De hoogste vrijheid - pagina 47
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
DE HOOGSTE VRIJHEID.
45
dat zij hunne kracht ontleenden aan hunnen Heer en Meester, Jezus Christus, en hebben zij zich tevens éenes geestes gevoeld met de oude profeten onder Israël, die den Naam verkondigden van Jehova, denzelfden God, dien ook Jezus Christus zelf heeft verkondigd. Zoo is die vrijheid, welke de verkondigers van Jehova en van zijnen Zoon Jezus Christus eenvoudig g e n o m e n hebben, met alle vrijheden die daarvan weder het gevolg waren, een gemeengoed geworden van de meeste Christenvolken der aarde. Zijn nu deze feiten alzoo, maar zijn zij niet te danken aan de macht van dien Heer zelf; is deze niet de levende Zone Gods, naar eene legende, een zelfbedrog of een ideaal dat de menschelijke geest zich geschapen heeft, dan moeten wij aannemen, dat die vrijheid slechts verkrijgbaar is, althans slechts verkregen is door het gelooven in wat niet bestaat, en dat de profeten en godsgezanten, die, gedurende eene reeks van eeuwen,, de christelijke vrijheid hebben voorbereid door ten koste van hun leven en rust Jehova boven alles te eeren, niets dan dwaling en fictie hebben omhelsd, zoodat de grootste goederen der menschheid verkregen zijn door het geloof in den leugen. Ik vraag: is dat waarlijk aannemelijker, dan dat wij hier te denken hebben aan de wonderbare kracht Gods? Wat mij aangaat, ik zie in het bezit der godsdienstvrijheid, voorzoover deze thans veroverd is, niets anders dan een gevolg van de overwinning van Jezus Christus over de afgoden, die telkens tegenover zijn rijk worden opgericht. Buiten Christus is op den duur godsdienst- en gewetensvrijheid onbestaanbaar; de behoefte aan orde is bij de menschen zóoals ze nu eenmaal van nature zijn, sterker dan debehoefte aan die vrijheid, en voor een onbekenden God of voor een ideaal heeft nog nimmer de menschheid offers, laat staan haar leven veil gehad. Het is noodig zich hiervan wel te doordringen; want de overwinning is nog verre van voltooid, en Christus wordt nog niet alom als Koning geëerd. Daar zijne belijders en getuigen blijven volhouden, dat Hij, die de wereld overtuigt van zonde en ongerechtigheid, eenmaal komen zal om te oordeelen, en over heel de aarde zal heerschen, zoo kan de wereld tegenover die belijders, geenszins neutraal zijn, en zal zij steeds dezen voor staatsgevaarlijk uitkrijten, en hun naar vermogen óf de vrijheid óf althans eiken invloed pogen te benemen. Tegenover het Christendom blijft
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1887
Rectorale redes | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1887
Rectorale redes | 56 Pagina's