GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uneven

Amice frater. De moderne mensch van thans heeft de zekerheden van de vorige en het begin van deze eeuw verloren. Inzonderheid tengevolge van de wereldoorlogen, dia zijn geloof in den „vooruitgang" der natuurweten­schap, en andere afgoden meer, hebben geschokt.

Hij is thans, naar de wijzen van dezen tijd zeggen, de „ongeborgen mensch", die. verteerd wordt doorangst.

En nu zijn vele wijzen en „vooraanstaanden" al den dag bezig om dien mensch weer een veilig tehuis hier beneden te bouwen.

De een zegt: zie, de moderne mensch heeft zijn autonomie op God veroverd, maar is nu overgeleverd aan de ontzettende werkelijkheid, die hij met zijn eens zoo machtige rede niet meer kan beheerschen of verstaan. Hij is op zichzelf teruggeworpen en „door een uit eigen kracht onherstelbare innerlijke vormloosheid bedreigd, moet hij te midden van' het Zijn opnieuw totzichzelf komen".

Tot zichzelf komen.

De Heilige Schrift spreekt ook van een „tot zichzelf komen".

Onze Heiland deed zulks in de gelijkenis van verloren zoon.

". Lu-„En tot zichzelf gekomen zijnde, zeide hij kas 16.

Maar die verloren zoon ging da.arna niet tot zichzelf, maar tot zijn vader. •

En dat wil de moderne mensch niet.

Hij is, zegt dan de eene moderne wijsgeer, „op zichzelf teruggeworpen", volkomen eenzaam, zonder eenige hulp, midden in den dood, die de eenige werkelijkheid is. En nu nioet hij in zijn trots zeggen: daar sta ik nu, en ik verhef mij daarop.

Maar dan is er een andere, die het in deze „binnenruimte", waarin de mensch zich al maar tot zichzelf richt, niet kan uithouden. Daar is een „eindigheid", maar ook een „oneindigheid", die hij zelfs wel God wil noemen, en nu moet de mensch in de spanning tusschen die twee den weg der vrijheid zoeken. Dat is Jaspers, die nu een zeer interessant boek over „Oorsprong en doel der geschiedenis" heeft geschreven. Ik vertel er U nog wel eens van.

Hij wendt zich tot de historie om uitkomst. Nu is dat wel vaker gebeurd, bijv. in de vorige eeuw; in de wijsheid, die men „historisme" noemt, maar toen liep dat op een groot ongeluk uit. Ik denk nu maar aan het jaar 1848 met zijn ontzettende revoluties.

De geschiedenis is als vluchthaven voor den modernen mensch tegenwoordig wel in de mode. Ik sprak u reeds van den Engelsehen historicus, Toynbee, dien men soms wel meent een christen te zijn, omdat hij veel over de Heilige Schrift spreekt, waarbij men vergeet, dat de Bijbel tegenwoordig heel erg misbruikt wordt door vele valsche profeten en die zijn het gevaarlijkst.

Er is nog weer zoo'n wijze gekomen van dezelfde familie, nl. Reinold Niebuhr met zijn „Faith and history" — geloof .en geschiedenis — waaromtrent ik ook nog nader iets hoop te vertellen.

Toen Hitler nog in zijn volle grootheid stond en Mussolini, was er in Duitschland een wijsgeer, Hans Heyse, die ook een veilig tehuis had voor den „ongeborgen" mensch. Hij behoorde zich als massamensch te zien en het veilig tehuis was de volstrekte staat met zijn leider en zijn oorlogen.

GevaarUjk leven, zei Mussolini, dat is het ware. Wij hebben van 't einde van deze tyrannen gelezen.

Wij hebben van 't einde van deze tyrannen gelezen. En die totalitaire staat met zijn oorlogsdreiging bevalt den menschen niet heel erg. Daar ligt nu thans, zegt men, het gevaar in den vorm van het communisme. En daartegen moeten nu alle menschen in West-Europa zich verdedigen. Wij moeten , , Europeescb" gaan denken en handelen. Denk maar aan den „Raad van Europa" en aan de Uno, die de rechten van den mensch eens voor goed zullen vaststellen en daarop een nieuw veilig tehuis voor den ongeborgen mensch zullen bouwen.

