GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 20

Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

18 mogelijk gewaarborgd ^). Door alle die Kerken was dan ook reeds aangenomen, wat in die belijdenis op het stuk van kerkregeering uit Grods Woord was afgeleid ^). En met name was men het dus eens over deze beginselen: geenerlei regeering, dan die aan Gods Woord gebonden en daarvan afhankelijk is; onder die bepaling, en dus onder Christus als het eenige Hoofd, alle kerkelijke macht bij de Kerken zelve, uitgeoefend door den plaatselijken kerkeraad; alle Dienaren, en dus ook de Kerken waaraan zij verbonden zijn, in macht en gezag met elkander gelijkstaande; en de geloovigen allen samen leden van de ééne, algemeene Kerk, en dus ook geroepen om de eenheid van die Kerk door de daad der vereeniging zooveel mogelijk te doen uitkomen. Toegepast op de bevoegdheid tot het vaststellen eener kerkenordening, kan dit ook aldus worden uitgedrukt: dat voor iedere Kerk die bevoegdheid aan den Kerkeraad toekomt; mits binnen de grenzen, die hem door Gods Woord gesteld zijn; en dus ook met de verpUchting, om zooveel mogelijk in vereeniging met de andere Kerken daarvan gebruik te maken. Maar uit die beginselen vloeit dan nu ook rechtstreeks voort, dat dus de Synode van Emden zich op geenerlei wijze eene bevoegdheid heeft aangematigd. Zij had, voor zooveel de Nederlandsche natie betrof, macht tot het maken eener algemeene kerkenordening, omdat alle Kerken en een iegelijke Kerk hare macht aldaar hadden samengebracht. Dit had nu gekund, en dus ook gemoeten; en in die bijeenkomst had natuurlijk de een aan den ander wel eens iets moeten toegeven. Maar de daaruit ontstane algemeene ordening werd nu toch aan niemand van buiten opgelegd. Zij was voor geene enkele Kerk als het ware iets vreemds. Metterdaad was zij vastgesteld, juist door hen die in iedere Kerk daartoe de bevoegdheid hadden. Zij had algemeene geldigheid, juist omdat de Kerken zelve haar voor zich zelve gemaakt hadden. Toen dit eenmaal geschied was, hadden alle volgende Synoden daarin een grondslag om op voort te bouwen. Niet, alsof die volgende Synoden nu eene andere bevoegdheid hadden; alsof door die eerste Kerkenordening ééne enkele groote Landskerk was in het leven geroepen, waarin alle plaatselijke Kerken zich als het ware zouden opgelost hebben, waaraan zij hare leden zouden hebben overgedragen, en waarover de Synode als een algemeen bestuurscollege nu eene eigene macht zou ontvangen hebben. Dat zou in volkomen ') Zie artt. 2—5 van de Emdensche acta. ^) Vgl. artt. 27—32 van de Nederlandsche Confessie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's