GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geschenken der voorzienigheid.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geschenken der voorzienigheid.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De velden der literatuur staan wit en de moderne rijke-dwaas, metende den overvloed, vraagt trotsch-verlegen: „Wat zal ik doen met al dit mijn gewas" ?

Het is hier thans niet de plaats een soort diagnose te vormen van de zielsgesteldheid, welke deze óverproduktie heeft veroorzaakt.

Voor het doel, dat wij met deze artikelen voor oogen hebben, is het onverschillig, of deze boeken-zondvloed het gevolg is van een werkelijke jeugdsvernieuwing der oude menschheid, of juist omgekeerd het begeleid-verschijnsel van een seniele inzinking, ' gelijk men die waarneemt bij sommige praatgrage menschen op zekeren geheimzinnigen leeftijd, wanneer zij de bezinning missen hun woordenstroom te kontroleeren en tijdig stop te zetten.

Het is zéér goed mogelijk, dat beide faktoren, van opleving en ontaarding, een rol spelen.

Ons is het te doen om de bepaling van onr.e verhouding en houding tegenover den verlagenheid-wekkenden overvloed.

veel­ Zoowel de veelheid als het soort der heid maakt verslagen, machteloos.

Indien de wereld weinige boeken schiep, was er geen keuze.

Dan was er rust van stil, gekoncentreerd. beschouwen.

Voor het, in de uitstalkast van een boekwinkel tentoongesteld, doek blijft de straat-drentelaar gre tig-aandachtig enkele minuten staan en hij neenjt een kortstondige impressie mee op zijn tocht.

Hij hoefde niet te kiezen, • — deze ééne schilderij bood zich aan, drong zich op.

In de eindelooze zalen van het Rijksmuseum echter, waar veel edeler kunst geëxposeerd is dan het geziene winkelkast-derderangs-doek, wordt deze .'oif. de mensch beu en duizelig, en hij neemt niet ve4 meer dan een onbevredigd gevoel van verwarring mee.

Maar ook de soort van de moderne veelhei dsproduktie kweekt verlegenheid.

Door den bijna ziekelijk-rojalen wasdom der literatuur is het algemeene peil van de artisticiteit en vooral van de geestelijke waarde der boeken dermate gedaald, dat men zonder onbillijk sarcasme van een intellektueel proletariaat, een voorbij g-: i an de massa-kunst kan spreken.

De menschheid baart geen eersterangsgenieën meer, omdat ze teveel andere-rangssclirijvers produceert.

We hebben geen Dante, Goethe, Shakespeare. Zelfs tot de voortbrenging van een klassiek b.iek als de camera schijnt onze tijd onmachtig.

Er komen geen boeken, zóó eenvoudig-magistraal en natuurlijk-wonderbaar, dat men niet behoeft te kiezen, omdat zij ons kiezen, nemen en overweldigen.

Er steken geen reuzen uit boven de veelvoudige

kunstenaarsmiddelmaat. Het is hoogland zonder duizelingwekkende bergen.

Het is haast onverschillig wat je neemt, en je verliest zoo weinig als je niet neemt.

Er schijnt iets verstandigs te zijn in het g.^ drag van het eenvoudige vrouwtje, dat zei: „Ik lees niet anders dan mijn bijbel en de feuilleton".

Zij zelf had den bijbel gekozen, en verder gaf zij het over aan de direktie van haar christelijk dagblad.

Dit is ook een verlossing uit de verlegenheid. En verdient deze naïeve ziel medelijden?

Zeker verdient ze geen hooghartig medelijder, maar óók geen stomme navolging.

Wij, die ons niet verantwoord weten met een botte mijding van de, uit het christendom gerijpte, of op de breede velden der gemeene gratie gegroeide, literaire kuituur, blijven zitten met de verlegenheidsvraag: Wat moet ik doen met dit gewas ?

Laat ons beginnen met de moeilijkheid in haar zuivere afmeting te zien.

Laat ons vooral leeren de roeping tot keuze te beschouwen in het licht van de goddelijke voofzienigheidsleiding.

Voorzienigheid is levensbestiering, die voor den mensch kiest, of den mensch de gelegenheid tot keuze schept.

Dezelfde God, die bepaalt de betrekking tot het geslacht, en de plaats in het gezin, waaruit wij worden geboren, en in welks levenssfeer wij opgroeien, bestemt, mét deze relaties, ook het geeste.sen kultuurvoedsel, dat over onze mensch-ontwikkeling beslist.

Is er, — om een illustreerend voorbeeld van voorzienigheidskeuze te nemen, — niet een achteraigeziene mystieke stipulatie van uw levensweg ten opzichte van de vorming van uw vriendenkring? Het komt geen oogenblik in u op, het uzelf aan te rekenen als een gemis, dat de groote massa voor u „vreemdeling" blijft en gij onder de velen slechts enkelen hebt, diè voor u wat „zijn". Ook was er bij u nooit een angstig tasten of wachten, een stremmend gevoel van verlegenheid om het niet-weten wien gij kiezen zoudt.

