GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jacob Israël ds Haan. †

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jacob Israël ds Haan. †

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Allerwege is de moord, de vorige week te Jeruzalem gepleegd op Mr Jacob Israël de Haan, aanleiding geworden tot persbeschouwing over zijn persoon en arbeid. Vooral ook buitenla.ndsche en speciaal-Joodsche bladen hebben ' gewezen op de bijzondere beteekenis, die deze Nederlanider heeft gehad, en op het verlies, dat „de orthodoxe Jodenheid" (ik neem dezen term over uit een Joodscli blad) door dezen moord heeft geleden. Ook ten aanzien van de Haan geldt weer, wat met zoovele beteekenende figuren is geschied, eerst met zijn dood eigenlijk is de belangstelling gekomen voor wat hij beoogde en deed, is de erkenning gekomen va'n zijn beteekenis en kracht. Nu, enkele dagen na den moord, 'kunnen we uit de verschillende persartikelen een bijna volledig beeld ons vormen van dezen man, waar te voren dikwijls alleen eenzijdige meeningen te hooren waren. • Onze lezers hebben van die persbeschouwing allicht kennis genomen. In ons blad van de vorige week werd er iets uit overgenomen. En da.n hebben ze gezien, dat 'de Haan rechtsgeleerde len journalist van ei'kende bekwaamheid, maar ook

dichter was. En 't is vooral in deze laatste hoedanigheid, dat hij thans onze aandacht verdient.

Wat de Haan in de eerste plaats teétende, was zijn ongehoorde felheid tegen alles wat hem verkeerd scheen. In woord en daad was hij een gevaarlijk en daardoor invloedrijk tegenstander, 't Is uit allerlei artikelen gebleken, hoe hij den strijd heeft aangebonden tegen de verwording van het Zionisme, dat, meer en meer ook' een politieke be^ .weging geworden, tot allerlei excessen voerde en de andersdenkende Joden te Jeruzalem bemoeilijkte. Zelfs heeft hij, naar het „Handelsblad" citeerde uit de „Daily Mail", zich het odium verworven „de kampioen te zijn van de zaak der ware Joden, de onvervalschte, orthodoxe belijders van hun godsdienst". (Juist daardoor is de gedachte aan een politieken moord gewettigd.) Door velen gehaat, geboycot als professor aan de Universiteit te Jeruzalem, . herhaaldelijk beleedigd en bedreigd, ten slotte vermoord, is deze man inderdaad geworden, wat een der Engelsche bladen hem noemde „een martelaar". Maar dan toch niet van. z'n beginsel alleen, maar ook van z'n heftig temperament, van „z'n vlijmscherp intellect".

Dat oostersche temperament nu beheerschte ook z'n dichtwerk. Gevormd in de school van iVan Deyssel en naturalist dus in den aanvang, werd Èij gaandeweg een individualist, gedreven cloor de passie van z'n oosterschen aanleg. Zoo kwam er een sterk emotie-element in z'n kunst, die, helgekleurd, ongebonden ook in den vorm, met rauwe eerlijkheid al de heftigheid van z'n gemoed bloot legde. Zoo mateloos als hij was in z'n vervloekingen over de. vervolgers van z'n geloofsgenoofen, , (zie li.v. z'n boekje „In Russische gevangenissen", na een reis door Rusland geschreven) zoo grenzenloos was z'n smart over vroegere zonden, over z'n onwaardigheid in de .herinnering aan den zegen van z'n vader en de gebeden van z'n moeder (, , Het Joodsche Lied"). Dat blijft wel de waaide van z'n literairen arbeid, het eigene, dat de heftige bewogenheid van gemoed reflecteert. Daarom is ook „het Joodsche lied" z'n beste werk geworden, want daarin leeft z'n verleden in gewijde herinnering en z'n heden in worsteling en strijd. In z'n weemoedige zangen over den Joodschen f eest-cyclus is hij de dichter van het Jodendom, meer dan iemand anders, in de soms. hel-contrasleerende en plotseling opbruisende tonen van hartstocht, haat, wraak, • strijd-woede, vervloeking van anderen en zichzelf is hij de echte oosterling. Het lijn-voelende jongetje uit „Het Huisje aan de Sloot" is als dichter van het Joodsche lied geworden de door het leven hard gemaakte, cynische denker, die teleurgesteld is in anderen en ziohzielf.

