GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 30

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

28

schijnbare volkomenheid van toepassing was, hetgeen Fichte aldus uitdrukt: „Die unverheirathete Person ist nur zur Halfte ein Mensch." De vrouw is voor den man eene hulpe; zij is als tegenover hem, waarmee volgens Calvijn dit wordt aangeduid, dat even wijd als hij zijne wieken uitslaat, zij hare vleugelen moet ontplooien; eene hulpe hem moet wezen voor den ganschen omvang van het leven: Jut sciamus ad omnes vitae partes atque usus patere coniugium." Niet alleen bestaat het huwelijk voor het lagere natuurlijk leven. •^ Wel is van deze instelling ook dit het doel, ,opdat", gelijk het formulier onzer Gereformeerde kerken zich uitspreekt, » een iegelijk, alle onkuischheid en booze lusten vermijdende, met een goed en gerust geweten moge leven j " maar toch het huwelijk gaat aan den "* val vooraf, bestond reeds eer het gif der zonde ons ingeslopen was, alvorens onze ziel ooit met onkuischheid was bezoedeld, waarom het in dien tijd, zoo schrijft Calvijn, »non potuit esse remedium morbi qui nondum erat" ^), etc. Maar zoo ontbrak ook de aanleiding voor het verbond der genade nog, en wordt, gelijk Voetius opmerkt, ook daarin de dwaling openbaar van de Roomsche kerk, die, schoon zij eenerzijds het huweUjk, dat naar Gods Woord eerlijk onder allen is, ja, een plicht voor wie zich niet bevindt in bijzonderen toestand, aan hare geestelijken durft' verbieden, — aan den anderen kant dat hun niet gedoogde huwelijk stempelt tot sacrament, tot een teeken van het verbond der genade, alhoewel bij het instellen er van het verbond zelf nog niet gesloten was ^). Terecht wordt dan ook door ons meergenoemd huwelijkslormulier als eerste oorzaak van de instelling des huwelijks dit genoemd, »dat de een den anderen trouw zou helpen en bijstaan in alle din-\\ gen, die tot het tijdelijke en eeuwige leven behooren." -*"' Het leven is niet absoluut gescheiden in twee deelen, waarvan het eene ter bearbeiding aan den man gegeven is, die daarvoor ook genoeg heeft aan de hem geschonken krachten, terwijl de andere

1) Aanteekening op 1 Cor. VII : 2. ") Politicae ecclesiasticae partis primae Liber III. Tract I. Cap. I § 1 II.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884

Rectorale redes | 102 Pagina's

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884

Rectorale redes | 102 Pagina's