GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verdediging onnoodig.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verdediging onnoodig.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het handhaven van het, besluit onzer Redattie om geen ingezonden stukken inzake „de kwestie" te plaatsen, van welken a^rd die ook mogen zijn, brengt de Redaktie zelf weleens in ongelegenheid. Biji wijze van uitzondering hebben wij al eens .aan een „Predikantsvronw" het woord gegeven, maar voegden er dadelijk bij, dat het bij deze ééne uitzondering nu ook moest blij'ven.

Onder de vele stukken, welke" wij sindsdien ontvingen, trok er één onze bijzondere aandacht en wij' gevoelen het als een-zekere strengheid, dat wijl ook dit moeten weigeren.

De inzenders — ik kan hun namen wel noemen, het zijn de broeders H. Hart en R. D'ekfcer — komen daarin op voor de eer van hun predikant, .Ds W. Breukelaar van Zaandam, die in zeker blad per ingezonden stuk met laster werd beladen.

Dat deze bro^eders met zooveel warmte opkomen voor hun predikant, doet ons öpj zichzelf al goed. Hoe dikwijls wordt er niet geredeneerd: onze dominee is zelf mans genoeg om zich te verdedigen, wij' 'zullen voor hem de kastanjes maar niet uit het vuur halen!

Deze 'broeders denken - er echter anders over.

Daarom reeds is hun geste ons sympiathiek.

De beschuldigingen tegen Ds Breukelaar in'dat ingezonden stuk geuit, komen voornam'elijt hierop neer, dat Ds Breukelaar er zicli op zou hebben beroemd, dat hij het is geweest, die het proces-Geelkerken in goede banen heeft geleid, aan hem kwam 95 van de 100 pCt. eer toe. Ook 'zoiu Ds Breukelaar vier jaar geleden reeds op de (Classis Haarlem hebben verklaard „als het in Amsterdam-Zuid rijp is, dan zullen iwij i daar eens het mes inzetten".

De beschuldiger Mtóei)*''2ich'''*d'aSvO'ór hoofdzakelijk op persoonlijk© gesprekken, welke hij m-et Ds Br. voerde. Van een deel dier persoonlijke gesprekken waren de broeders Hart en Dekker getuigen. Zij moesten konstateeren, dat de mededeelingen van den aanklager bezijiden de waarheid waren. Daarom zonde^n zij' terwille van den naam van hun predikant een logenstraffing naar het blad, dat den laster had helpen verbreiden. Het blad weigert het echter. Het plaatst wel een mak stukje, waarin den beschuldiger verweten wordt, dat hij veel te ver is gegaan en daarvoor zijn excuses heeft aan te bieden. Maar tevens een stukje, dat aldus eindigt: of D'S Br. moet het ingezonden stuk' voldoende weerleggen, óf wij weten dan nu wat wiji aan de mannen hebben, die zich in deze treurige zaak zoo verdienstelijk (? ) hebben gemaakt"'. De B.edaktie vindt deze opmerking „volkomen ad rem".

Nu is het o zoo begrijipelijk, dat de broeders Hart en Dekker zich tot ons blad wenden, opdat wij hen in de gelegenheid stellen htm predikant te verdedigen.

En toch Wij' meenen ook voor hen ons besluit niet buiten werking te mogen stellen, te meer ook, omdat bij; ons de regel geldt geen stukken, welke elders in de pers geweigerd zijn, plaatsing te geven, een regel, waaraan wij ook tegenover dat blad, zoolang het nog eenigszins mogelijk is, wensehen vast te houden.

De tijd zou kunnen komen, dat wij O'US besluit moeten herzien.

Doch wij hopen dit niet.

In elk geval is daarvoor o'.i. thans het oogenblik nog niet aangebroken.

Want hoe staat het met deze kwestie? Het geldt hier niet ©en predikant, die bij' ons Gereformeerde volk niet zoo bekend is. Ds Breuelaar staat niet alleen in Zaandam, maar in heel ereformeerd Nede^rland door in de harten geboekt als een van onze uitnemendste mannen, die geurende bijna 40 jaren m©t zelfopO'fferenden ijver ichzelf voor de zaak des Heeren gegeven heeft.

Zou men 'denken, dat zulk ©en man, algemeen hooggewaardeerd, door het eerste het beste lasterlijike stukje ook maar iets van de achting van ons Gereformeerde volk zou verliezen? Och, kom!

• Laten de broeders zich' daarover geen oogenblifc ongerust maken!

Ofschoon *wjj' het in hen loven, dat zij hun dominee willen verdedigen, achten wij' zulk een verdediging onnoodig.

Do persoon van Ds Breukelaar is de beste verdediging.

Als hij niet op de sommatie van dat blad ingaat — wat ons om meer dan één" reden het verstandigst toeschijnt — zal niemand dat verkeerd uitleggen, tenzij dan zij die pasmunt moeten hebben tegen de Asser Synode.

Bovendien is er den laatsten ti|d al zooveel laster' verspreid, dat ons volk er zoo langzamerhand immuun voor wordt.

Ook lijkt het ons daarom te meer niet wensohelijk hun stuk op te nemen, omdat daarin eenige malen de naam van den beschuldiger voorkomt en wij' dien liefst willen verzwij'gen, ook al heeft hijzelf zijn aanklacht voluit onderte'e'kend.

Informaties over hem luiden, dat hij' reeds meermalen in sterk overspannen geestestoestand verkeerde - meer zeggen wij er niet van - en dat m zijn omgeving gevreesd wordt, dat dit ook nu het geval is.

Er is moer reden om deernis jegens hem aan den dag te leggen dan om hem met naam en toenaam aan gns Gereformeerde volk als lasteraar voor te stellen.

Wij' wensehen barmhartiger jegens dezen beklagenswaardige te zijn dan het blad, dat zijn stuk. opnam.

Moeten de persmanieren van dat blad dan niet eens worden gesignaleerd? Blijkens het ingezonden; stuk van de broeders Hart en 'Dekker voorzie ik deze vraag.

Wat zullen jyij daarvan zeggen? Wij vertrouwen, dat, wanneer dat blad de pe^ riode der rustige bezinning is ingetreden, het deze zijn handelwijze zelf wel betreuren zal. Misschien zal onze weigering van hun stuk de broeders toch teleurstellen.

Toch zullen zij na deze breede motiveering onze beslissing wel kunnen billijken.

Nog eens: wij achten hun verdediging onnoodig.

Als een kind in zijln onnoozelheid een handvoj aarde tegen het Witte Huis te Washington werpt, in de meening het daardoor zwart te kunnen maken, , zal m.en toch geen apologie houden om te bewijzen, dat het Witte Huis heusch wel wit is?

Men zal niet eens de moeite nemen, dat kluitje klei te verwijderen.

De eerste regenbui zal zich daarmee wel belasten.

Ook hier behoeft men z'ich geen zórg te geven.

Niet alleen in ons natuurlijke, maar ook in ons geestelijke klimaat laten de regenbuitjes niet lang op zich wachten.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Verdediging onnoodig.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1926

De Reformatie | 8 Pagina's