw Y& K Holland naar Dantzig verhuisde. Door zijn afkomst was hij eenigszins eii'elijk belast in de richting van melancholie en waanzin. Zijn grootmoeder en twee van zijn ooms. waren krankzinnig, eu' zijn vader heeft zich in een vlaag van zwaarmoedigheid verdronken.

Arthur had van jongsaf een dispositie (aanleg) voor melancholische waangedachten. Hij zag alom gevaren, was mensohenschuw, stopte voorwerpen van waarde diep' weg, uit angst, dat ze zouden gestolen worden. Hij durfde zich niet door een vreemde te laten scheren; dronk opi reis uit een leeren beker, uit vrees voor besmetting, en wilde nooit op een "iDovierihluis slalp'en, gedaohtig aan brandgevaar.

Aan hem schijnt bewaarheid de onderstelling (door Schopenhauer zelf uitgedacht), dat een kind van zijn vader erft den wil en van zijn moeder het verstand.

Van zijn vader h!ad hij het ongebreidelde, onstuimige, soms woeste, willen; van zijn moeder, Johanna Trosiener (een levensdorstige, vroolijke, .fantasierijke, vrouw), de visioenaire helderheid van gedachten en de geestigheid.

In 1788 werd Arthur, geboren. Op een Vrijdag, hetgeen de filosoof altijd als een kwaad teek'en heeft beschouwd.

Zijn vader zond hem al vroeg, voor zijn opvoeding, naar Frankfurt, waar toentertijd de revolutiestormen reeds begonnen te waaien. Hij was er tegen, dat zijn zoon een wetensohapipelijke loop'baan zou kiezen, en, om hem van het studie-ideaal los te maken, nam hüj het ventje (15 jaar oudi) mee op een reis door Europa.

Arthur werd in Zwitserland geboeid door de geheimzinnige majesteit der natuur. Ontroerd stond hij aan den voet van den Mont-Blanc, die hem later het beeld zou zijn van het genie, dat door het „wiaaiheidslicht" wordt ontsluierd.

Ook onderging hij op deze reis de ontroering van het „wereldlijden". In Toulón zag hij 6000 galeiboeven, en dit schouwspiel gaf zijn ziel een schok tot pessimistisch nadenken.

Teruggekeerd van zijn tocht, zou de opleiding .tot koopman beginnen. Maar niet lang zetelde de vroegrijpe jongeling op de fcaiUtoorKruk. Zijn vader stierf den tragischen dood door zelfmoord, en de moeder verhuisde naar Weimar, waar Goethe's zon in het zenith straalt: Arthur bedelde zoolang tot zijn moeder hem eindelijk vrijheid tot studie gaf. Het werd hoog tijd, dat hij uit zijtn omgeving vrij kwam, want hij gaf zich dusdanig aan uitspattingen over, dat zijn gezondheid begon te kwijnen.

De studiegang bracht een openbaring.

Wel werd Arthur (kenmerikend voor zijn karakter), wegens bijtende spotliedjes op de leeraren, van het gymnasium te iGotha weggejaagd, maax in het leeren maakte hij schitterende vorderingen. In de helft van den geraamden tijd volbracht hij de gymnasiale studie. Op 21-jarigen leeftijd werd hij student in Göttingen. Hij was toen reeds een „overtuigde" pessimist.

„Het leven is een mislijk ding", zei hij, „itó zal het mijne besteden, om er over na te denken."

Wonderlijk veelzijdig ontplooide zich' zijn talent. Hij drong diep door in de klassieke talen, studeerde scheikunde, sterrenüi'unde, zielkunde. PiLatot en Kant leidden hem in-in de school der wijsbegeerte.

Hij koos beshst voor het laatste vaJk'.

In 1813 (dus 25 jaar oud) promoveerde hij in Jeria, met een proefschrift, waarin hij reeds de grondlijnen gaf van zijn stelsel.

In Weimar, bij zijn moeder inwonende, ontmoet de jonge filosofische doctor den beroemden Goethe; Goethe merkt in hem opi „scherpzinnige eigenzinnigheid" en oordeelt treffend: „Ik vind hem geistreich, voorts wil ik liever over hem zwijgen".

Schopenhauer's oordeel over Goethe was enkel roem. Hij komt zóó in vervoering, da, t hij aan het slot van een brief de schandelijk profane woorden schreef: „Goethe's naam zij geprezen in eeuwigheid". '

Met zijn moeder raakte de „scherpizinnige eigenzinnige" in tragisch conflict. Eerlijkheid gebiedt om te zeggen, dlat de schuld niet bij den jzooh alléén lag. i

Arthur maakte zijn moeder het leven zwaar door zijn criticasterij en bezorgde haar meermalen door zijn wangedrag slapelooze nachten, maar het was er dan ook soms een „moeder" naar! Zelfzuchtig van karakter, behaagziek, leefde ze als een „vroolijk weeuwtje" boven haar stand en koesterde zich in haar roem als romanschrijfster. Toen Arthur haar zijn dissertatie bracht, werd ze jaloersch opi zijn geleerdheid en gaf hem het tergend bescheid: , , Dit papier is goed voor de kruidenierswinkel", waarop de zoon antwoordde: „Men zal mijn boeken nog lezen als de uwe opi den rommelzoldei^ niet meer te vinden zijn".

Van nu af leefde de filosoof opi-zichzelf. Hij' verliet zijn moeder en zuster (Adèle), om ze nooit weer te zien.

In Dresden, waar hij van 1814—1818 in een vriendenkringetje (dat hem den karakteristieken bijnaam Jupiter tonans, d'.i. de donderende Jupiter, gaf) betrekkelijk genoeglijke jaren doorbracht, ontstond zijn hoofdwerk: „De wereld als wil en voorstelling".

„Dit werk", zegt hij zelf, „is de vrucht van mijn leven; ik geloof niet, dat ik ooit iets beters tot stand zal brengen". En dan citeert hij een uit­ 61 heid bevat: „In den mensch worden tot aan zijn 30ste, hoogstens tot zijn 35ste, alle gedachten opgewekt, die hij in staa.t is voort te brengen. Al wat hij later levert is steeds slechts ontwikkeling van het voorafgaande".

Voor Schopenhauer is dit de werkelijkheid geweest. In het genoemde hoofdwerk, dat hij vóór zijn BOste jaar schreef, geeft hij zij(n filosofie, ia zelfstandigheid kompleet! —

Nu volgde een zwerftocht door Itahë. In Venetië had de pessimist een liefdesavontuur, niet het eerste en ook niet h'et laatste! Maar, hoewel onstuimig verliefd, brak hij de betrekking af, omdat hij de mededinging vreesde van... Byron, die daar in Venetië (ook al in strijd met zijn pessimisme) een dolzinnig en losbandig leven leidde.

Twee jaar later Vestigt Schopenhauer zich in-Berlijn als privaat-docent 'aan de universiteit. HeJ was een brood-kwestie. Finantiëele nood dreef hem. Zijn professoraat was een tragische mislukking. De colleges konden, wegens gebrek aan deelnemers, niet doorgaan.

Omtrent de oorzaak van deze schipbreuk heeft men allerlei vermoedens geopperd. Het meest waarschijnlijk is wel, dat Schopenhauer zijn colleges hield op dezelfde uren als zijn (latere) aartsvijand Hegel, bij wien htet storm liep. Meegewerkt heeft echter'ook het feit, dat hij alleen zijn eigen systeeM wilde voordragen en de tijd voor dit pessimisme nog niet rijp' was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

In de school der wijsbegeerte.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's