GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En pension".

Ik parkeer mijn wagen heden voor uw pension, uw kampeertent of voor dte stoep van uw bovemhuis-m.et-vacantie om twee wenschen uit te spreken:

Vergeet uw arbeid'!

Gedenkt uw arbeid!

Vergeten is een zwaar werk. In de stad ziet men soms bedelaars, die hun mouwen opslroopen om huji wonden te laten zien. Daar hebben wij alleni veel van weg! Hiet is nu eenmaal zoo, de arbei/dl in het publiek vergt veel van onze zenuwen. Wij' werden niet steeds behoorlijk gewaardeerd, niet altijd correct behandeld, wel eens gewipt als voorzitter of als scriba... hup, d'aal- gaat de mouw!

Ja, laat ons maar eerlijk zijn, wij hebben ook zelf een paar ezelachtigheden uitgehaald, die ons recht d\v.ars zitten! Zullen wij dte mouw opstroo^ pen en daar een kijkspel van maken? Neen, wïj: zullen dat alles nw eens radicaal vergeten!

Wij zullen Gooi bidden om de kracht des geloofs, waardoor wij dat oude teniet doen. Wij willen een fiksche streep zetten door bet bladi onzer teleurstellingen. Ook iedere campagne heeft genoeg aan haar eigen kwaad.

Maar de vacantie is maar een korte pauze, die ons ook roept ons opnieuw op onzen arbeid in te stellen. Als onze ziel geen vacantie heeft, geen zielsvacantie krijgt, komen wij misschien met bruine wangen terug, maar zal de teint van die ziel geel zijn. Dan zal de vacantie ons verzwakt! hebben, inpiaats van versterkt. Daarom, gedenkt uw .arbeid! Hoe zullea wij dat doen? Misschien mag ik een paar wenken geven, ?

Ie. Laat ons een nieuwe toewijding maken. Er zijn soms van die binnenpraters, dii© zeggen, dat het nu welletjes is. Wij' hebben genoeg gedaan. Laten anderen er zich m; aar eens voorr spannen. Conducteur, een Jona-kaartje, alst"ubüeft? Maar, neen, wij herinneren ons dat er geen grooter eere of voorrecht iSj dan te mogen arbeiden ini het koninkrijk Gods. Dan neuriën wij die binnenpraters weg met het versje: Gij zult niet tóeenein voor 't is volbiracht. God doet vermêeren verborgen kracht!

2e. Wij zetten een nieuw studiepiamietje op'. Wij nemen ons voor in den komenden winter een geschreven vriend te hebben, die met ons praat als wij stijf en stramj bij het kampvuur zitten. Onze ransel is vaak ledig en dat m, ag niet! lirantenmaggi en radio-puree kumien nooit den voedzamen Icost van een waarlijk goed' boek vervangen.

3e. Wij zorgen, dat de stof van de sleur eens flink van onze methode afgeborsteld wordt, ja afgerost! Wij hebben een bepaalden slag verkregen. Een spreektrant, een schrijftrant, een verteltrant. Best, best! Vertelt u mij, hoe oud is die trant al, en die slag van u, is die misschien al een lustrum of meer aan den slag? Is die trant van u of is u van dien trant? Af en toe u eens radicaal anders instellen, broeder! Niet ieder jaar natuurlijk, maar ook niet altijd voortsukkelen opi het zelfde baantje. Het kost moeite, maar is het niet fijn om moeite te hebben! Is dat niet het b'enauwendste gevoel, dat je er bént? Ach, beste man, wat haal je ia je hoofd, je bent er nog lang niet! Op de Pelgrimsreis van Bunyan gebeurde er telkens wat anders, wij hebben wel eens het gevoel alsof die pelgriimsweg van ons één lange straat is met twee reieni hmzen, van diezelfde huizen... Maar dat is toch zoo niet. Gods werk is nooit eentonig. Geen twee jaren in ons leven zijn gehjk. En bet is Zijn Goddelijke bedoeling, dat er een opgaande lijn in oins leven zal wezen, niet in den zin van stijgend succes, maar wel van innerlijken groei, van geestelijke progressie. Ieder jaar is een. diamant, m, aar wij zeggen: o, een kraaltje! en wij rijgen het aani het snoer van «ns eentonig leven. Maar die eenjtonigheid is de eentonigheid van ons ongeloof, van onze ondankbaarheid, niet van Gods gave.

4e. Wij kijken ook onae medewerkers, onze medeleden eens goed aan. Waren wij steeds rechtvaardig? Is daar niet een stiUe, besdheiden kiracht, die wij maar rustig in zijn hoekje hebbeia laten zitten? Als de Heere nu eens tot dien man zei: Vriend, ga hooger op! — dan zouden wij dat goed vinden, natuurlijk! Maar verwacht God misschien van óns, dat wij dat zullen zeggen in Zijn Naam? Heeft ieder van ons zijn rechte plaats? Dat gaan wij ons afvragen. Onbillijkheden zienden wij met pensioen en onze veeten... wij geven ze in Gods Naam emeritaat!

5e. Eindelijk onze moeilijkheden willen wij weer aanvaarden met nieuw geloof Het gat in ontze kas, de onopgeloste vragen, het lastige meisje in o^nze klas, de stuursche man in ons beBoekblok. Wij willen nieuwe hoop koesteren. Tegen alle defaitisme, tegen moedeloosheid en verslapping laten wij een hartstochtelijk „neen" hooren! Wij willen stamelend den geloofsroem) van den apos.tel naspreken: Wij zijn hype'r-overwinnaars door

Hem, die ons heeft liefgehad!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's