Maar zal dit geschieden, dan moet er eerst een anr dere veiligheid nog zijn en dat is de vrede. Vrede, gezien als afwezigheid van oorlog.

Als er weer vrede is, vriendelijke samenwerking van alle volken, dan komt er ook weer de rust, naar welke de ongeborgen mensch zoo haakt. Hij moet weer eens op adem komen, om met zichzelf gereed te raken.

Het heeft U zeker ook getroffen, dat dit doel ook wordt nagestreefd op „christelijke" manier. Daar is een internationale christelijke vredesbeweging: Mouvement Chretien pour la Paix.

En nu is hier in ons land een af deeling van die internationale opgericht. Verschillende „vooraanstaande persoonhjkheden" in ons land zijn tot die afdeeling' toegetreden. Zoo bijv. het antirevolutionaire en het christehjk historische lid van den Raad van Europa.

Voorts is er bij de secretaris van den oecumenischen raad van kerken in Nederland en de secretaris van het verbond van Prot. Chr. werkgevers.

En de spreekster op de eerste vergadering was Prof. Dr van der Molen van de Vrije Universiteit, die, zooals gemeld wordt, in een helder betoog heeft aangegeven, waarom Eet in de toekomst zal gaan.

Hier is dus het nieuw veilig tehuis voor den ongeborgen mensch: de vrede. Geen oorlog meer, maar samenwerking der volken op grond van de saamhoorigheid, die dan 'n eerste voorwaarde is genoemd voor goede internationale samenwerking.

Nu wordt gezegd, dat de internationale christelijke vredesbeweging zich d i s t a n t i e e r t van bewegingen, die in humanistische en antimilitairistische wateren zijn verzeild. Maar al is er distantie, de antithese is er niet, want men kan zeer goed federatief samenwerken. Samenwerken dus met humanisten en antimilitairisten, want het doel is daar één.

Prof. Dr van der Molen heeft inderdaad in een helder betoog de beginselen dezer ohristeUjke vredesactie uiteengezet. Dat kan zij. Een andere vraag is, of dit helder betoog gehoorzaam is aan de Schrift. En die vraag mogen wij, helaas, niet toestemmend beantwoorden.

De professor heeft drie beginselen genoemd, die het fundament moeten bieden. Saamhoorigheid, gerechtigheid, medeverantwoordelijkheid.

Allereerst de saamhoorigheid van het menschelijk geslacht, waarover de kerken en de christenen veel te weinig hebben nagedacht. Die saamhoorigheidsgedaohte ligt in de Scheppingsorde.

Vergeten werd echter, dat er ook een val was, en er eei^ herschepping is door het werk van onzen Heiland en Heere Jezus Christus.

En een Babel, waar God de menschheid splitste en in volken en staten uiteen deed gaan. De vraag is waar de saamhoorigheid der menschheid ligt. Allereerst zeker in het scheppingsverbond, doch ook in den val. En nu rust de mogelijkheid, dat er eenige saamhoorigheid zijn kan, eenige vrede, eenige grond voor den voortgang der historie, in de doorboorde handen van den Christus der Schriften, Wien alle macht is gegeven in den hemel en op de aarde. Denken de internationale christenen daar wel aan?

Blijkbaar niet, want daar werd niet gesproken van den Christus der Schriften, voor Wien alle vorsten en volken zich moeten buigen zal er waarachtige vrede zijn voor eenigen mensch, doch van Zijn gebod: hebt uw naaste lief als uzelf en God baven alles. Zelfs de Schriftuurlijke orde in het Woord des Heeren werd omgekeerd. Want de Schrift zegt: hebt God lief boven alles en den naaste als u zelve.

Dit is van allesbeheerschende beteekenis.

Als de christen den naaste zoo vóór wil laten gaan, is de distantie tusschen hem en Kant of Brunner, om een wijze uit het verleden en een uit ónzen tijd te nemen, reeds verdwenen.

