GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ds. G. WISSE, Driebergen. DE ONDERGANG DER EERSTE WERELD. Leiden. Buurman en de Kier. 1918.C

De productiviteit van DRIEBERGEN'S pastor loei op bet stuk der schrijverij is niet aileen verbazend, maar om het gehalte en de gestalte van het meerendeel der producten welke deze veelschrijver de wereld inzendt, voor menig scribent ook benijdbaar. Achter zijn hier door mij besproken publicatie liet de Firma BUURMAN & DB KLER een lijst afdrukken van, wèl geteld. niet minder dan 44 door haar uitgegeven schrifturen van den heer WISSE en die vormen allerminst de volledige bibliographie. In het > van denzelfden schrijver zijn nog verschenen< , hetwelk boven die 44 staat, slaat het i óg op wat aan DE INDERGANG DER EERSTE WERELD voorafgaat en door genoemde Firma ia druk is vastgelegd. Eerst met hieraan ioetevoegen wat in dit opzicht ook door andere uitgevers is gepresteerd, zou men een volledige beschrijving der opera omnia van Ds. WISSE tot op heden hebben.

Tot op heden, want er is geen reden waarom het met de geschriften-voortbrengende kracht van den heer WISSE ZOU geëindigd zijn. Ook toch NO. 45 uit de editie*BüURMAN & DE KLER is nog even frisch, als vele oudere werken en werkjes van den druk gelezen auteur.

Het exemplaar dat ik hier voor mij heb, behoort, zooals de uitgevers, niet zonder trots, er op lieten drukken, tot het 4e DUIZENDTAL.

Is te begrijpen.

Want, zoo om zijn pakkenden inhoud als schoonen vorm moest dit werkje van nog geen 20 bladzijden zijn lezers wel bij duizenden tellen.

DE ONDERGANG DER EERSTE WERELD, deze titel herinnert aan BILDERDIJK'S epos.

Toch vindt de lezer in WISSE'S .boekje iets anders.

Het is seen ontvouwing van de hoofdgedachten van Mattheus 24 : 37—42, ia verbard met onzen tijd", zooals "ia het L. S. staat.

Alzoo actueel.

Ea de begaafde prediker van DRIEBERGEN verstaat het, actueel zijn.

Verstaat de kunst om het ontvouwde of geëxpliceerde Schriftwoord zoo te zetten in het milieu van onzen tijd, dat 'n modem mensch er zich door God in hoort toespreken.

Deze ontvouwing en toepassing van het JEZUS' woord uit Malth. 24 : 37—42 is echter geen preek.

Als zoodanig wil dit werkje dan ook niet beoordeeld, en dat zal dan ook wel de reder zijn, dat de ondertitel is: TIJDREDE OVER DE HEDENDAAGSCHE WERELDGFBEUETENISSEN.

Geen preek, maar eea »rede".

Minder begrijpelijk is daarom, dat de redenaar zijn gehoor apostropheert oftewel toespreekt met «Geliefden !"

Hier schijnt de gewoonte den dominé 'n part te hebben gespeeld.

Deze rede is, zooals W. ia zijn L. S. óok vertelt, »ia verschillende plaatsen van Ons vaderland in den laatsten tijd door - (hem) gehouden" en daarbij heeft hij dan het hierboven genoemde woord des Heeren doen bezien als »Beeld van het toekomstig Eindgericht".

« Uit een nootje op bl. 14 verneemt de lezer, dat zij geschreven is in het begin van December 1918.

De verademing, die - ca vierjarigen krijg de wapenstilstand gkf, maar ook de beklemming, die kort daarop, erger dan de Spaansche ziekte, de over onze Wcstergrenzen uitgebroken revolutiekoorts gaf en waarvan zich in de > roode week" van No\ ember binnen onze grenzen bedenkelijke veischijnselea vertoonden, deze verademipg en beklemming had ook Ds. WISSE in haar plotseüngen overgarg doorleefd, en de gemoedsontroering van dat onverwachte heeft hij terug weten te geven in zijn rede.

Meesterlijk mag daarbij zonder overdrijving de greep heeten, waarmee hij al terstond hei Schriftwoord van Matih. 24 midden in de wereldschokkende gebi-ursenissen ouzer dagen zet. Want in die gebeurtenissen een verschijnsel ziende, dat een volle schrede in de richting dier Voleinding brengt wier dag of ure niemand weet, doet hij zijn hoorders verstaan, dat in het Jpzus-woord: »Het zal zijn als in de daaen van Noach" de gtdachte ligt, liai ah Zijn toekomst genaken zal^ de wereldgeschiedenis als 't ware zal ombuigen tot haar aanvang.

Vlak tegen het beketide woord van den wereld wijze: ide geschiedenis herhaalt sich nief\ stelt bij hier het woord , van Oen Christus. Eu na eerst uit vs. 37 ia het algemeen de overeen komst tusschen de dagen van NOACH en onze dagen te hebben doen zien, belicht hij dan in even trouwe gebondenheid aan de verzen 38—41 die overeenkomst in haar verbijzoaderingen.

Zeker, dat is meer gedaan.

Maar de wijze waarop WISSE het hier doet, is toch ongemeen.

Dit ongemeene zit 'm nog niet in de bezonnen exegese en de combinatie-gave, maar ia den als vrucht vaa ernstige bezinning, meer dan gewonen kijk op het zieleleven zijner tijdgenooten en op hun tegengestelde ideeën., die zich op sociaal en pohtitk gebied, op dat der kunst, wetenschap en wijsbegeerte, in het wereldgebeuren onzer dagen openbaren..

