GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Gezindheid” of „kerk”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Gezindheid” of „kerk”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

hl do dagpn der Afscheiding is er vreesolijfc gesold met het „kerk-begrip". Met name de uit-©enrukking van kerk ©n kerk-iastituut heeft hier betooverend gewerkt. Precies zoo betooiverend, als Paulus het bedoelt, wanneer hij de Galatiërs vraagt, wie hen, uitzinnigen, betooverd heeft, dat ze d© waarheid ongehoorzaam zouden zijn?

D© liberale tegenstanders der Afgesoheidea'Sn hebben — een weinig van den eersten indruk' bekomen — ©en groote onzekerheid ten aanzien van het berk-begrip bij de Afgescheidenen geconstateerd. Alsof die liberalen zelf wel wisten, wat z© wüden ! Ze meenden al ©en heel ednd op weg te zijn met hun apologie, als zse constateerd©n, wat de bekende P. Boeles, in zijn dwaas boek „Over Staatsregt, Hervormd Kerkbestuur en Separatisme" tegen Groen van Prinsterer's „De Maatregelen tegen de Afg©scbeiden©n aan het Staatsregt getoetst" opmerkt, bl. 150/1:

„Zij zeggen, dat zij Gereformeerden zijn, — ook de tieer O. v. P. zegt zulks (Wz. 60); hoe echter daarmede overeenkomt, de bijzonderheid, dat sommigen 'hunner er op aandrongen, dat de aanteekening van den aan 'hen of 'hunne kinderen toegedienden Doop doorgehaald mocht worden in de Doopboeken 'hunner 'Gemeente, — verklaar ik niet in te zien, daar, zoo ik het wel 'heb, de Doop ons niet zoo zeer tot leden van 'deze of gene g e z i n 'd h e i d in de Ohristelijke Kerk, — als wel tot leden der Christelijke Kerk Inwijd't (155)."

Hier wordt 'dus tegen de Afgescheidenen geo-pponeerd, onder opm'erking, dat men tusschen de „berk" 'en een „gezindheid" BINNEN de „k©rk" w©l ter deg© onderscheiden moet.

Hoe weinig evenwel dit geredeneer steek houdt, hoe onzeker de liberalen in kerk en staat zelf waren, ©n hoe opportunistisch daarom dergelijke verdedigingsredenen zijn, ziet ieder in, die er mee rekent, dat in denzelfden tijd de liberalen de verscheiden instituten soms rektenden tot „afdeelingen" (communautés) van één en denzelfden , .godsdi'©nst"; citaten en litteratuur-vermelding gaf ib in mijn: „De dogmatische Beteekenis der Afscheiding". Den éénen keer dus W'erd tusschen , gezindheid" en „kerk" zóó onderscheiden, dat men de pluraliteit der instituten (hun meervoudigheid) ermee b e s t r ij d © n kon, den anderen keer zóó, dat men z© enne© verbinden kon. Wat 'doet die pedanterie van Bo'eites dan al dadelijk armoedig aan.

Hierbij kwam dan bovendien nog d© onzekerheid in de uitlegging 'en toiepassing .van dei grondwet, gelijk deze onzekerheid in de dagen der Afscheiding scherp aan het Hebt trad. De rechtbank was onzeker, de regeering niet minder. Had niet 'de minister van Justiti©, Van Maanen, zoo taai vastgehouden, aan zijn liberale denkbeelden, en aan zijn wil, om de „eUende'lingen" in ©Ib g'eval ten onder te houden, er ware heel wat anders gebeurd in Nederland, dan thans h©t geval blijbt geweest te zijn.

Temidden van zooveel onzeberheid op zooveel punten blijbt ook in regeeringsbringen inzabe d© onderscheiding van „gezindheid" („gezindte") en instituut de verwarring groot. Te groot voor wi© m©t dragonders en bajonetten ©n pro'oessen zouden gaan werken.

Zo'O wordt b.v. in April 1836 ©en zeer geheime pro-memori© over de „Afgescheidenen" den ko-ning, bij bezoek aan Amsterdam, „in handen gespeeld". Daarin verkondigt iemand als zijn m'eening het volgend©:

„Er is volkomen vrijheïd van godsdienstige begrippen gewaarborgd, tevens van 'derzelver belijdenis en openbare en igemeensohappelijke „eeredienst", zoodat er buiten de godsdienstGEZINDTEN (!), welke tijdens 'de invoering 'der grondwet bestonden, ook andere en nieuwe zijn geoorlo-ofd." (Art. 'der S'taatswet 190 met 193 en 196.)

Hi©r heet dus ©en nieuw instituut ©en nieuw© „GEZINDTE". Al weer een ander geluid dus. Van Maanen, minister van Justitie, ©venwel', die in het geheimie advies een merkwaardige overeenkomst ziet met d© r©d©ni©ering©n der (den Afg©sch©idenen gunstiger gezinde) rechtbank van Amsterdam, klampt zich vast aan de door hem beweerde „tegenstelling" van „begrip" ©n „ee'redienst". En hij constateert (m'©n l©tte op het onbeholpen gescharrel met woo'rden als „ni étabsoluut" '©n „niet-onbeperbt"):

„De grondwet zelve behelst de tegenstelling van be-'grip en eeredienst en het is juist om de ondergeschiktheid aan het hoog gezag ten opzichte van alle naar buiten werkende daden te 'doen uitkomen, dat in art. 190 de vrij'heid van begrip wordt vermeld. Dit is waar in dien zin, dat nieuwe GEZINDHEDEN niet absoluut zijn geprohibeerd, doch daarom is derzelver OPRICHTING nog niet onbeperkt vrij."

