Algemeene Opmerkingen.
Het Rafpoirtenboc'k verscheen in vermeerderde uitgave en bevat nu ook de Zendingsrapporten.
De vraag kwam bij' oins op', waarom deze rapporten niet tegelijk met de andere aan de kerkeraden waren gezonden. Grewoonte is het w'el niet, dat de kerkeraden vóór de Synode er fceiinis van krijgen, inaar zou er OT^erwegend bezw'aar tegen zijin, om er een gewoonte van te maken? •
Dat zoiu drie voordeelen k'unnen 'Ëebben. Allereer.st zor-den de kerfceraden wellicht er meerder aandacht aan kunnen wijden; als het eene rappoirt na het andere .op de tafel komt, zóu het zendingsrapport vanzelf ook een beurt krijigen; nu bestaat het gevaai'. dat men bij den .oivervloed uit twee dikke boekeu aan de zending niet die aandacht zal geven, welke zij' verdient.
Bovendien, de kerken zien 'zich'ïiu tegenover genomen beslissingen geplaa, tst en hebben geen, gelegenheid gehad hun gedachten uit te spreken. Het is moi, geliJk, dat algemeen het rapport was aanvaard, en op de meerdere vergaderingen geen voorstellen waren ge'komen; maar het schijnt ons toie, dat den fcerkeraden toch gelegenheid kon geig'even worden, hun oordeel Uit te spreken. Nu wordt het mosterd na den maaltijd; en het daurt lang voordat het weer Siynode is.
En ook, als het rapport eenigen tijid vóór de Synode aan de fcarkej-aden Wordt gezonden, heeft het no.g al den gtoed van het nieoiWe.; nu is. ihet meesfee - reeds een Jaar oud.
Deze .opmerkingen doen echter niets af aan hêt feit, - dat het rapport hoogst belangrijke lectuur biedt. Het is een genot om het te lezen.
De gedachte wordt opnieuw) bevestigd, dat de arbeid der zending iii goede handen is, iMen staat verbaasd over het vele, dat wordt afgedaan. En daar er maar weinig vergaderd, is, is; natuurlijk, ais naar gewoonte, het meeste door het moderamen verricht. BB deputaten verdienen den dank on^er kerken.
Er is wel eens gefluisterd, dat de deputaten teveel rnacht hebben. Zij weten het dan .ook zoo goed, dat
daarom nog niet heel kort geleden prof. Grosheide in ernst het voorstel gedaan, om de zendingszaken op de Svnodc maar door «en commissie te laten afdoen, daar de leden töih niet opi de hoogte zij'n? Het heeft cns hatteiijk verblijd, dat een der meest gezaghebbende (toptitaten, ds W. Breukelaar, met kracht ertegen apgekdmen is; het. mag tot geen pirijte deputatenzending worden, maar het moet kerkelijke zending blijven.
Wanneer men nu, het rapport vergelijkt met de genomen besluiten, dan blijkt duidelijk, dat de Synode liet niet zonder meer gesükt heeft. Wel doet het oenigszins vreemd aan, dat vanwege de Synodale oomjnissic over de zending ds Breukelaar in de meeste, en in allo ingrijpende gevallen rapp'orteur was, rapr porteur alzoo in zijh eigen zaak'. Maar de commissie hoeft toch zelfstandig geoordeeld, en de dingen ernstig onderzocht; hiervan waren meerdere voorbeelden te geven. En wij meenen; uit de acta te mogen opimaken, dat .het aan^ een bespire'king in de voiUe-vergadering te danken is, dat b..v. de kwestie van dei laslating .^an Pesapennog eens nader onderzocht wordt, on aan de broieders in Indiö nadere inlichtingen zullen worden gevraagd. Natuurlijk la'ijgt men uit de zeer korte • acta geen beeld van de bespreking en beh.andrfing in haar gehöel, maar het schijnt ons buiten üvijfel, dat de Synode, en vooral de oommissie voor (Ie zendingszaken, - Keer seriejie hebben gewerkt.
De scriba der deputaten, dr Hania, heeft in het rapport een zeer duidelijk. en overzichtelijk geheel gesnoven. Niet minder dan 20 hoofdstukken bevat het, al zijn er zeer korte bij^ Van verreweg de meeste zlenileiide 'kerken hadden de deputaten niets te rapporteeren, d.aar deze kerken den ra, ad of de goedkeiuring (lor deputaten niet noodig hadden.
