GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Iets over Dominees en Psycho-analyse.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets over Dominees en Psycho-analyse.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dezer dagen kreeg ik. in handen een werkje van ^\^ Duntzel: Die Psycho^aualyse und ihre seelsorgerliche Verwertung. Het is een geschriftje van 83 bladzijden, uitgegeven te Göttingen, Vandenhoeck & lUiprecht, 1926.

Het boekje, waarvan hierboven de titel staat, is hcelemaal voor de dominees. Maar ik kreeg het ter leen vtm oen dokter.

ü zult zeggen: dat pleit voor de alzijdigheid van dien dokter en de dominee kan zich dat complimentje aan het adres van den medicus in omgekeerde richting voor gezegd houden. Het is mogelijk, goede lieden, het is mogelijk. Maar als ik een woordje zeggen mag, dat gewichtig genoeg klinkt voor een krant en tegelijk een poging is tot herwinning van de reputatie, dat die dokter niet de eenige is van ons beiden, die de wereld met eenigen wil tot waarneming inkijkt, dan zou het dit, woordje zijn: dit kleine voorvalletje is, lioewel geen teeken dan toch een tcekening dos tijds.

En daar heb ik meteen mijn aanloopje voor dit artikel.

Ik zei: het boekje is een domineesboekje. Men zegt, dat zielzorg speciaal de taak der do: minees is; wat daaiTan zij, feit is, dat hun ambt doorgaans wordt in stand gehouden ook door velen, die hun eigen onbetaalde rekeningen bij den dominee indienen; en speciaal het terrein van de zielzorg kent vele insolventen onder alle, ook niettheologische, volk. Dus wordt er weinig aan zielzorg gedaan door dezulken, wien dit werk wel het allereerst aangaat, zeg b.v. een vader en een moeder en een man en een vrouw en nog wel de een of ander daartoe. En met te meer klem wordt mi betoogd, dat een goeie dominee een zielzorger moet zijn. Zelfs in een weekblad, dat zich gereformeerd noemt, heeft onlangs iemand den schoenen naam van , .pastor", hetwelk is, overgezet zijndo, „herder", losgemaakt van het „leeren" der dominees, en tusschen het loeren en het zielzorgoefenen een zekere tegenstelling gemaakt. Het mocht dan tegen het formulier van bevestiging eenigszins ingaan, maar allereerst is dat formulier oud, en bovendien drukte dit blad uit, wat bijna ieder denkt, wat ook menig herder-leeraar of herder-en-leeraar bij zichzelf denkt. Dus: de zielzorg is een voornaam, ja, speciaal, hootdsluk van der dominees ambt en roeping. En — dit boekje gaat over zielzorg.

Voorts: het is geschreven door een dominee: Pfarrer Buntzel. Het is opgenomen in de Praktisch-the oio.gi s ch e Handbibliothcek; en dat is daii weer een reeks van lei-draden voor de „kerkelijke" praxis. Ook verzorgt een bekend preekkundig en mensch-kundig hoogleeraar in de theologie deze reeks: ik bedoel Fr. Niebergall van Marburg.

Derhalve: het is voor de dominees.

; \laar een dokter, en nog wel een, die momenteel geen tijd had voor uitstapjes naar geestelijk vergelegen landen, heeft het mij geleend; en, onder ons gezegd, ik had het nog niet bemerkt.

Waarom is dit een teekening des tijds?

