GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Beorflanisatie, oeen reformatie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beorflanisatie, oeen reformatie.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

in deze artikelen wordt besproken het reorganisatie-rapport, ingediend bö de Synode der Ned. Herv. Kerk.

Zij hebben geen polemisch doel, maar dienen ter oriënteering van onze lezers.

En uit den naam van Commissie en Rapport, welke tfouwens overeenkomt met de opdracht, èn uit het „Meidetid woord" blükt, dat aan de zoo noodige Reformatie deï Ned. Herv. Kerk niet gedacht wordt. Reorganisatie • en Reformatie verschillen breed.

De Dordtsche Kerkenorde wenscht de Commissie zelfs niet als leiddraad. Welke bezwaren ook tegen het reglement vau' 1816 worden ingebracht, niet dit, dat de autonomie der plaatselijke kerken werd opgeheven. De grondstrulctuur ook van dit reorganisatieplan is het genootschap.

De belijdenis is volgens dit rapport niet akkoord van kerkelijke gemeenschap, maar slechts gemeenschappelijk getuigenis van de Kerk. Do Commissie wil geen bindiag aam'^ de geheele belijdenis, maar aan het centrum, aan „geest en hoofdzaak" van de belijdenis, mits deze „geest en hoofdzaak" worde omschreven.

Het stelt teleur, dat het ernstigste bezwaar tegen het reglement van 1816 in het rapport , . zelfs niet wordt genoemd, n.l. dat het lijm-eoht ingaat tegen Gods Woord. In deze voorgestelde reorganisatie werkt blijkbaar niet de drang om^ de Kerk in te richten overeenkomstig de iastelling van Christus en de apostelen.

De eerste reden tot .organisatie wordt ontleend aan een fiktie.. . de fiktie van, de volkskerk.

Als tweede reden wordt opgegeven, dat de tegenwoordige, organisatie vele misstanden en misverstandi'n heeft veroorzaakt. Het is echter de vraag, of deze bij verwerkelijking van dit plan niet zouden vermeerderen.

Do derde reden is het meest opportunistisch. De huidige organisatie biedt geen mimte om het groote-stads-probleem, enz. op té lossen. Kon daan'uor echter niet met een geringe wijziging volstaan ?

Verwoüdcring baart het, dat man zich op ethische' voormannen beroept, waar het gaat om de ontwikkeling van het klassieke Gereformeerde Kerkbegrip.

Over leerlucht wordt slechts onder de grootste reserve gesproken. Niét afwijkingen van de leer, zelfs niet excessen, maar alleen onderm ij n e n d e excessen mogen bestreden. En dan. wordt dit „bestrijden" nog zóó verzacht, dat men niet behoeft te vragen, wat er van die leertucht worden zal.

Het centrum van de belijdenis wOrdt gezocht in „de ^belijdenis van Jezus Christus, Gods eeniggeboren Zoon, onzen Heer". Zelfs de apostolischfjjeloofsbelüdems is dus als centrum' nog te breed. Allerlei richtingen kunnen dan in de Herv. Kerk worden geduld. Misschien hoopt de commissie zóó ten minste de moder-. nisten te kunnen weren. Maar ook daarmee kon zij wel eens bedrogen uitkomen.

Een ingezonden stuk van Dr J. Riemens in „Da Nederlander", tegen ons eerste artikel gericht, bood ons aanleiding het leven naar de voor onzen tijd herziene Dordtsche Kerikenorde aan te prijzen.

Uit de artikelen zelf wordt miet öitaten aangetoond, dat, indien dit ontwerp tot reorganisatie wet wordt, de Ned. Herv. Kerk haar hiérarchisch genootschappelijfc karakter blijft behouden.

Voor ditmaal wenschen wij van naderbij te bezien de gewijzigde „Proponentsformule", gelijk ze door de Commissie voor Reorganisatie wordt voorgesteld. Zij is van den volgenden inhoud:

Wij ondergeschrevenen, door de Provinciale Synode van... (of: door de Classicale Vergadering van het Waalsche Kerkressort) tot de bediening des Evangelies en der Sacramenten in de (Nederlandsche) Hervormde Kerk toegelaten, beloven in het diep besef van onze roeping, daarin met ijver én trouw t& zullen werkzaam zijn, overeenkomstig de h^ , iaselen en het karakter van de hervormde kerk hi'-i te lande, zooals 'deze uitkomen in hare belijdenisschriften, formulieren en liturgische geschriften, en mode te .arbeiden aan den bloei der (Federlandsche) Hervormde Kerk en mitsdien aan de uitbreiding van Gods Koninkrijk, met ijpvolging van alle kerkelijke verordeningen en onverminderd het recht van beroep op Gods Woord in den kerkelijken weg in zaken, de belijdenis en de kerkorde betreffende.

Wij staan er thans niet bij stil of een „Proponentsformule", hoe die ook luide, aan den eisch van het Gereformeerde kerkrecht kan beantwoorden.

We zouden dan een heele beschouwing moeten houden over het karakter van den proponent.

Voor ons is een proponent een theologisch kandidaat, of een daarmee gelijkgestelde, die door de classis praeparatoir is geëxamineerd en is toegelaten om te staan naar de bediening des Woords en der Sacramenten in onze kerken. Hij heeft - daardoor het recht verkregen om te proponeeren. Natuurlijk moet hij ook dan de belofte afleggen niets te leeren tegen Gods Woord en de drie formulieren van Eenigheid, als zijnde daarop gegrond. Maar zoodra hij een beroep heeft ontvangen, peremptoir is geëxamineerd en kerkelijk bevestigd is hij proponent af. Zijn proponentsbelofte bindt hem dan niet meer. Daarvoor treedt in de plaats het „Onderteekeningsformulier voor de Dienaren des Woords". JVIaar in de Hervormde Kerk 'blijft een predikant tot aan zijn dood, althans tot het eind van zijn bediening, aan de proponentsformule gebonden. Het minder juiste daarvan behoeven we niet opzettelijk aan te toon^n. Het springt in het oog. - -'

Het is ons evenwel bovenal om den inhoud van de' proponentsformule te doen.