Kant grondde zijn „eeuwigen vrede" ook op het fundament der naastenliefde: handel zoo met de mensehen, als gij zelf wilt behandeld worden. En Brunner komt voor zijn ethiek tot de conclusie: godsdienst is menschendienst; menschendienst godsdienst.

En als gezegd wordt: de christenen dienen den nood der wereld tegemoet te treden met den vrede, die in hun eigen hart leeft, omdat de groote vredestichter Jezus Christus dien geschonken heeft, dan geloof ik niet, dat men met eenigen humanist in de samenwerking eenige moeite hebben zal. De distantie is er niet meer.

Het „orthodoxe" christendom is van het vrijzinnige dan, om een bekend woord te gebruiken, tot op een gekloofd haar niet meer te onderscheiden.

Vooreerst wordt hier de vrede, die daar is door het bloed des kruises — Col. 1 : 20 — op één lijn gesteld met den vrede, die niet anders is dan een afwezigheid van oorlog, den vrede onder de volken.

Hoezeer wij dan in de politiek achteruit zijil gegaan moge blijken uit de herinnering, dat, toen eens in de Tweede Kamer in een discussie over het probleem van oorlog en vrede, de zang der engelen: rede op aarde, op vrijzinnige wijze werd misbruikt, ds Talma aanstonds opstond, om de beteekenis van den vrede, dien door Jezus Christus werd gewerkt, in het rechte licht te stellen. Maar in de tweede plaats wordt vergeten, wat de Heere zelf heeft gezegd over Zijn" werk: Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard". Matth. 10:34; Lukas 12:51.

Laten de orthodoxe vredesvrienden eens een proef met de waarheid en de wérkelijkheid nemen, en vanuit hun distantie tot den humanist naderen, met wien zij dan federatief willen samenwerken, met de getrouwe belijdenis van Jezus Christus en Dien gekruist, met de belijdenis der vaderen; want zonder die belijdenis beteekent de orthodoxie niets; zóó getrouw, als onze Heiland dit van hen en van ons allen eischt. Dan zullen zij bemerken, dat er heel iets anders is dan een zekere afstand, een distantie, maar dat er is de diepe tegenstelling, die tot de grootste vijandschap leidt en die de lieve humanisten en vreedzame antimilitairisten in woede doet opvliegen.

De Heere Jezus heeft tot Zijn discipelen niet gezegd: iet. Ik zend u als schapen te midden van vredelievende en geweldlooze dieren; maar „in 't midden der wolven". Matth. 10 : 16.

Ziet men nu in dien orthodoxen kring niets meer van de geweldige tegenstelling onzer dagen; van de toescherping der door God gestelde antithese, nagfmate wij meer naderen den groeten dag der toekomst van Christus?

Zien zij niet den schrikkelijken afval van onzen tijd, die zich juist weer uit In den hoogmoed van den humanist, die den mensch op zichzelf terugwerpt, ondanks allen vromen schijn?

En op wien het woord van Jaspers toch ook in heel die vredesbeweging van toepassing is: niet meer de geopenbaarde Godheid, van Wien alles afhankelijk is, niet de wereld welke daar is, maar het e e r s t e i s d e m e n s c h ?

Niet anders dan in de goddelooze negentiende eeuw.

Een volkenrechtdeskundige, Laurent, zelve een echte humanist, merkte eens op: onze tijd leidt tot erger dan tot het atheïsme. De godloochenaar vecht nog tegen God. Er ligt nog een erkenning in, dat Hij is, maar in onze dagen negeert men God. Hij bestaat niet meer. Zooals Nietzsche het zei: God is dood, en wij menschen hebben zelf het stuur in handen genomen. Heel erg is het nog niet gelukt, spotte eens prof. Ovink. Dat geldt ook van deze vredesactie.

Met hartehjke groeten en heilbede, uw toegenegen

MARNIX.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 november 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 november 1949

De Reformatie | 8 Pagina's