GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ideëel en reëel - pagina 55

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ideëel en reëel - pagina 55

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

53 en worden en in zijne tallooze relatien, het zijn zoowel als het bewustzijn, heeft voortgebracht. — Het ideëele bestaat in de tweede plaats geobjectiveerd, ectypisch, in den kosmos en in den mensch', in zoover beide, in hun verwantschap zoowel als in hunne tegenstelling, de uitwerking zijn van het ééne scheppingsplan. Deze objectiveering of daarstelling kan, tegenover de ideeën zelf, het reëelé genoemd worden, waaruit dan echter terstond volgt, dat het ideëele niet minder in waarde ten opzichte van het zijn kan wezen dan het reëele, maar de grond is van dit reëel bestaan. En eindelijk: het ideëele bestaat in den geest van den mensch of van het menschelijk geslacht, daar hij, als naar Gods beeld geschapen, krachtens dezen geestelijken aanleg, de ideeën, in den kosmos geobjectiveerd, daaruit kan kennen, en alzoo een eigen wereld van ideeën in zich dragen, die, voor zoover zij geworteld zijn in het wezen, het verband en de orde van Gods schepping, zijne wetenschap vormen. Vóór ik nu kom tot het laatste deel mijner rede wil ik nog een tweetal opmerkingen vooraf laten gaan. Vooreerst toch moet ik er op wijzen dat de wetenschap, naar de idee zelf, die in haar als in alle ding en verhouding der dingen ligt opgesloten, een schat is, kostelijker dan eenig ander ding. Maar wat is het dan dat die wetenschap zoo kostelijk maakt, wat is dat wondere genot dat de menschheid drijft om de wetenschap te zoeken, niet om eer en niet om het praktische nut, maar om haarszelfs wille? Plato antwoordt dat de ziel, vóór zij op aarde kwam, de hemelsche ideeën heeft aanschouwd en dat, wanneer zij nu hier op aarde de afdrukken der ideeën in de dingen waarnemende, daardoor aan die bovenaardsche ideeën wordt herinnerd, zij verbaasd wordt en verrukt en ontbrandt in geestdrift i). Wij belijden, dat de mensch, geschapen naar Gods beeld, daardoor in de eerste plaats had ware kennis van God i)

Phaedrus 244a.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's

Ideëel en reëel - pagina 55

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's