Nieuwe verwarring dus. Van Maanen, èn óók zijn opponent bij den koning, leggen beide ©en tegenstelling tusschen „gezindheid", zooals ZIJ het woord bezigen, én „gezindheid", zooals ANDEREN het bedoelen. Maar hun conclusies staan als het op de exegese van dezelfde grondwet aankomt, weer vierkant tegenover elkander.

En dan bomt daar nog bij: het overigens voor d© Afgescheidenen vee'lszins troostrijke artibel in het „Handelsblad" van 28 Januari 1836:

„De aanschrijving, vanwege den prokureur-generaal bij het hooggeregtshof aan 'de onderscheidene regterlij'ke ambtenaren, om degenen, die zich van het door een koninklijk besluit gecreëerde kerk BESTUUR hebben afgescheiden, te vervolgen, wanneer zij van het 'hun in art. 198 der Grondwet gewaarborgde regt gebruik maken, is inconstitutioneel, maar zij is dit vooral om de gronden, waarop zij rust. Men petst toch art. 192 niet toe, alsof er van GEZINDHEDEN, maar van kerkelijke ORGANISATIE werd gehandeld ; men handhaaft niet de Hervormde Kerk, maar de besluiten OVER of OMTRENT de Hervormde Kerk sedert eeni'ge jaren genomen. Met één woord: 'het gouvernement 'zegt niet: Ik verklaar de gereformeerde GEZIND­ HEID te willen beschermen; maar: DE GEZIND­ HEID, die ik besdhermen wil, VERKLAAR IK VOOR DE 'GEREFORMEERDE....

Wij achten het dus als de vordering der grondwet, ' dat het gouvernement bij de aanstaande vrijvergunning der herstelde gereformeerde kerk, die vergunning niet 'geve aan eene nieuwe SECTE, wel'ke in 'den zin der grondwet niet bestaat, maar als een van 'het overige deel afgescheiden GEDEELTE der gereformeerde 'GEZINDHEID.... en eindelijk, dat men 'deszelfs 'gemeenten.... doe deelen in de regten en voordeden, 'die de constitutie aan de Hervormde GEZIND­ HEID in het algemeen verzekert."

Tot zoover het „Handelsblad".

Men ziet: d© ond©rsch©iden stemmen sprektón zeer verschillend. Met de onderscheiding „gezindheid" en „kerb" („instituut") opereert de één alzóó, d© ander aldus. En ieder wil ©r zijn ©igen doel mee bereiken.

Als men deze dingen leest, krijgt men toch' weer respect voor de afgescheidenen, die, ongeschoold, immers, door de universiteit v©rbeerd O'pgevoed, temidden van zooveel verwarring, vrijw©! rechte paden wisten t© tr©bb©n, zoo'l'ang het op' de groote lijnen aanbwam. D'an houdt men op, S©parati© en Doleanti© een verschil op t© dringen, dat mem niet handhaven ban tegen de nuchtere feiten. Daa houdt men, bij het fezen van de geschrifte'U der Afgescheidenen, 'fen bij het treldi'en van conclusies uit de door hen g©bO'Z'©n terminologie, rekening met de algemeen© verwarring, 'die ©r in die dagen heerschte inzabe begrippen als „ge'zindheid"^ „berb", „instituut", „afdeeling, „godsdienst", ©n wat dies meer zij.

En vooral: men doordringt zich' ervan, hoe hopeloos de discussies vastloop en bij liberalen ©n bij and©r©n, als men de berk ©n het k©rk©lijk instituut, de belijdenis en het haar als accoord van gemeenschap aanvaardend instituut, van elkander abstraheert. D'at doet d© belijdenis zelf niet. Dat doet de bijbel ook ni©t. Dat doet Calvijn evenmin. Dat doen de liberalen in 1834, en d© onzekere rechtslicham©n, die geen raad weten met het gevaJL

En intusschen gaan de Afgescheidenen verdeir: vrij van ©en bestuursuistituut, dat de overheid VERZOCHT, hen t© vervolgen; een VERZOEK, waarvan WORMSER terecht in „De Nederlander" van 2 Dec. 1852 opmerbte, dat het tO'en nog IN VOLLE KRACHT BESTOND' (Fabius, K©rbblijk Lieven, 28).

En, zich losmabénde van ©en bestuur, dat hen op van all© kanten onzebere rechtsgronden verhinderd©, God naar hun g©wet©n te dienen, wisten zij het: geen nieuwe sect© te vormen, doch d© vaderlandsch'© b©rb.

Niet zij waren de Gescheidenen, doch de ande-ren, die, als d© overheid hen in boeien liet slaan, omdat zij b.v. eens ouder gewoont© (zie boven) over de preeb van. de'U hervormden domin©© wilden praten, het hoofd in den schoot tegden, en den] menschen meer gehoorzaam waren dan God.

SEPARATISME is altijd wereldgelijbvormigheid. Maar wereldgelijbvormigheid verdedigt zich soms m'ot de gedwongen separatie, die gevolg was van gehoorzaamlieid, aan te duiden als separatism©. Ten onrechte.

Dit moest, mijne broeders, onder ons al'zoo ni©t zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 1934

De Reformatie | 16 Pagina's

„Gezindheid” of „kerk”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 1934

De Reformatie | 16 Pagina's