Hier werkte in u het aangeboren instinktief vertrouwen in dien God, die „een iegelijk (niet alleen zijne huisvrouw) maar ook zijne vrienden als met zijn vaderlijke hand hun toebrengt."

Diezelfde hand werkt ook mysterieus verborgen, maar desniettemin beslist providentieel, in het schijnbaar redeloos toevalspel, dat u de stille vrienden, die boeken heeten, doet ontmoeten.

Want waarlijk, het is geen oratorische gewichtigdoonerij, wanneer men boeken vrienden, en de dankbare, konstante, genegenheid, die de ziel voor hoeken koesteren kan, vriendschap noemt.

Het voorbeeld van de beteekenis, die de bij bei voor u, en van de liefde, die gij voor den bijbel hebt, als zijnde „een lamp voor uw voet en e.? n licht op uw pad", kan zonder profanie den dienst bewijzen, om u deze werkelijkheid te verduidelijken.

Boeken zijn ernstige dingen, gestyleerde gedachten, woord-geworden menschen-geest.

In het lichaam van elk echt boek is een ziel, die den toegang vraagt tot uw ziel, en, intiem bevruchtend, gedachten en stemmingen wekt, oogsten rijpen doet.

Zou God, die uw zitten en opstaan weet, uw gaan en liggen omringt, onder alle dingtn, die Hij in „zijn boek" geschreven heeft, niet ook zijn voorzienigheidsaandacht hebben gewijd aan deze gsestesdingen, die van jongsaf zoo intiem en machtif op uw leven hebben ingewerkt?

Bij onze intree in de wereld stonden ze al te wachten, onze toekomstige literaire vrienden, op den gedraaiden mahonihouten boekenhanger, ongerubriceerd en ongekatalogiseerd, bien étonnés de se trouver ensemble, — de Camera naast „de Czaar" van Alcock, „Jessica's eerste gebed" van Hesba Stretton geleund tegen „Het huis Lauernesse".

Gerdes en Kuyper, Koetsveld en Spurgeon, van Lummel en Thomas a Kempis, op één plankje.

En het hinderde ons niet, dat er geen schaduw van systeem, geen beginsel van volledigheid was in deze grillige kollektie. Wij namen geen aanstoot aan de bonte kleuren van de kunstloo'ïe prachtbandjes, noch aan de zwaarmoedige ruggen van de zwaarlijvige „oude schrijvers".

Wij kozen als kinderen het verlokkelijkste on lichtst verteerbare uit, en we sloten dadelijk ernstige vriendschap met de papieren toovenaars, die ons in nieuwe werelden, deels hel, deels para dijs, op stille voeten binnenleidden.

Er was bij ons geen sprake van verlegenheid der keuze, geen overweldiging door overvloed. D'e groote, breede, literaire wereldstroom ging verre aan dit huiselijk bibliotheekje voorbij. Wij nameii wat wij vonden, zonder te weten, dat God, met het ouderlijk huis, ook dezen huiselijk'en schat voor onze kinderziel had beschikt.

En nooit, ook niet toen we later met zorg gekozen „nummers", uit ^-élvoorziene bibliotheken, lazen, of een onderhot: * zochten met juweeltjes die in welsprekende recensies ons waren aangepreekt, is er een vriendschap gesloten zóó enthousiast en trouw, als toen uw eerste liefde op ds geërfde vrienden viel.

Deez' eerstelingen hebben aan uw gevoeligen, receptieven, geest een, door uw geheele leven héén werkende, vorming gegeven, en wel eischen verschillende indrukken zielkundige en paedadagogische verbetering, m.aar aan uw oude vrienden blijft gij gaarne de dankbaarheid voor een belangrijk deel van uw geestelijke opvoeding verplicht.

Nooit deed een boek fijnere snaren van eerlijke sentimentaliteit sidderen dan „De wijde, wijde wereld".

Nooit heeft uw hart oprechter tegen verdri.ikking en uitbuiting getoornd, dan toen ge „De Negerhut" verslond.

Nooit hebt ge met zóó zuiveren eerbied den geloofsmoed der martelaren bewonderd, als toen ge „met ingehouden adem" „Johannes Huss" op zijn doodsgang volgdet.

En misschien is u de grootheid van Jezus' genezende wondermacht nimmer zóó plastisch-reëel voor den geest verschenen, als toen ge' in „Ben-Hur" getuige waart van de reiniging der melaat-Ëcho vrouwen.

Dit alles was geen vluchtige emotie, maar een schokkende gebeurtenis, die u bewoog met uw ongerepte fantasie het papieren boek te vergeestelijken, te vermenschelijken, en het een blijvende plaats te geven in een trouwe, vriendschappelijke, herinnering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Geschenken der voorzienigheid.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's