GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 120

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 120

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

410 Luther meermalen gewezen op Staupitz als den geestelijken leidsman „per quem primum coepit evangelii lux de tenebris splendescere in cordibus nostris" (ENDERS, Luthers Briefwechsel, 4, 231), omdat deze hem het eerst de rechte beteekenis van het woord poenitentia had doen verstaan, (t. a. p. 1, 196, 197), hem vermaand had niet te tobben over „Puppensünden", daar Christus „die Vergebung rechtschaffner Sünde" is (Luther's Werke, E. A. 58,182) en toen Luther angst had voor de praedestinatie, hem geraden had tot de wonden van Christus de toevlucht te nemen (E. A. 60, 160). Maar al brachten zulke toespraken hem een oogenblik troost, het beslissende keerpunt is toch eerst gekomen, gelijk Luther zelf steeds heeft gezegd, toen hij „illustrante Spiritu Sancto" leerde verstaan, dat de justitia Dei in Rom. 1, 17 niet was de „iustitia formalis seu activa, qua Deus est iustus et peccatores iniustosque punit", maar de „justitia passiva, qua nos Deus misericors iustificat per fidem, sicut scriptum est: Iustus ex fide vivit". Dat was de ure zijner bekeering geweest: „hic me prorsus renatum esse sensi, et apertis portis in ipsam paradisum intrasse" [Luthers Werke, E. A. var. arg. 1, 22, 23; cf. E. A. op. lat. 7, 74; 10, 155 ; en voorts de Tischreden in Lauterbach's Tagebuch, p. 81,130 en KROKER, Luthers Tischreden, p. 309 en v.v,). Aan dit uitdrukkelijk getuigenis van Luther te twijfelen, acht ik niet geoorloofd, omdat het zijdelings bevestigd wordt door andere uitlatingen van Luther, die uit veel vroeger tijd dagteekenen [Luthers Werke, E. A. 19, 130 uit 1532; 10, p. 21, 22, uit 1521; W. A. 5,144 uit 1519; FiCKER, Lu(hers Vorlesung über den Römerbrief, I, 2, p. 14, uit 1515 en Luthers Werke, W. A. 3, 31, uit 1513), zooals ik in noot 26 heb aangetoond. Er heeft dus wel degelijk een „religiöses Erlebnis" plaatsgevonden, een crisis, die voor Luther's zieleleven beslissend is geweest gelijk dan ook tegenover Denifle en Braun terecht door Loofs, Scheel, Boehmer e.a. met nadruk is volgehouden. Een „methodistische" bekeering was dit echter niet; ook heeft Kawerau volkomen gelijk, wanneer hij zegt: „Da ist nichts von Schwarmerei dabei". Er is geen sprake van een stem uit den hemel, of van een rechtstreeksche ingeving van den Heiligen Geest. Luther leerde door de Schrift (Habakuk 2 : 4) de beteekenis van de „justitia Dei revelata in Evangelio" (Rom. 1 : 17) verstaan en daardoor werd zijn zielsangst voor de gerechtigheid Gods weggenomen. „Aber ebenso verstandlich ist auch," gelijk Kawerau opmerkt, „dasz es bei der fundamentalen Bedeutung, die diese Erkenntnis für ihn gewann, fortan sagen kann: Diese Kunst hat mich der hei-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 120

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's