Hierbij moet ons een oplmerldng van het hart. Zou bet n, l niet mogelijk zijn, dat de zendende kerken een-kort overzicht, van hun werk gaven aan de algelueenc deputaten; opdat deze, het in hun rappbrt •op'nan.ien? Nu staat het. zoo, dat de .kerken over de algemeene za'ken zeer breed wofrden ingelicht, maar o-nbekend blijven, met hetgeen de verschillende zendende kerken doen. Wij voelen wel, dat zulk een verslag niet to breed mag worden, maar iets is toch meer dan niets; het bijzondere bij het algemeene gevoegd, zou een tamelijk volledig overzicht geven, en .in ieder geval een meer dan flauwen indruk.
De hoofdarbeid der depiutaten w-erd aan den sohooldienst besteed. Te vergeefs zoekt gij zelfs in het register der acta naar het woord hoofddienst, medische dienst, hospitaal .enz. Nu ligt het wel in den aard der zaak, dat aan de school zooveel werk en aoioveel geld moet worden ten koste gelegd, maar vnj ontkwamen niet aan den indruk, dat ernstig moet worden overwoglen, of het niet te erg wordt. Bij ds behandeling van de schoolziakon hopen wij op dit punt echter terug te kdmen.
Wie in het register het woord , , Zending" opslaat, wordt teleurgesteld. De samenstellers, voor wier arbeid \vij natuurlijk ook alle lof hebben, zijn van de gedachte uitgegaan, dat alleen ander „zending" genoemd moet worden, wiat er mee samengesteld is, als: zendingsorde, zendingsblad, enz. Dit moge naar de letter juist zij'n, maar wij hadden liever .onder dit woiord de zendingszaken z-elf gerangschikt gezien; nu m.oiet men overal gaan zoeken. Niet minder dan 21 piunten vonden wiij in het register, die onder „zending" thuishooren, en toch elders genoemd worden, als: Java, Soemba, Pandita, Adsitatie; Zuidema, enz. Wij' vermoeden dat al deze zaken iOnder hun eigen letter genoiemd worden, omdat het wellicht niet afdoende zou .zijln, ze onder „Zending" te plaatsen, daar onder eigen letter toch we-er naar „Zending" moest worden •verwezen, en dan teveel plaatsruimte noodig was.
Ook nog iets over de deputaten. Elke provincie heeft een vertegenwoordiger, en Friesland en Zuid-Holland ieder twee, omdat daar twee Particuliere Synodes zijn, n.l. Noord en Zuid.
Nu doet zich hierbii een vreemd geval voor. IWuwens, heel do lijst der Synodale deputaten geeft stof tot vragen. Het schijnt, alsof de Synode geoiordeeld heeft, (Jat sommige bropders niet zwaar genoeg belast kunnen worden. Namen noemen we niet; maar wiji kunnen toch den wensch niet onderdrukken, dat de Synode voortaan zooveel mogelijk verschillende personen voor de onderscheidene deputaatschappen aanwijze. Men meene toch niet^ dat ©en bepaalde kring van broeders alleen geschikt is met uitsluiting van anderen.
Wat bij de zendingsdeputaten bevreemdt, is, dat één p.rovincie alleen vertegenwoordigd is door twee emieritipredikanten, die bovendien beiden buiten de pro^dncie wonen. Dat deze vertiegenwoordigers voor Friesland er 'uitstekend geschikt voor zijn, betwijfelt niemand. Maar of het zoo wenschelijk is, wagen wij wel te betwijfelen. Ds G-oris wordt over enkele maanden ook emeritus, en Ds Scholten eveneens, naar wij meenen. Wanneer deze broeders ook naar Holland togen, zo'uden zelfs drie provincies niemand Uit hun midden in het deputatencoUege hebben. Formeel moge het zuiver zijn, doch er mogen ook wel andere overwegingen gelden. Voor het moderamen zou een uitzónaërïng giemalaki Kunnen den, maar de uitzondering worde geen regel.
Met weemoed wordt in het begin van het rapport herinnerd aan drie ledige plaatsen in het deputatencollege, ontstaan door den dood. Ds Kerkhof, Ds Sluiter, en in het bijzonder Ds Dijkstra wordt betreurd. Treffend zegt het rapport van dezen laatste: „hij; is wel op te volgen, maar niet te vervangen". Doch waar blijft: „Wij kunnen den Heere den weg niet voorschrijven; Hij weet wat hot beste is; en Zijn weg is volmaakt."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 1924
De Reformatie | 8 Pagina's