Aan den eenen kant kunnen we uit dit kleine voorval een afbeelding zien van het feit, dat de theologische studie den tijd wel achter zich mag zien afgesloten, waarin zij de behandeling van de zielzorg kon doen geschieden aan de hand van theologische werkjes en oraties over de pastoraalbrieven, zijnde vruchten van t h e o p n e u s t i e, en voorts over de ideeën van Achelis, Oosterzee en huns gelijken, als zijnde min of meer geslaagde proeven van wijsheid uit het terrein van de gemeene verlichting der kerk. Ach ja, het leven is tegenwoordig echt moeilijk. Wie kan nog thuis raken op zijn terrein? Hij heeft geen terrein en geen thuis heeft, wie met de wetenschap tegenwoordig te doen krijgt. Het is de wraak der tijden, die zich oplegt: eenerzijds heeft men zich gedwongen, al meer zich te specialiseeren, zóó erg, dat men menschen krijgt, die op een bepaald studieveld van groote geleerdheid worden, doch op andere gebieden van denken en ervaring soms een mal figuur niet vermogen niet te slaan. Zoo komt-er óp dal scluikaanjagende geslacht der specialisten, zeer in trek, doch aan een paard gelijk; een paard, dat door „toom en gebit" zoo weinig in bedwang genomen iDehoeft te zijn, omdat het oogkleppen, d.w.z. toomen der toornen en breidels der breidels, heeft, het arme beest. Maar anderzijds lacht het leven zelf bij den dag schriller en sohrikkelijker om de idee der specialisatie. Een studie tot handreiking van den man van dezen en dien van gene faculteit is tegenwoordig altijd actueel. Want de theoloog kan niet buiten den psycholoog en niet buiten den medicus en niet buiten heel wat andere menschen meer. Omgekeerd kunnen zij niet buiten hem. Het oog van de theologische en het oor vafl de medische en de voet van de wijsgeerige faculteit — ze kunnen niet meer zeggen: ik heb u niet noodig!

Aan den anderen kant dringt het leven zelf ons wel de zekerheid op, dat we ons werk niet meer alleen af kunnen. Rustige families doen het dagelijksche werk met den kleinen kring af, don intiemeii kring der huisgenooten en der oude of jonge sloof. Maar als 't schoonmaak is, komt de werkster van buiten, en als er een geboorte of een begrafenis is, wordt ook van buiten bijgestaan. In de wetenschap nu is het den laatsten tijd altijd groote

schooannaak en altijd geboorte - en altijd begrafenis en altijd boelhuis. En nu weet men er wel alles van.

Daar hebben we b.v. de zielzorg...

Vat, zoo zou men vroeger gevraagd hebben, wat heeft een dokter een dominee te loeren voor het huisbezoek? Nu ja, voor het ziekenbezoek zou de geneesheer den zieleherder nog wel iets kunnen vertellen; zoo kon men in het afgetrokkene nog wel redeneeren; al kwam er dan ook zelfs van die redeneering niet veel terecht, omdat de meeste dokters nu eenmaal den dominee aan het ziekbed nog meer een hinderpaal achtten, dan de physiek gezonde gemeenteleden van ZWEW een wrijfpaal hadden gemaakt. Maar — al mocht de dotter een dominee een wenk kunnen geven voor de .behandeling van zieken , — dit kwam dsai meer voor als maatregel om den dokter niet te hinderen in zijn lichamelijke praestaties, dan wel als hulpmiddel voor de .geestelijke bearbeiding van den zieke door zijn predikant-zielzorger.

door zijn predikant-zielzorger. Maar hoe zijn de tijden veranderd!

Maar hoe zijn de tijden veranderd! De medicus van bepaalde richting heeft den dominee een goed woord toe te spreken, naar hij zelf verzekert, juist voor de gewone bearbeiding van het lid der kerk. Voor de catechisaties, voor de prediking, voor het vertrouwelijk gesprek met wie in zonden zijn gevallen, voor het geestelijk . contact met de jeugd, ja, voor bijna alles, wat tot het terrein der kerkelijke zielzorg behoiort, is de geneesheer van bepaalde richting er als de kippen hij om - den dominee te instrueeren.

En met name geldt dit dan van den psychoanalyticus.

De psycho-analyse is sedert ongeveer 20 jaar een zeer" moeilijk en interessant-_punt van bespreking geweest. Wat die wetenschap" wil kan ik eigen-lijk niet gemakkelijk hier zeggen. Grrondige bespreking vraagt veel grooter ruimte dan ik thans in beslag kan nemen. En — ons blad moet op de huiskamertafel kunnen blijven liggen. Reeds deze overweging verbiedt een breede toelichting, omdat daarbij uit het sexueele leven wel zoioveel voor den dag zou moeten komen, dat men in menig gezin dit artikel zou onltrekken aan de oogen der kinderen.

Ik neem dus met enkele losse aanduidingen genoegen.

