GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

BROOD OP HET WATER.

II.

VER VAN HUIS.

Velerlei dat we nu heel gewoon en reeds oud inden was-toen nog nieuw en voor velen reemd. Ik kan mij nog zeer goed herinneren, at wij jongens tot elkander zeiden, toen de ieuwe munt komende was: „wat zal dat vreemd linken: drie voor een cent, in plaats van twee oor een duit". Toch kwam het zoo ver, en ok de pietjes en zesthalven en scheepjeschellingen verdwenen. Alleen sommige oude amen, zooals vier.duiten, een stooter, een schelling hoort men nog wel.

Ook de kleedij was en werd geheel anders an onze vaders en moeders die nog gekend ebben. De steek werd afgeschaft, behalve nog oor de dominees. Evenzoo ging het met de orte broeken. De pruiken, ook de staartpruiken, erdwenen geheel en menige wel beklante kaperszaak ging daardoor te niet. Wel beschouwd erd de kleeding er niet mooier op, maarzeker eel eenvoudiger en minder kostbaar. Mijn ondagspak kostte wel viermaal minder dan at van mijn grootvader. Men gebruikt er echter lechter stoffen voor dan vroeger.

De oude Republiek der Vereenigde Nederanden was voor goed verdwenen. We hadden u een koninkrijk, onder hetzelfde geliefde stamuis van Oranje waaruit vroeger de stadhouders aren gesproten. Middellijkerwijs was dit een evolg van den „Franschen tijd", die zooveel uds had doen verdwijnen, maar ook nieuwe dingen had gebracht. Voortaan b.v. waren de burgers tot krijgsdienst verplicht. Van alle geboorten en sterfgevallen moest aangifte gedaan worden; huwelijken die alleen in de kerken gesloten werden golden niet meer, enz. Ook had de Gereformeerde Kerk opgehouden Staatskerk te zijn, en kon ieder een ambt bekleeden, onverschillig tot wat kerk hij ook behoorde.

Zoo was er dus velerlei nieuws en vreemds, en het kon geen kwaad u dat eens te vertellen. Ge ziet wel dat er hier beneden niets bestendig is. Nu ik oud ben weet ik het beter dan ooit.

Zooals ik reeds zei, had ik mijn jengd doorgebracht in een groote stad. Ik was vroom opgevoed, en daarom zagen mijn ouders mij niet zonder eenige zorg vertrekken, toen ik aan de hoogeschool te Leiden voor dokter zou gaan

studeeren. De geneeaheereo werden toen onderscheiden in twee sociten, de dokters die inwendige ziekten beliandelden en de lieelmeesteis die wat gebroken was heelen moesten, enz. Ik zou tot de eersten behooren en mij daartoe te Leiden bekwamen.

Nu was zeker het leven aldaar als student geheel anders dan in mijn ouderlijk huis. Ei was veel gevaar voor verleiding en voor afdwaling van den goeden weg. Het behaagde echter den Heere de gebeden mijner ouders te verhooren, en mij voor boo ze wegen te bewaren. Het ging mij gelukkig niet als velen die in hun studententijd geheel anders worden dan zij vroeger waren, en als oogeloovigen de wereld ingingen. Gadvreezende g - neesheercn waren er in dien tijii weinig.

Mijn studietijd was gteggend; ik had het recht verkregen om als geneesheer werktaam te zijn, en de eenige vraag was nog: waar 7 L'efst was ik naar een groote stad gegaan, en had mij daar gevestigd. Doch het leven in zulk een plaats was duur, en ik bad nog geen inkomsten. Daarbij was in de steden aan gsneesheeren meestal geen gebrek en een nieuwe dus minder noodig. Beter zou het gaan op het platteland, waar destijds op vele plaatsen eon geneesheer ontbrak en men ^ich droevig moest behelpen.

Ik had mij voorgesield niet te ver van mijn ouders te gaan wonen. DiX spaarde veel duur en tijdroovend reizen uit. D^ch de H; : ere had het anders bsschikt.

Ik werd namelijk geheel onverwacht ernstig xiek, en bleef dat versctieiden maanden, zoodat nu de medicijnm^ester zelf zulk een noodig had. At dien tijd bracht ik door in bet ouderlijke huis. Toen ik eindelijk weer hersteld was, stond ik opnieciw Vjor de vraag waar heen te gaan. Ik had ecbter di'mial niet zoo veel keus als eerst, want de geneesheer die mij behandeld had zeide: „De ziekte die gij gehad hebt, zal u waatschijntijk telkens weer kwellen als ge blijft wonen in zulk een vochtig waterland als dit is. Voor u past een hooge, droge, zandige streek en liefst geen stad maar een dorp. Blijft ge daar althans eenige jiiren, dan kan, nu ge nog jong zijt, de kwaal geheel verdwijnen. Volg dus m0n raad. Ge zijt nu nog vrij te kiezen, en bevalt het u niet, dan staat u als ge beter zijt nog altijd wel een nieuwe werkkring open”.

Daar ik zeif geneesheer was, kon ik wat de mijne zeide beoordeelen, en moest etkennen dat het alleszics juist Ecbeen. Zoo zag ik dan eens uit naar een plaats gelijk bij had aangewezen, en waar natuurlijk dan gelegenheid moest zijn voor een dokter om werk te vinden. Die waren er, gelijk ik weldra bespeurde, toen meer dan ik ooit gedacht had. Alleen behoefde men er niet op te rekenen, daar veel gemak te vinden of veel geld te verdienen. Doch ik troostte mij met de gedachte dat het voor mij tcch het verstandigst was naar zulk een streek te gaan. Ik zou dan later wel wat beters zoeken. Zoo verliet ik dan Holland en kwam terecht ineen dorp niet zoo heel ver van de Duittche grenzen, hetzelfde waarin wij thans hier zitten, Ge bemerkt dus al, dat er later van verhuizen niets gekomen is.

Het dorp waarheen ik mij begaf behoort, zooals ge weet, nog niet tot ds grootste. Maar destijds kon het niet veel meer dan een gehucht heeten. Ia den omtrek lagen verscheiden nog kleinere buurtschappen, en een groot aantal verspreide boerderijen en kleinere hofsteden. 'i Was een zandige streek met weinig water, maar veel bosch en bei. Urenlang , kon mm do3r de dennenbosschen dwalen, en de hei was onafzienbaar.

Over het geheel was het een mooie streek, die zeker veel vreemdelingen zou getrokken hebben, als er meer goede wegen waren geweesr, doch die ontbraken bijna geheel. Zelfs de groote straatweg liet vooral in den winter veel te wenschen. De gehuchten waren dikwijls slechts te bereiken langs zandpaden. Later is dat veel gebeterd, al liggen we ook thans nog tamelijk vei van een spoorlijn. Doch we zijn nu althans gemakkelijk te bereiken, en dat was vroeger soms bijna onmogelijk.

Voor mij inzonderheid was deze staat van zaken hoogst lastig, gelijk ik al spoedig bemerkte. Als geneesheer bad ik natuurlijk voortdurend zieken te bezoeken, en gebruikte daarbij een licht wagentje, door een sterk, jong paard getrokken. Toch gebeurde het meermalen, dat we met alle inspanning niet voort konden. Ik steeg dan af, bond bet paard aan een boom, en moest te voet het huis bereiken waar men mij verwachtte.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's