Wat al strijd is daarover gevoerd.

Vergeleken bij de vroegere formuleering beteekent de thans voorgestelde zonder eenigen twijfel een vooruitgang.

Er wordt niet langer in^gevraagd, dat de proponent in geest en hoofdzaak zal instemmen met de belijdenisschriften der 'kerk.

Toch is ook nu de formuleering nog slap genoeg.

De proponenten moeten beloven te zullen arbeiden ovexeenkomstig de beginselen en het karakter der Hervormde Kerk hier te lande, , zooals deze uitkomen in hare belijdenisschriften, formulieren en liturgische geschriften.

Rekent men er nu mee, dat deze formule missoliien meer dan totnogtoe een strijdpunt kan worden in de Hervormde Kerk en dat pogingen zullen worden aangewend om door de mazen van het net heen te glippen, dan geeft de vraag pas, of de Commissie hier zonder het te bedoelen, alleen uit drang om niet te streng te formuleeren, zelf er voor gezorgd heeft, dat de mazen niet te klein zijn.

De proponenten worden gebonden aan de beginselen en het karakter der Hervormde Kerk.

Nu zou men meenen, dat die beginselen en dat karak-. ter met groote preciesheid zullen worden aangewezen.

Maar neen, er wordt alleen van gezegd, dat zij „u i t-k o m e n" in de belijdenisschriften, formulieren en litur: gische geschriften.

Uitkomen!

Het is wèl|^M: |[fi'eest rekbare woord, dat men kon bezigen.

Ik kan instemmen met beginselen, die in één of ander standaardwerk „uitkomen", zonder het met dit werk geheel eens te zijn.

Zoo kan ik verklaren, dat de beginselen, die in ICuypers werk „Van de Voleinding" uitkomen, ook de mijne zijn, teï'wijl ik toch inderdaad op menig pont van hem verschil.

Het woord „uitkomen" sluit eer voorbehoud in dan uit.

Hoeveel sterker drukt ons onderteekeningsformulier voor de Di-enaren des Woords zich uit!

Daarin moieten de predikanten onder meer verklaa'e'ii, dat zij van harte gevoelen en gelooven, „dat alle de artilaelen en stukken .der Leer, in de Belijdenis en den Catechismus der Gereformeerde Nederlandsclie Kerten begrepen, mitsgaders de Verklaring over eenige Punten der voorzeide Leer in de Nationale Synode Anno 1619 te Dordrecht gesteld, in alles met Gods Woord overeenkomen". Zij beloven derhalve, dat zij „de voorzeide leer naarstiglijk zullen leeren' engetrouw& lijk voorstaan, zouder iets 'tegen deze Leer, - , 't zij openlijk oi heimelijk, directelijk of indireotelijfc te leeren of to schrijven". . _., ..,

Dat is pas formuleeren!.

Hier wordden iverkelijk de punten op des

Hier wordt mét de grootst mogelijke voor de zuiverheid der leer gewaakt. getrouwheid

Hoe jammer, dat de Commissie dit onderteekeningsformulier ni«t tot model of • leiddraad heeft geko'zen, om niet te zeggen: onveranderd heeft overgenonic'n!

Ook al zou de proponentsformule der Commissie worden aangenomen, dan zou de ellende in de Herv. Kerk daarover opnieuw beginnen.

De Commissie zal dit ondanks baar goede bedoelin-: gen ziclizelf hebben te wijten.

Ook het slot van de formale toont zwakke steeën.

Het staat ook daarin ver bij ons onderteakeningsfoimnlier ten achter.

Het zal echter O'Unoodig zijn om daarover nog uit iffM wijden. '''ï^

Het bovenstaande levert bedenking genoeg.

Koninklijke onflerscheiflingen.

Ons blad wil niet achterwege blijven om hen ait onzen lering, wien op 31 Augustus een Koninklijke onderscheiding te beurt viel, harttlijk geluk te - wenschen. >

Het zij ons vergund enkelen met name te noemen..

Allereerst de oud-minister H. Colijn, die benoemd werd tol Minister van Staat. Hierdoor werd hem de weg geopend tot een eereplaats, die hij volkomen ver-, , ; diend heeft. Wij zijn trol^soh op hem als leider der A.-R. partij, maar zijn er nog trotsch'er op, dat hij nooit partijmeui is geweest in den belcrompen zin van het woord. Weinigen zijn zoo nationaal in merg en been, '' als hij. Iemand met zijn scherpzinnigheid, voortvarendheid ©n toewijding zal ongetwijfeld oofc als Minister van Staat zich o^nderscheiden.

Vervolgens 'denken wij aan Dr K. Dijk van 's-Gravenhage. Hij werd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassali verbeven. Aanleiding daartoe gat zeer zeker liet presidium, dat bij op de Synode te Groningen voerde. Maar dat presidium werd hem verleend om zijn verdiensten, om het groote vertrouwen, dat onze kerken in hem stelden. Wij verblijden ons over de eer, dis luj

Eindelijk zij gewag gemaakt van M? i-P-."'; fBos van Stadskanaal, Ds Verhoog van Klazie'naveen, ouderling G. van Zeggelaar van Ransdorp, goede bekenden onder ons, |, an wie ieder de onderscheiding hartelijk zal gunu'on, omdat zij haar waard zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1929

De Reformatie | 4 Pagina's

Beorflanisatie, oeen reformatie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1929

De Reformatie | 4 Pagina's