GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Biografieën.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Biografieën.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het schrijven van een biografie stelt bijzondere eischen.

Immers er is gevaar, dat de schrijver zijn held idealiseert; het mooie wordt eenzijdig naar voren gebracht, en het verkeerde achterwege gelaten of vergoelijkt. De lezer krijgt alzoo een onzuiver beeld.

Of ook is het mogelijk, dat de auteur de kleinigheden als groote dingen voorstelt; er is zoo weinig gedaan en gebeurd, wat inderdaad de vermelding waard is, en daarom: schroeft men de zaken op, of men fantaseert er wat bij. Dat ook op deze wijze een scheeve voorstelling van den persoon in kwestie wordt gegeven, behoeft geen betoog.

Wij dachten hieraan, toen wij ter aankondiging ontvingen eenige biografieën uit de zendingswereld en van het Evangelisatieterrein, van den uitgever Erven J. Bijleveld te Utrecht.

Doch laten wij er direct aan toevoegen, dat de tweede fout, zooeven genoemd, o.i. hier niet voorkomt. WelUcht zou men kunnen zeggen, dat Kate Lee te veel verheerlijkt wordt, en vraagt men zich af, of Redwood niet teveel zoowel de personen ais den arbeid der Heilsoldaten idealiseert.

Maar wij willen eerst de biografieën noemen, die keurig zijn uitgegeven in handig formaat, en alle vier waard zijn gelezen te worden. Zij maken den lezer beschaamd en geven naast talrijke interessante beschouwingen en bijzonderheden ook geestelijke stichting en verheffing. Het zijn:

1) Mary Slessor, de blanke koningin, haar avonturen, heldenmoed en geloof, door W. P|. Livingstone.

2) Het blijde offer, levensschets van stafkapiteine Kate Lee, door Minnie L. Carpenter.

3) Voetsporen van Christus, een epos der achterbuurten, door Hugh Redwood.

4) God in de schaduw, door Hugh Redwood.

„Mary Slessor" achten wij als biografie een model. Als een panorama gaat het leven van deze voortreffelijke vrouw, heldin des geloofs en uitverkoren zendelinge aan onze oogen voorbij. Dje schrijver laat het goede duidelijk uitkomen; wij weten aan het einde van het boek, dat zij buitengewoon veel heeft tot stand gebracht, en op schier ongeëvenaarde wijze haar werk heeft verricht, maar hetgeen in haar te berispen viel, in elk geval minder aantrekkelijk was, wordt ook niet verborgen gehouden. Zoo lezen wij, dat haar leven opzichzelf, temidden van de wilden, haar ruw maakte; zij bleef wel dezelfde lieve vrouw, maar verloor toch iets van het zachte vrouwelijke.

Wie was Mary Slessor?

Zij was een Schotsche, geboren in Aberdeen in 1848. Als jong meisje droomde zij haar droomen, om menschen gelukkig te maken en van het kwade te verlossen. Na een moeilijken tijd van arbeid op een labriek werd haar wensch vervuld en wera zij uitgezonden naar Afrika, om te arbeiden als zendelinge in de groote kolonie Nigeria. Aan de Kruisrivier aldaar was de Schotsche zending in 1846 den arbeid begonnen onder menschen, die echte barbaren waren en volkomen gedegenereerd.

Een korten tijd was Mary tehuis bij een pionier van het werk, maar toen zij hoorde van de vreeselijke ongerechtigheden, die onder de zwarte bevolking geschiedden, haastte zij zich om de Efiktaal te leeren, en gaf zij les aan de kleurlingen, jongens en meisjes. Een ernstige ziekte noodzaakte haar tijdelijk naar Schotland terug te keeren, maar daarna begon zij den eigenlijken arbeid onder de bevolking, die haar spoedig den naam van „Ma" bezorgde; „Ma" toch is in de Efiktaal een titel, die uit eerbied gegeven wordt.

Vooral keerde zij zich tegen de vreeselijke gewoonte van het dooden van tweelingen; zij heeft er velen van den dood gered, meermalen met gevaar van haar eigen leven. Ook tegen andere misbruiken, als gebruik van sterken drank enz. streed zij met alle kracht en ook met veel zegen. Zelfs drong zij steeds dieper door in het onherbergzame land, en vestigde zich onder de meest gedegenereerde stammen trots ernstige waarschuwing van de zijde der zendelingen. Maar zij hield vol en overwon.

Laten wij iets van haar drukken arbeid noemen. Wij lezen op blz. 110: „Ma had het zeer druk. Zij leidde een dagschool, preekte voor vierhonderd menschen, onderwees een Bijbelklas en gaf les op de Zondagsschool, ontving van 's-morgens tot 's avonds bezoeken, dwaalde door de bossohen en kwam op goeden voet met de verlegen Inlanders. Nu en dan ging zij met haar kano de Kreek op tot Arochuchu en bezocht de dorpen, aan de oevers gelegen. Kerken met rieten daken verrezen overal." ...

Maar wij kunnen niet meer van haar noemen. Men leze dit mooie zendingsboek, belangrijker en boeiender dan eenige roman.