De psychot-analyse - - waaraan vooral de naam van Sigmund Freud verbonden is — legt een van haar voornaamste stellingen ons voor, wanneer zij beweert, dat van het leven der menschelijke' ziel de verschijnselen hun verklaring behoeven, en hun oorzaak moeten aangewezen vinden, ook in die gevallen, waarin tot nu toe van eenige poging tot verklaring en vaji een naspeuren van de wet der cao-saliteit werd afgezien. Ons droomleven, onze plotselinge invallen, onze onwillekeurige gezegden, de ineens opdoemende beelden uit de herinnering van een oud verleden, - en zoo heel veel meer; bet heeft alles zijn oorzaak en noodwendigheid'; en wie van toevalligheden spreekt, spreekt op de oppervlakkigste'manier, zoo opent de psycho-analytische school den aanval. B.v. dingen, die in ons bewuste leven eens een plaats hebben ingenomen, zinken vervolgens weer tot onder den drempel van het bewuste leven in het duistere diep van ons onder-bewustzijn weg. Later duiken zij dan weer daaruit op; ze lijken voor ons zelf iets, dat geheel nieuw is, maar in wezen zijn ze oud; slechts omdat ze teruggedrongen werden rekenden we er niet mee. Reeds hiermee is de noodzakelijkheid gegeven, om te rekenen met de mogelijkheid, neen, om vast te stellen de noodzakelijkheid, dat er „iets achter zit" bij al wat ik heden doe. .Ia, zóó sterk is de invloed van dit onderbewuste leven op het bewuste, dat erkend moet worden, dat de groote beslissingen in ons leven niet door ons bewuste leven worden beheerscht en genomen, doch in het onderbewuste leven worden voorbereid en ook tot rijpheid gebracht, zoolang de mensch zelf nog zonder hooge zelfcritiek en zonder zelfanalyse leeft. Wanneer hij de naïviteit op zij zet en in de diepten van het onderbewuste zieleleven een blik 'werpt, dan kan hij met de critiek van zijn waaJcbewustzijn wel eenigermate correctie aanbrengen in de bewegingen waartoe zijn zieleleven kwam, maar geheel , en al zichzelf doorgronden en de werking van het onderbewuste levensbezit op zijn 'bewustzijn negeeren, — dat kan hij' niet. Zóó sterk kan de vorming van gedachten-complexen in ons onbewuste leven zich doen gelden, dat een „tweede ik" in ons opstaat, een tweede persoonlijkheid, die soms optreedt en de gewone verdringt. Een heel andere mensch staat dan op; en de gewone is niet meer te herkennen zelfs. En zoo' liggen de conclusies voor het grijpen. Wat ik „vergeten" noem, is niet een lijdelijk kwijtraken van voorstellingen, doch er zit wel degelijk een actieve daad in van mijzelf: immers, onze persoonlijkheid dringt onaangename, pijnlijke ervaringen terug; ze worden door ons zelf weggeduwd tot onder de oppiervlakte van ons onderbewuste leven; dat ze in die duistere voorraadskamer zijn binnengekomen, is dus evenmin toeval, als dat ze la, ter zicli wreken en weer bovenkomen om mee te helpen in de reeks van factoren, die ónze gedragingen bepalen ieder oogenblik.

K.-S.

Correspondentie. Omdat enkele bronnen, rakende de geschiedenis van de G. S. B., mij later bereikten dan ik gehoopt had, kan ik deze week niet mijn vervolgartikel over de Gereformeerde Studentenbeweging geven.

K. S.

voort, ondanks haar armoede, een bewusten Zendingsarbeid op Italiaansehen grond. Van de grenzen van Frankrijk tot aan den zuidoosthoek van Sicilië is ieder deel van 't land door 't licht des Evangelies aangeraakt. Kerken zijn er in Milaan, Venetië, Florence, Rome, Palermo en 50 andere steden en plaatsen gesticht, waarbij nog 70—100 standplaatsen voor prediking komen.

Aldus de , , Ref. Schweizer Zeitung". Kn hoe is de geestelijke gesteldheid dier kerken? Goede oriënteering zou veel waard zijn.

Herleving van hei Germaansche Heidendom.

In "VVeenen Ijestaat een germaansche godsdienstgemeenschap, welker leden streng naar den oud-germaanschen Ritus leven, Wodan, Baldur, Freia en de andere oud-germaansche Goden aanbidden en een heiligen eik in den Prater hebben. De leden behooren voor 't grootste deel tot de intellektueelen, een barer leiders, die tegelijkertijd als priester fungeert, is een bekend Weensch hoogleeraar in de Medicijnen.

„Christ. Vloeit."

Kommeutaar overbodig!

HEPP.

