GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gehoorzaamlield en bllidscbap des geloofs.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gehoorzaamlield en bllidscbap des geloofs.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In déze verbinding meen ik het best weer te geven de kern van een vraag, waartoe „een trouw lezer van De Refo-rmatie" te N. zich gedrongen voelde, niet door moeilijkheden waaropi hij in zijh denken stuitte, maar door smartelijke en benauwende ervaringen in den strijd tegen een diepingewortelde zonde.

Over die zonde zelve, zijn afwisselende worsteling daarmee en de beklemming die ze bracht over zijn leven, kan ik hier uit den aard' der zaak niet schrijven. Daarvoor is dit alles te persoonlijk en van te teederen aard. Als vrager me zijn naam en adres wil opgeven, wil ik hem daarin gaarne, naar m'n vermogen, van raad en voorlichting dienen.

Alleen haast ik me, hier al dadelijk^ op zijn moedelooze vraag, of ik oivertuigd , ben „niet in abstracto', maar uit eigen en andeirer ervaring, dat het geloof in Christus duurzaam en volkomen over-' winning en bevrijding over ziük een ingewortelde zonde kan schenken, ook als daaraan erfelijke belasting ten grondslag ligt, een zeer beslist bevestigend antwoord te geven.

250 Allien moot ik hij dal „vo-lkomen" dan oen aaiiieelieriing maken.

-Mijn antwoord ZOÜ n.l. niet IjCvestigend kunnen zijn, indien dit „volkomen" bedoeld was in zóó aljsüliilen zin, dat wie zulk een zonde overwon, nooit ofte nimmer meer doOT haar aangevociitan, laai slaan versti'ikl kon worden. Immuun wordt ook een verloste van Christus in dit leven tegen geen enkele zonde.

Ware het anders, dan zoiu de perfectionist gelijk krijgen tegenover o-nze op ''Gods Wioo'rd gegronde belijdenis' in 'Zondag 44 van Oinzen Heidelbsrger. hidien een kind van God toch van óéne zonde in (lil leven in dezen absoluten zin kon verlost w(ad('n, dat hij zeils boven alle verzoeking om liaar te begaan, verheven was, dan ware niet in te zien, waarom niet achtereenvolgens ook alle overige zonden bij hem even volstrekt overwonnen en iiilgcbannen zonden kunnen worden.

Doch dal hel zóó niet toogaal in onze heiligmaking en Overwinning van het kwaad, woirdt ons aanstonds duidelijk, als we bedenken, dat de zonde in ons, óók de nog overgebleven zonde in een kind Gods, niet bestaat in de som van allerlei zonden, maar dat ze is een centrale macht, die zich slechts in allerlei afzonderlijke ondeugden en zonden, als zooveel bizondere vormen gelden laat.

Ons hart is niet een akkcT waarop allerlei zonden als zooveel afzonderlijke onkruidplanten, elk OU een eigen wortel, opschieten, en die gereinigd woi'dt, door plant na plant, eerst de ééne en dan de andere, tot de laatste toe, uit te trekken. Het •\'in(lt zijn beeld veeleer in den éénen boom wiens sappen vergiftigd werden, en die.daarom ziek werd in eiken tak en elke twijg.

Zooals onze natuur zélve organisch bestaat, d.w.z. bestaat in de levenseenheid van een lichaam en \-an een plant, bestaat en werkt oiOik 'de zonde in liaar organisch. '

Dal is het, wat de Heilige Geest ons in de Schiift doet verstaan, als ze van de overgebleven zonde in den wedergeborene sp-reekt als van een , , mensch", den , , ouden mensch'", en wat onze Catechismus ons zoo te rechter tijd herinnert, als ze in Zondag 3H de oprechte bekeering beschrijft als de atslervjng des ouden en de opstanding des nieuwen menschen.

Rn gelijk nu de zonde, als verdorvenheid, in ons, zooals we van nature zijn, ceaitraal en. organiscli haar werking doet en haar heerijcliappij oefent — zoo zet de Heilige G-eest daar ook, in de heiligmaking, centraal en oirganisch zijn vernieuwentlen en verlossenden arbeid tegenover. Wat Hij doet is niet eerst hier en straks daai' een loot afsnijden en een 'tak afkappen — wat zoit het haten? — maar Hij grijpt ons aan in het middelpunt van ons wezen, zet daar, in het loven uit Christus, een beginsel van 'heiligheid, om dit voorts, naar de wet van geleidelijken wasdom, in heel ons zieleleven tot ontplooiing en geldigheid te brengen.

l'il dit organisch karakter van de werking der zonde en van onze vernieuwing door den Heiligen deesl, beide bepaald door het organisch beslahn van ons zieleleven, volgt, dat we nooit van esnige zonde, welke ook, in absoluten zin verlost zullen zijn, zoolang de nieuwe mensch in ons niet is gekomen tot volle gestalte, en daarmee de oude mensch gelnel is gedood en begrav^en en te 'niet gedaan.

