De wetenschap van den Logos - pagina 41
Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit
35. eene bezitting van den mensch, die geheel onafhankelijk alleen in zijne eigene macht stond. Integendeel: het vermogen, hoezeer ookv tot het wezen van den mensch behoorende, was bezitting, geen eigendom, en de werking van het vermogen i) stond niet in zijne / macht, maar werd hem voortdurend gegund, verleend door zijnen Schepper. Die afhankelijkheid echter van zijnen God leefde voort-^ durend in het bewustzijn van den mensch als iets, dat van zelf sprak, waaraan hij niets wenschte te veranderen; hij stond voortdurend in harmonische g e m e e n s c h a p met zijnen God en ontving
uit
diens
heilig
wezen
onophoudelijk
leven
en
licht.
Zoodra echter door invloed van buiten eerst twijfel, dan onge-> hoorzaamheid, dus afval van God, gewekt wordt, volgt de scheiding v van God in het bewfustzijn des menschen, de geestelijke dood.
J
Voortaan leeft ook de menschelijke logos niet meer in rechtstreeksche gemeenschap met den Schepper door zijnen Logos; de band is verbroken en de dood van den menschelijken logos moet het gevolg zijn.
Daarmede gaat echter de dood van het,
menschelijk geslacht gepaard, want zonder logos geen mensch..i Dat uiterste treedt evenwel door de barmhartigheid des Scheppers voor zijn schepsel niet terstond in. Gods genade draagt nog zijn maaksel: ofschoon het verbannen is uit zijne gemeenschap, schenkt Hij door zijnen Logos nog zooveel licht aan den menschelijken logos, dat er een besef is van Gods bestaan, en Zijne eeuwige kracht en goddelijkheid uit de schepselen kan worden verstaan en doorzien 2), dat de mensch
1) De onderscheiding is wetenschappelijlc, het niet onderscheiden is louter empirie, geen
wetenschap.
Dat de vermogens niet onafhankelijk van elkander en in tegen-
stelling met elkander werken is b e t r e k k e l i j k waar; het zijn vermogens van een en hetzelfde ondeelbare ik. (Molière's dikwijls
Le
Malade
misbruikt is.
Dat
het
imaginaire)
begrip zal
vermogen
niemand
misbruikt kan worden
ontkennen,
ook
Maar van welke begrippen geldt dat niet?
niet, dat het
Tegen Höffding,
pag. 108. 2) Joh. 1 : 5 ; Rom. I : 21. Tegen de bedenkingen der nieuwere uitleggers (vooral Weiss in de nieuwste uitgave van Meyers Commentaar) vat ik ook Joh. 1 : 9 : lyj' rb
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891
Rectorale redes | 70 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891
Rectorale redes | 70 Pagina's