Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 93
Rede, gehouden bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit
85' voor het zich verliezen in ijdele verwachting. Met een wandel van jongsaf in vlekkelooze reinheid, was hem de tollenaarsbede toch zoozeer tot vleesch en bloed geworden, dat de ontmoetmg ook met den ellendigste meest het besef van onverdiende genade in hem scheen te wekken. Weinigen, die met hem aan de Leidsche Hoogeschool hebben vertoefd, zullen den indruk van zijne persoonlijkheid reeds in die omgeving, vergeten. Oppervlakkigheid waant zoo vaak, dat scherp belijnde beginselen niet voor den jongeling zijn. Een beginsel is iets anders dan regel op regel. Van den Bergh kende het geheim om oud èn jong tot zich te trekken. Moeielijk valt te berekenen wat hij voor de Universiteit zou zijn geweest; voor den kring der Hoogleeraren zoowel als voor dien der Studenten, en door hen voor Volk en Vader-, land. Wie zich dit poogt in te denken, heeft moeite stille te zijn. Vergete echter wie treurt over dit heengaan niet, dat, zij het ook niet ten volle bewust, de hulde aan een persoon soms de prijs is, waarvoor wij ons het recht meenen te koopen om aan het volgen van zijn voorbeeld ons te onttrekken. Van den Bergh trok lijnen. Het uitspreken van beginselen werd bij hem niet door de vreeze weerhouden van ze straks als een macht tegenover zich te zien. Laat zooveel genade als in hem tot ons kwam niet verloren gaan; ja, eenmaal tegen ons getuigen. Met hem werd gelijktijdig tot buitengewoon hoogleeraar in de faculteit van G-odgeleerdheid benoemd de heer Dr. G-. H. J. W. J. Geesink. Den 19den September 11. aanvaardde deze zijn ambt met het uitspreken van eene redevoering: Be beteekenis van het leerstuk der oorspronkelijke gerechtigheid voor de godgeleerde sede^ kunde. Waar wij Dr. van den Bergh met zooveel rouw missen, is uw komen bij het zoo beperkte cijfer onzer krachten ons te meer oorzaak van vreugde. VervuUe de Heere onze hope en uwe bede. In den kring der hoogleeraren had nog eene verandering plaats, waarvan wij de beteekenis niet ten volle kunnen overzien. De hoogieeraar Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman, sedert den zomer „ van 1884 als hoogleeraar aan onze Stichting verbonden, werd dezen winter geroepen tot het ambt van Minister van Binnenlandsche Zaken. Op zijn verzoek om ontslag meenden Heeren Directeuren moeielijk te kunnen ingaan. Met blijdschap kunnen we melden, dat de Heer Lohman genoegen heeft genomen met bloot van alle
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1890
Rectorale redes | 100 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1890
Rectorale redes | 100 Pagina's