En omdat het hiertoe, naar luid van 't Woord, hl dit leven nooit bij ons komt, zal het ons ooik niet gebeuren, dat we hier ooit, ook maar één enkele zonde in volstrekten zin te boven komen. Van elke zonde blijft de woctel, hoe diep néérgodrukl, hc.i' afgekapt en hoe geknot ook in haar macht, toch alloos nog schuilen in den bodem van ons hart. En zoo-komt de verzoeking ertoe niet op ons af, of, als we niet waken en bidden, schiet de giftige planl er weer uit ap'.

En dit geldt dan. wel het allermeest van karaktci'-, v^an hoezem-en van gewoonte-zonden. Dat zijn de kankerplekken van den boom, waarop de verdorven sappen altoos weer hét meest aanti'elïksn. Daarmee zal een kind van Goid doorgaans wel tot zijn dood toe te woTstelen hebben.

Als ik opi de vraag, die N. N. me deed, ondanks dit alles tóch bevestigend antwoord, dan doe , ik dat in dézen zin, dat de genade van ChrisUus een geloovige in dit leven wel degelijk vrerlossen kan en ook inderdaad verlost van de h ee r s ch a p^. pij . van elke, ook de diepst-ingewortelda, zonde. Ook d i t v'olgt uit het organisch karakter yan het vernieuwend werk des 'Geestes in ons. Omdat het de heerschappij der zonde breekt, breekt het_ in beginsel ook die van elke zonde, en maakt het in zijn doorwerking daarvan vrij. Dat is het wat de Apostel bedoelt, als hij zegt: , , De zonde zal over u niet heerschen, want gij zijt niet onder de wei, maar onder de genade; en als hij, sterker nog, betuigt, dat wie in. Christus is v-rijgemaakt is van de zonde en dienstbaar aan de gerechtigheid.

Nog een tweede opmerking.

M'n vrager zou de , 0'pmerking kunnen maken, dat ik met hel bovenstaande zijn vraag niet heb beantwoord.

Hij vroeg me, of ik, niet in abstr aicto, maar uit eigen en anderer ervaring, orartuigd was, dat

het geloof in Christus van élke zonde kan verlossen.

En ik beriep' me in m'n antwoord niet op^ eigen of anderer ervaring, maar enkel en alleen oip Gods Woord.

Woord. 'k Weet niet, ' of hij bij dat „in abstracto" juist dacht aa.n zidk een beroep o> p de H. Schrift. Ik hoop van niet. 't Zou den indruk maken, als gold wat hel Wpord Gods ons openbaart, hem voor minder reëel en daarom minder te vertrou-• wen dan de ervaring van den een of anderen gelO'Ovige.

En daartegen zou ik hem ernstig moeten waarschuwen. Om de majesteit en waarachtigheid der H. Schrift, die hij daarmee aantasten zoiu; en ook om hel gevaar voor zelfmisleiding, dat daarin voor hem zou liggen.

Ik weet — en de arglistigheid van ons hart maakt het, o zoo verstaanbaar — hoe licht men, vooral in een geval als 't zijne, er toe komt, naar de ervaring van geloovigen te vn-agen, om daar zichzelf aan te toetsen.

Doch bij alle waardeering voor anderer ervaring, is er 'geen gevaarlijker wijze van doien dan deze. We gaan dan, aangenomen de echtheid van beide kanten, goud met goud vergelijken, en laten den toelssteen liggen, waaraan alle goud, dat van anderen zoowel als v^an ons-zelven, zijn echtheid bewijzen moet.

Goud vergelijken met goud — 't is een al te zachte proef. En 't is juist die zachtheid, die oars, ook zonder dat we er ons van. bewust zijn, er vaak tOiC verleidt. In stilte hopen we dan, dat anderer ervaring ons troosten zal over onze eigene. Zoo ijparen we ons-zelven; maar met het risico, dat we ons rijk wanen met valsche munt.

Dat risico wilde ik N. N. niet doen loopen. Daarom liet ik alleen de Schrift spreken.

En nu nog een laatste opmerking.

Vrager spreekt van zonden, die een , , erfelijke belasting" tot grondsla.g hebben. Hij doet dat in voorband met de zonde waarmee hij zelf heeft te kampen. «

Laat me hem mogen bidden, die gedachte, om het even of ze grond heeft of niet, toch uit zijn ziel te bannen. Laat hij ze voor 't minst nooit aan het woord laten komen, als hij denkt of spreekt van de zonde waarmee hij v^ooral te worstelen heeft.

In 't algemeen wordt er met die erfelijke belasting reeds zulk een ^gevaarlijk spel gespeeld. JMaar 't wordt dubbel gevaarlijk, als we haar laten meespreken op 't stuk van eigen zonde.

Dan wil ze licht ons schuldbesef en onze veerkracht in het verzet tegen het k'waad breken. En ze kan noch onze schuld goed maken, noclr iels afdingen op den eisch onzes Gods om met de zonde van ons weg te doen.

Erfelijk belast zijn. we welbeschoiuwd .^llen: in ongerechtigheid geboren en in zonde dooT onze moeder ontvangen.

En toch....

Maar ik moet voor ditmaal eindigen.

En ik kwam aan. de eigenlijke vraag van inzender nog niet eens toe!

Laat onze lezers geduld hebben tol: een volgend nummer, zoo de Heere wil.

Een merkwaardiD oetuigenls.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Gehoorzaamlield en bllidscbap des geloofs.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's