Ea ook zit 'm dat ongemeene in wat hij düs ziet, zóo te zeggen, dat de meest eenvoudige hoorder hem verstaat.

Verstaat, zoodat ook diens kijk op eigen ziel ea wereld er door verhelderd en verbreed wordt.

Maar, en' hier wil ik nadruk op leggen, deze rede brengt ook, zoowel meer ontwikkelden als eenvoudigen, verstand van nog iets anders.

Waar zij toekomt aan de verbijzonderingpu, aan het twee op den akker, in den molen., op het bed (Lukas) wordt ook het accent gelegd op de aapgrijpende tegenstellir g: cte een zal aangenomen en de ander zal verlaten worden.

De redenaar wijst dan eerst op wat hij teekenend noemt, > het stofkantig menschelijk leven, " het natuurlijk leven, dat aan wiè aangenomen en verlaten worden gemeen is.

Dan, daar biyft het niet bij.

WISSE toont zich ook hier verkondiger van het evangelie te zijn, want van hen, die aangenomen worden, spreekt hij dan verder als van, »die te midden van al dat aardsche en stoffelijke leven zich vreemdeling voelen; die behalve dit natuurlijk aardsche leven, nog een ander, een geestelijk leven kennen; wier burgerschap boven ligt."

Zoo hier, als in het slot vaa de rede, waarin uit vers 42, het gehoor vermanend maar ook vertroostend wordt toegesproken. Vermanend wie niet bekennen., vertroostend wie wel beketinen^ • klinkt ia vollen klank het evangelie van Gods genade in Christus op.

Ia December werd deze tijdrede geschreven

Zij verdient nog te worden gehoord, en wie niet in de gelegenheid is haar te hooren kan ik ten zeerste aanbevelen, haar te gaan lezen.

Als er 'n Se duizendtal van wordt opgelegd, zuilen daar nog hoogere belangen mee gebaat zijn dan de mercantiele der Leidsche Firma BOUWMAN & DE KLER.

2. T. FERWERDA Geref. predikant te Amsterdam, WAT 'MOET DE KERK DOEN OM HAAR IN­ VLOED OP HET VOLKSLEVEN TE HANDHAVEN? 1919. W. ten Have — Boekhandel — Amsterdam.

Ook een klein boekje van slechts 16 bladzijden, maar niet minder lezenswaardig dan het vorige. Het is het gedrukte referaat dat door Ds. FERWERDA op de Gereformeerde Predikantenconferentie, den 18en en 19en September 11. te UTRECHT gehouden, is uitgesproken.

Om belangstelling voor dit zoo actueel referaat, etwelk mijn volle instemming heeft, te wekken D n tot kennismaking er mee te dringen weet ik iet beter te doen dan de. 7 stellingen, die er d n toegelicht worden eo dat op een wijze die even klaar en duidelijk als, naar het mij voor­ s komt, overtuigead is, hier-te laten volgen. m

Vooraf zij nog opgemerkt, dat de referent in het bijzonder de Gereformeerde Kerken in ons land op het oog heeft (p. 6). m

Die 7 Stellingen dan zijn:

1. De bewering, als zou de Kerk haar iavloed op het volksleven verlieicn, mag ni«; t voetstoots door ons worden toegegeven. c

2. Zal de Kerk haar invloed op het volksleven ook in dezen tijd handhaven, dan moet zij, zich verzettende èa tegea dea allerwege opkomendea drang naar synthese, èa tegenover het concurreerende optreden van allerlei religieuze vereenigingen en bonden, welbewust zichzelve blijveu. h

3. De roeping der Kerk tegenover het volkslevea is, als een stad op den berg, de haar geopenbaarde waarheid Gods te belijden, deze voor de publieke conscientie te leggen en aldus ia te werken op de geestelijke stroomingen van haren tijd.

4. Om deze roeping te vervullen moet zij, in belijdenis en prediking, blijk geven, haar tijd te verstaan.

5. Het , is daartoe wenschelijk, dat de belijdenis ea de liturgische Schriftea worden oaderworpeu aan eea revisie, in dezen zin, dat er een plaats ingeruimd worde aaa de groote cultuurvragen, die sinds Tlordt ziju opgekomen, opdat de Kerk, duidelijker dan nu het geval is, de taal spreke van haar tijd.

6. De prediking geve, zonder op de verschillende philosophiéche ea sociale problemen in te gaan, blijk, dat ernstig gerekend wordt met de vragen, waarmede (Je geloovige van dezen tijd te worstelen heeft.

7. De Kerk blijve zich steeds bewust, dat het resultaat van een getrouw vervullen harer roeping nooit zal zijn een aigeheele heiliging van het volksleven; dat integendeel naar mate het einde nadert, haar invloed schijnbaar geheel verdwijnen zal; doch dat zij genoeg heeft ge-, daan, zoo zij ia voor haar tijd verstaanbare taal den rechtvaardige heeft gezegd, dat het hem wèl eu den goddelooze, dat het hem kwalijk zal gaan.

Ds. FERWERDA, die ook eea maa is welke zija tijd beleeft, heeft door het houdea en meer nog door het publiceeren vaa dit zoo bezonken referaat zich aanspraak verworven op den dank zijner kerkgenooten.

Het is een «tijdrede", die wij. Gereformeerden, niet dan tot eigen schade ongelezen zouden laten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's