Hoe de arbeid aldaar, vooral van haar, vruchten gedragen heeft, blijkt uit deze statistiek:27 zendingspos ten met 200 buitenposten, die 11000 leden tellen; een opleidingsschool, die reeds 250 onderwijzers afleverde, een Theologische School waar predikanten worden opgeleid; in verschillende inrichtingen worden meisjes en vrouwen voor allerlei werk bekwaamd; ook is er een groote melaatschen-kolonie, en te Arochuchu, de bakermat van den vreeselijken jujustam, zet het Slessorhuis het werk van „Ma" voort.

In 1915 is zij gestorven, en de droefheid was algemeen. Het volk riep weenende: „Adiaha Makara is dood. Wat moeten wij beginnen? Hoe moeten wij leven? Onze Moeder is dood".

Van een heldin des geloofs vertelt ook Minnie Carpenter in „Het blijde offer". Wij achten dit boek, hoe uitnemend ook, niet zoo goed geschreven als dat over Mary Slessor; het is wat verward; ook wordt Kate teveel verheerlijkt.

Maar daarom is het toch wel een mooi boek. Wij komen hier uitstekend op de hoogte met het Leger des Heils, met zijn streven en bedoelingen, idealen en ook wel eenzijdigheden.

Niemand minder dan Kommandant Bouwe Vlas schreef een „Voorwoord", waarin hij o.a. zegt, dat het een beginsel van het Leger des Heils is, aan vrouwen in den dienst des Evangelies dezelfde rechten toe te kennen als aan mannen. Ja, reeds sinds 50 jaren ruimt het Leger voor de vrouw een plaats in in zijn arbeid, welke haar toekomt In overeenstemming met haar gaven.

Kate Lee klom in het Leger tot steeds hoogere positie op. Ten slotte werd zij Stafkapiteine. Zij deinsde voor geen arbeid terug; dronken mannen, beesten soms, sprak zij aan, en wist menigeen op den rechten weg te brengen en te doen knielen voor Jezus.

Zij verwierf den naam van „Engel-Adjudante"; zoo iels spreekt boekdeeleu.

Liefde en geloof waren de bron van haar kracht. Maar zij zorgde ook, dat de bron niet uitdroogde; haar gebedsleven was rijk; ook studeerde zij ijverig, en bereidde zich steeds ernstig voor voor haar toespraken.

Ten slotte, toen de ijver voor God en Zijn Koninkrijk haar verleerd had, werd zij opgeroepen tot hooger dienst, zooals men het sterven in het Heilsleger noemt. In haar laatste oogenblikken klaagde zij: „O, de menschen, de menschen! Ik heb het hart niet, dat ik ze wegzend". Dat is typeerend voor haar, wier hart altijd uitging naar de ellendigen, die in grooten getale zich rondom haar verzamelden.

Al stemt men niet in alles in met de methode van het Leger des Heils, dat kan toch geen reden zijn om den velen gezegenden arbeid van het Leger niet te waardeeren, en helden en heldinnen als Kate Lee te bewonderen en van haar te leeren.

„Voetsporen van Christus" is geen biografie in den gewonen zin van het woord, maar draagt toch wel een biografisch karakter; de schrijver, Hugh Redwood, vertelt hier van zijn ondervindingen bij den arbeid van het Leger des Heils in de dusgeuaamde slums.

Weet gij, lezei', wat de slums zijn? Redwood verhaalt ervan in dit boek op zeer boeiende wijze. Vreeselijke toestanden heerschen er, die het hart sneller doen kloppen als men er van leest. En wat zijn deze Heilsoldaten met moed en kracht vervuld, dat zij juist in deze schrikkelijke achterbuurten kunnen en durven arbeiden! Ja, zij zijn de eenigen, die zich het lot van deze ongelukkigen aantrekken, en in betoon van echt Christelijke barmhartigheid zich over deze ellendigen ontfermen.

Redwood is journali.st, maar bekeerd tot het Leger. Hij beschikt over een zeer goede pen. Dit boek is in zijn geheel als een drama, maar toch heeft de beschrijving van de liefde tot Christus den boventoon.

Nauw sluit zich hierbij aan het tweede boek van Redwood: „God in de schaduw", waarin hij zijn eigen levensgeschiedenis vertelt, veel uitgebreider dan in „Voetsporen van Christus'". Hij verdedigt het Leger des Heils ook in zijn tweede boek, wij zouden haast zeggen: door dik en door dun. Hij zegt dan ook in zijn Inleiding: „Men heeft over „Voetsporen van CShristus" gezegd, dat het een verheerlijking is van het Leger des Heils ten koste van andere godsdienstige genootschappen. Mogelijk zal nu dezelfde onverdraagzame minderheidsgroep dit boek ook om dc^e redenen aanvallen."...

Och neen, wij denken er niet aan dit zijn boek te veroordeelen, al achten wij het niet zoo goed geschreven als zijn „Voetsporen van Christus". Wij kunnen gelukkig nog het werk van anderen waardeeren, en achten het Leger des Heils in menig opzicht hoog, en een voorbeeld. Maar dan moet Redwood niet van de aanhangers der Engelsche Staatskerk, of van de Afgescheidenen dier kerk, van de Roomschen en van andere kerken spreken als „secten"!

„God in de scliaduw"j de titel is sprekend: God wordt gezocht en gepredikt in de donkerheid van deze wereld, in de achterbuurten, waar de menschen lichamelijk en geestelijk in de schaduw zitten, in de gcJiaduw: des doods.

Er gaat een sprake uit van deze beide boeken van Redwood, waarnaar wij hooren moeten. En worde dit hooren ons ten zegen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Biografieën.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's