GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Evolutie of revelatie - pagina 79

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evolutie of revelatie - pagina 79

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

77 betrouwbaar verdedigen; 3e omdat de zoogenaamde „coincidenzpunten" tusschen de Assyriologische en Bijbelsche chronologie berusten op identificaties, die volstrekt niet vaststaan; met name geldt dit ten opzichte van Achab, gelijk reeds vroeger is aangetoond (zie noot 69), wiens vermelding door Salmannassar II juist het hoofdstruikelblok is voor de bijbelsche chronologie. Hoe uiterst voorzichtig men echter met deze identificaties zijn moet, leert niet alleen het voorbeeld van Azrijau van laudi, dien men vroeger ten onrechte voor Azarja van Juda hield, maar niet minder de vermelding op een inscriptie van koning Sanherib 705—681 van een naam, die sprekend op Menahem van Samaria (Minhummu van Samsimurunaa) gelijkt en dien men dan ook zeker met dezen Menahem zou geïdentificeerd hebben^ indien de inscriptie van Tiglat-pileser III (745—727) dezen Menahem niet als in ziJn tyd levend vermeld had (TH. PINCHES, I.e. p. 374). 77) Het zou minder vriendelijk zy'n hier namen te noemen. Wie op de hoogte is van de betrokken literatuur, weet, hoe deze en nog veel dwazer beweringen door de Apologeten gebezigd zijn, en in secondhand-handboeken nog altoos de rondte doen. In hoofdzaak richt mijn critiek zich echter op het gansch onjuiste standpunt, alsof van dergelijke vondsten voor ons de geloofwaardigheid der Schrift sou afhangen. Wanneer zelfs een vaderlandsch godgeleerde schrift: „Ook is het door de getuigenis der inschrilten nu volkomen juist gebleken wat de Schrift ons in Gen. XIV: 4 verzekert", dan geven zulke uitdrukkingen aanleiding tot misverstand. En nog erger is het, wanneer de orthodoxe prof. KITTEL, Die babylonischen Ausgrabungen, p. 21 na een beroep op de jongste ontdekkingen, zegt; „so werden wir in der That sagen können, es spreche eine hohe WahrscheinUchkeit dafür, dass Abraham ein geschichtliche Gestalt der israelitischen Vorzeit sei". Zoo versterkt men niet, maar verzwakt men de autoriteit der Schrift. Zelfs Delitzsch toont meer piëteit voor de Schrift te hebben, wanneer hij (Tweede voordracht, p. 2) opmerkt: „Ich vermeide es grundsatzlich, immerfort von „Bestatigungen" der Bibel zu sprechen. Denn wahrlich es ware schlecht bestellt urn das Alte Testament als eine Quelle der alten Geschichte, wenn es allüberall erst der Bestatigung durch die Keilschriftdenkmaler bedürfte". Wat de aangehaalde voorbeelden betreft verwijs ik naar aant. 78, 79, 80, 81; alleen merk ik hier voor den min kundigen lezer op, dat de zoogenaamde nabataeïsche inscripties op den Sinaï, die bisschop Clayton aan de Joden toeschreef, eerst uit het begin onzer jaartelling dagteekenen (EBEBS, Durch Gosen zum Sinai, p. 166 en vv.). De dwaze speculaties van PIAZZI SMITH, Life and work at the Oreat Pyramids, over de getallensymbohek der pyramides behoeven niet weerlegd te worden, nu men weet hoe de pyramiden ontstaan zijn. 78) Het is volkomen juist, dat de namen der patriarchen teruggevonden zijn op contract-tafeltjes in Babel, omstreeks 2000 jaar vóór Christus geschreven;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903

Rectorale redes | 136 Pagina's

Evolutie of revelatie - pagina 79

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903

Rectorale redes | 136 Pagina's