Een tweede eigenschap van de Haan, die in 't bijzonder als rechtsgeleerde hem kenmerkte, was z'n" hechten aan de waarde der significa, Ide lieteekenisleer, die zich er op .toelegt de juiste verhouding te treffen tusschen 'het woord en 'de beleekende zaak. Z'n proefschrift over Rechtskundige significa, z'n oratie, waarmede hij als privaat-docent aan de Amsterdamsche Universiteit optrad, „Wezen en Taak der rechtskundige significa", verschillende artikelen en verhandelingen, spreken daarvan. Ook deze eigenschap komt ten goede aan z'n kunst, want, zooals Borel heeft aangetoiond in „Het Vaderlanid", z'n taal is daardoor van een verrassende ])egripszuiverheid geworden, levend en eigen. In dit opzicht vooral zijn altijd merkwaardig geweest (Ie rake, geestige brieven, die hij. als correspon-< lent van het „Handelsblad" aan z'n krant schreef. De bloemlezing daaruit, als deze naam goed is, die onder den titel „Jeruzalem" verscheen, |kan daarvan een indruk geven. Dichterlijke visie en meestersoha.p over de taal maken dat boekje, 't welk we al eens eerder in „De Reformatie" bespraken, tot een sprekende proeve.van de Haan's talent. In hem waren de dichter en de journalist harmonisch samengegroeid.

Volledigheidshalve noemen we nog z'n bundels „Libertijnsche liederen" en „Kwatrijnen", die, vóór „het Joodsche Lied" geschreven, daardoor in de schaduw zijn gesteld, . en z'n geruchtmakende .artikelen in de oorlogsjaren over het pogen der Duitsche juristen, om de zaak van Dnitschland's recht juridisch te bepleiten.

In al zijn werk is hij alzooi dezelfde: hettig-emotioneel, scherp-belijnd, sterk-critisch; tegenstrijdige eigenschappen als men ze op zichzelf beschouwt, maar in Jacob Israël de Haan met z'n oostersch temperament, z'n hechten aan de significa, iz"n „vlijmschei-p" intellect inderdaad tot een eenheid geworden.

Daardoor heeft hij als jurist uitgeblonken, had z'n literaire arbeid een bijzondere waarde, had z'n strijden voor de orthodoxe Jodenheid buitengewone kraicht — daardoor misschien ook is hij het slachtoffer geworden van een fanatieken moordenaaj".

Na schrift. Die heer Wi. W. H. te 's'Gravenliage vraagt mij het adres van uitgave van Sabbe's boekje „Een Mei van Vroomheid". Dat is C. J. A. van ]> i3hoeck, Bnssum.

Van L. E. S. te G. ontving ik in Vriendelijkeji dank fl.— voor Alice Nahon.

De heer J. J. Leijs te Amsterdam schreef mij een brief naar aanleiding van m'n verklaring van den titel „Zantekoorn", in de bespreking van dat boek. Mijn verklaring „nalezing van wat op den akker was blijven liggen" rectificeert hij in zooverre, dat meer de nadruk vallen moet op bijeenbrengen van wat v e r-spreid op den akker ligt, dan op naderhand samenlezen. Ook t ij d e n s het maaien wordt in Vlaanderen het zante-koorn „geraapt". De aren, waar nog stroo aan zil, worden bijeen gezameld tot een bosje, een zante. En dus beteekent „zante-koorn", koren, dat van hier en daar op het veld is samengeraapt, waar liet is blijven liggen. De beteekenis is dus ruimer dan nalezing alleen.

Voor deze rectificatie zeg ik den heer L. dank.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juli 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Jacob Israël ds Haan. †

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juli 1924

De Reformatie | 8 Pagina's