Niettegenstaande ik er onlangs op kon wijzen, dat er in de Angelsaksische wereld stemmen opgaan, die waarschuwen toch niet te veel wereldconferenties te houden, mede vanwege de groote kosten en het groot tijdverlies, dat zulke vergaderingen onwillekeurig medebrengen, ontvingen onze kerken al weer een uitnoodiging uit Engeland deel te willen nemen aan een wereldconferentie te Glasgow, te houden van den Uden tot den 15den .luni 1928. Dit jaar zal er, bij welzijn, een wereldzendingsconferentie te Jeruzalem worden gehouden en voor het volgend jaar wordt nu voorbereid zulk een conferentie waarop het eenig onderwerp dat daarop behandeld zal worden de kerkelijke ƒ in an tien betreft. Het initiatief daartoe is genomen door de Internationale vereeniging voor kerkelijke finantiën. Deze vereeniging staat onder hoog patronaatschapi. Ik noem slechts den hertog van Connaught. De president is een lordschap. De secretarissen zijn twee reverends. Het hoofdkwartier is in Glasgow gevestigd. Ilot doel is door onderlinge voorlichting te komen tot een goede regeling van de finantiëele aangelegenheden der kerk, der zending en vooral van die der inboorlingen-kerken. Deze internationale ivereeniging heeft reeds ernstig studie gemaakt van dit vraagstuk. Ook wij worden uitgenoodigd een paar afgevaardigden te zenden. Iedere kerk ol vereeniging moet zelf voor de reiskosten zorgen; men kan echter op. vrij logies rekenen. De vergaderingen zullen eventueel gehouden worden in the College van de United Free Church te Glasgow, van de kerk. waarmede ook wij correspondentie onderhouden.

Tevens wordt ons verzocht, indien er onder onze menschen personen zijn, die inzake de kerkelijke finantiën een referaat zouden willen houden, hun namen te noemen. Oofe zullen zeer welkom zijn lieden, die wel niet als gedelegeerden zijn aangewezen, maar die op eigen initiatief zouden willen gaan.

Een vo'orloopig programma geeft enkele niet onbelangrijke onderwerpen aan ter bespreking, als: Gods Geest, werkende ook op het terrein van de finantiëele aangelegenheden der kerk; het godsdienstig motief bij het geven, de goede basis voor de kerkelijke inkomsten; met het oog op' het werk der gvangelisatie, zending en den nood van sommige kerkgemeenschappen op het vasteland van Europa is het nooidig, dat de geldelijke zijde A^an dit werk de volle aandacht hebbe.

Verder zal men onder de oogen zien de varschillende manieren, waarop de kerk haar noodige inkomsten verkreeg efl. wordt reeds van tevoren het feit geconstateerd, dat de vroegere methoden niet meer dienstig zijn voor den tegenwoordigen tijd. Zoo zal besproken worden het systeem weltelijks vrijwillig bij te dragen voor kerk en zending, enz. En onder anderen ook: hoe men de predikanten zal oefenen om met geldelijke zaken vertrouwd te raken, ('t Schijnt met hen ook al overal zoo ongeveer gelijk te staan: als ze geld hebben dan schijnt men vooral predikanten te moeten leeren hoe ze het niet kwijt zullen raken; en als ze het niet hebben en daarbij geringe salarissen, hoe ze daarmee toch rond zullen komen. Inderdaad een echt , angelsaksische en derhalve voor de praktijk dienstige conferentie belooft die te Glasgow te worden). Naast dat onderricht aian de predikanten wil men dan ook nog refer& eren over de beste methode om de andere ambtsdragers in deze richting te trainen.

Ik noemde eenige onderwerpen.

De gemeenschappelijke excursie aan het einde zal ook in Glasgow niet worden vergeten.

Wij mogen niet zoozeer voldaan zijn over de wijze waarop de geldelijke aangelegenheden in onze kerken worden geregeld, dat wij zeggen: Glasgow kan ons niets leeren; doch wij mogen daarover toch wel zóó denken, dat wij aannemen, dat men op deze komende wereldconferentie, nog wel iets, misschien zelfs veel, van ons zou kunnen leeren.

Ook niet officieel afgevaardigden zijn welkom! Hier is dan iets te doen ten bate van Gods koninkrijk voor onze speciahteiten op het terrein der kerkelijke finantiën.

