GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 32

Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

so althans niet anders dan oogluikend geduld worden, niet slechts gerechtigd, maar ook zelfs geroepen zijn, om de noodige ordinantiën zelve vast te stellen; terwijl dienovereenkomstig dan ook nooit beweerd is, dat de Overheid te dien aanzien eene algemeene roeping had,ook voor Rooraschen en Doopers en Joden, en voor alle secte die slechts werd getolereerd. Op dien toestand der Kerk rustte het geheele standpunt, dat de Overheid innam; en juist daardoor wordt dit standpunt ook verklaard, en zelfs eenigszins gerechtvaardigd. Die het voor haar opnamen, wezen er gedurig op, dat het souverein gezag ongeschonden en ondeelbaar aan de Overheid blijven moest, en dat daarom een imperium in imperio nimmer kon geduld worden. En nu kon wel in oprechtheid geantwoord worden, dat dit ook volstrekt niet door de Kerken bedoeld werd. Maar het laat zich bij de Overheid van dien tijd toch zeer goed begrijpen, dat zij daarmede dan nog niet was voldaan. Het was enkel door hare beschikking, dat die ééne Kerk haar publiek karakter had. Juist uit dat karakter vloeide voort, dat zij des te grooteren invloed had, en dat hare tucht in vele gevallen ook op Staatsgebied aanstonds werking had. En omdat nu misbruik van dien invloed en van die tucht in ieder geval niet ondenkbaar was, kon met zeker recht gezegd worden, dat de Overheid zich aan mogelijk misbruik niet kon blootstellen, en dus met betrekking tot de macht, die zijzelve verleend had, ook de hand aan den teugel moest houden. Daaruit verklaart zich dan ook, dat de Overheid bijna altijd dat standpunt heeft ingenomen, ook wanneer de personen, waaruit zij was samengesteld, voor het overige inderdaad Gereformeerd waren. De Kerk had zeer zeker gelijk, dat zij hare vrijheid in Christus niet kon opgeven; maar de Overheid, die zich als zoodanig wilde handhaven, was toch ook in haar recht. Bij het stelsel, dat men met de reformatie had aangenomen, was de strijd dan ook inderdaad onoplosbaar te noemen. En wie van die beiden, zoo is nu de vraag, wie heeft in de praktijk zich het meeste gehandhaafd? Of, om die vraag te bepalen tot het onderwerp dat ons bezighoudt: is de ordening der Kerken door de Overheid goedgekeurd? Of, nog nader bepaald, daar hetgeen betrekking heeft op de redactiën van de 16e eeuw slechts een tijdelijk karakter had ^): is er op de laatste redactie, die van 1619, politieke approbatie verleend ? ^) In hoeverre de oude Gereformeerde Kerkenordening, in hare redactiën van de 16" eeuw, door de Overheid goedgekeurd is, blijkt o. a. uit de stukken die zijn opgenomen in de Ned. Syn. Acta, op de plaatsen die in het Eegister, in voce „Overheid", zijn aangegeven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's