Het Comité voor deze conferentie telt zeer vele leden, vooral uit de Engelsche kerken; daaronder tref ik geen namen aan van 'leden uit de Free Church; the Original Secession Church; the Calvinistic Methodist Church ol AVales. Wei uit de „staande kerken" van Engeland en ychotland, en uit onderscheiden „dissenter" kerken. Verder zijn daarin vertegenwoordigd kerken uit Zuid-Afrika., West-Afrika, ïndië, Australië, Canalda, De Vereenigde Staten, Argentinië, Zwitserland, Frankrijk, Nieuw-Zeeland. Gen. A. R. Ophorst van Amsterdam ia de eenigste Nederlander, die daarin zitting heeft. Uit Duitschland, Centraal-Europa en de iScandinavische rijken vond ik geen vertegenwoordiger in het Comité.

Een ieder las wel over het rassenvraagstuk in de Vereenigde StateUi Dit begint met steeds meer ernst en goeden wil te worden behandeld. In stede dat het blanke en het zwarte ras elkander bestrijden of ook mijden, wordt het streven steeds krachtiger elkander te dragen, dulden, ja met elkandler saam te werken. De velen van het zwarte negerras, die bij name in de zuidelijke staten, na de hoogere scholen doorloopen te hehben, hun studie voortzetten aan de universiteiten, vragen vrijen toegang tot het openbare leven. Daaruit ontstaan onder de verhoudingen, waarin nu nog het blanke ras tot het zwarte staat, velerlei'moeilijkheden en ergernissen. Dit heeft geleid tot een met ernst zoeken naar andere verhoudingen op allerlei gebied, doch vooral op die van het maatschappelijk leven. Aan 't hoofd van deze beweging staan de meer ontwikkelden. Vooral onder de lagere standen komen nog ernstige botsingen voor. De hoogere standen nemen hun dienstpersoneel veelal uit het zwarte ras. Dit is zoo ongeveer het eenige punt van aanraking tusschen het blanke en zwarte ras. Voor een vijfen-twintig jaar was de verwijdering tusschen de beide rassen nog zoO' groot, dat men kan zeggen, dat een neger, zoodra hij uitgroeide boven den stand van het dienstpersoneel en de arbeiders, niet meer in aanraking kwam met het blanke ras. Toen zei men: een blanke zegt tot een neger niet meer, dan hij acht, dat , , een neger begrijpen" kan, en een neger zegt niet meer toit een blanke, dan hij raadzaam acht, dat deze wete. Sinds ongeveer tien jaren heeft men vooral in de Zuidelijke Staten getracht hierin verandering te brengen. Daartoe is een commissie tot saamwerking gevormd. Zij bestaat uit een kleine honderd blanke en zwarte mannen en vrouwen uit den ontwikkelden stand. Eenmaal 's jaai's komen zij samen om middelen te beramen, waardoor bevorderd worde, dat de beide rassen meer met elkander in aanraking komen. In de meieste stafen van geméJngde bevolking zijn thans zulke commissies van hooger hand ingesteld, waarvan de leden een paar ipaal 's jaars samenkomen. De publieke opinie heeft daardoior aanmerkelijke wijziging ondergaan' en verschillende regeeringsmaatregelen zijn getroffen, die den negers ten goede moeten komen. Ook plaatselijk zijn dergelijke commissies ingesteld en aan 't werk gegaan, om een betere verstandhouding te bevorderen. Cursussen worden daartoe' gegeven Oiver het rassenprobleem reeds op meer dan zestig hoogere scholen.

VooTal onder de studeerenden verandert de verhouding zeer ten goiede. Aan de universiteiten in de noordelijke staten is het getal zwarte studenten niet groot en wordt met hen niet veel gerekend, ook niet als het gaat over de oplossing van 't rassenprobleem. In 't Zuiden heeft men voor beide rassen afzonderlijke hoogere scholen, doch onder leiding, veelal van de Chr. Stud. Vereenigingen, worden vaak gemeenschappelijke vergaderingen gehouden ter bespreking van genoemd vraagstuk. En dit met de meest gunstige en verrassende resultaten. Zeer vele mannen van beteekenis zijn door dit een en ander tot de overtuiging gekomen, dat het rassenprobleem in Amerika niet door de blanken alleen kan worden opgelost, maar dat daaraan beide rassen hebben te arbei< ien.

G. KEIZER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

Iets over Dominees en Psycho-analyse.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1927

De Reformatie | 8 Pagina's