GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jochem van Bruggen, Die Meisiekind.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jochem van Bruggen, Die Meisiekind.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder de romanschrijvers, die de Zuid-Afrikaansche literatuur der laatste jaren kent, neemt een eerste plaats in Jochem van Bruggen, die met zijn bekende dissertatie „Lectuurversiering vir k'inders en jeugdige personen" de literaire belangstelling in Zuid-Afrika in nieuwe banen heeft geleid.

Eenige jaren geleden gaf deze Schrijver zijn roiman , , Ampie", een meesterstuk van romankunst, i]i z'n gegeven zoowel als in z'n bewerking.

Ampie, de titelfiguur, is de vertegenwoordiger van de armste volksklasse van het Afrikaansche ras, dat is afgezakt tot het levensniveau der 'kaffers, vervuild is in vaal-grijze ellende, geestelijk is afgestompt en verruwd in woord en daad, maar dat, ondanks dit alles, de kemeigenschappen bewaart, van zijn afkomst. Deze Ampie is een achterlijke jongen, opgegroeid in 't wild en daardoor heeft allerlei verkeerdheid zich als woekergewas vastgeworteld in zijn gedragingen. Maar, ontda.ai'f van den ruwen bolster, is zijn karakter goed, laeft daarin de eerlijke liefde, de trouwe aanhankelijkheid, de stoere werkkracht, de oarverzettelijke wilsvastheid van den echten Afrikaner. Klaarblijkelijk heeft de Auteur in de teekening van dezen jongen willen leggen zijn liefde voor zijir stam. Maar ook heeft hij willen aangeven den weg, waarlangs de zedelijke verheffing van wat ontaardde, is Ie bereiken. Want door de psyche van den uit de voegen der samenleving losgeraakten Afrikaner te ontleden, zooals hij hier doet, heeft hij het begrijpielijk gemaakt, dat „Oom" en. ^, Tante" Booysen zich • het lot van den jongen aantrekken en, door hen bij zich in huis te-nemen en aan geregelden arlieid te gewennen, trachten hem boven zijn staat van verval uit te helpen. Gedragen door de kracht van haar geloof, in het besef dat een releveeren van wat wegzonk in ellende noodig is, zal het' Afrikaansche volk zijn zelfstandig bestaan behouden, aanvaardt deze geestkrachtige vrouw de zware taak om van Ampie een mensch te maken. „Daor lè 'n plig van ons, Kasper", is het eenvoudige woord, waarmee ze de moeilijke opdracht begint. En het einde .kroont het werk. 't Kost haar en den boer veel moeite, 't vraagt eindeloos geduld en steeds nieuwe toewijding, maar ze weet ten slotte „Ampie de kop in fatsoen te bring", zoodat hij, met Oom Kasper's hulp een. verzekerd bestaan zich ver-, werft als knecht op; de uitgestrekte hoeve. Op het einde van 't boek zien we Ampie tot een f linken 'kerel geworden, die de liefde waard is van Annekie, zijn nicht, voor wie zijn gevoelig hart in genegenheid is ontvlamd. Pirachtig doet de Auteui-Ampie in zijn verbetering uitkomen, als hij' hem teekent in zijn titanisch vechten tegen het vuur van den veldbrand, waarmee tegelijk voor Oom en Tairte Booysen 't bewijs is geleverd, 'dat ze het pleit hebben gewonnen.

Met bijzondere fijnheid heeft van Bruggen dit mooie gegeven verwerkt en de voortreffelijke stijl, de naiöve taal, de locale kleur, vooral ook'--de warmte der sympathie, die oa'eral in het boek gloeit, maken dezen roman tot een sterk boek, aan de beste proeve van Nederlandsche romankunst volkomen gelijkwaardig.

Dezer dagen nu verscheen het vervolg van , ", Ampie", onder den titel „Die Mei siekin d". i) Het vertelt, op dezelfde fijne manier, hoe Ampie met Annekie trouwt. En, zooals in het eerste deel Booysen en zijn vrouw, en'Grieta, hun dochter, de krachtige karakters waren, die Ampie steunden in zijn moeilijke worsteling, zoo is het hier Annekie, die meisiekind, type vair het echte Afrikaansche meisje, dat de zwarigheden alleen kent om ze te overwinnen.

Er is in dit vervolgdeel veel minder handeling, veel meer analyse. De verwoirding, die als een verharde bast om Ampie's karakter gegroeid was, is in het eerste verhaal weggenomen en nu zien we hem in zijn gev^oeligheid, zijn schuwheid, zijn onvastheid nog in de verhoudingen van het geordende leven. Innerlijk is het verbeteringsproces bij hem voltooid; hij weet wat hij wil en vo'elt in zich e kracht om dat te bereiken. Maar uiterlijk wordt ij nog doior alles geslingerd en uit zijn koers gelagen. En nu is 't juist Annekie, die daarbij zija rouwe, liefdevolle leidster is en hem tot de „oorinning" voert.

Flip Staander, Booysens arbeider, is uit diens ienst weggegaan en zijn huisje is leeggekomen. En nu is het Ampie's ideaal (en, verholen, ook Booysens bedoeling) dat hij in dat huisje zijn intrek emen zal en Flip Staanders plaats zal vervullen. Zoo krijgen zijn pjann^ vaster vormen en maakt hijl zich gereed de toestemming van Annekie's ouders te gaan vragen.

Deze ouders. Oom Thijs en Tante Annie, zija kostelijke figuren. "Oom Thijs voel hemzelf ver bokant sy kinders as hulle priester, nooit as leidsman nie, selde as vader". Hij is van-zijn eigen aanleg voortreffelijk overtuigd' Ek moes predikant gewerd het. Ek' het maar net drie maande skool gehad en glad g'n geleerdheid nie, maar Godj het mij 'n wonderlike verstand gegee". Zijn werk! (hij is landarbeider) doet hij werktuigelijk: met z'n geest is hij altijd in beschouwingen vercïiept. Tante Annie „het groot gesag vir haar man, omdat hij altoos so diepdenkend, vol gedachtes soos 'n proifeet is", ze heeft de martelaars-allures van altijd' te moeten, zorgen en slaven en weinig invloed te hebben, maar in werkelij'kheid is ze een „kwaai vroumens", die 't niet op Ampie begrepen heeft.

Zij probeert dan ook de verhouding van hem tot Annekie te breken en, Oipi een bepaald' oiogenblik', neemt ze haar dochter onder handen. Maar deze verweert zich met de felheid der aangerande liefde.

Tante An.ni6 bereikt niets, dan dat ze verzet wakker roept en Annekie te meer aan Ampie zich doet hechten. Oom Thijs, de philosoof^ voor wiens hooge autoriteit de zaak door Tante Annie gebracht wordt, valt haar af: „As hulle mekaar wil vat, keer ek' en jij hulle verniet. Vir my is Ampie ordentlik genoeg. Hij sal bij Booysen goed' sij' lewe kan maak; enige tijd beter as ons hier op' Vlak'plaas. Jy kan mos nie vir Annekie 'n man gaan soefc nie"..

Dan probeert tante Annie 't over een anderen boeg; te gooien. Ampie is geen lidmaat van de kerk' en hij zal het nooit kunnen worden. „As hulle effens aan bom ruk en plu'k in die fconsistoriekamer, : sal hij bontslinger soos 'n span osse wat blij staan", :

M^aar Oom Thijs snijdt ook dit, opi zichzelf handigj gekozen, argument de hielpees door, met een kort:

„Ek sê Ampie moet nou saam met Annekie lidmaat word; dis al!" 1|

Annekie heeft 't gewonnen. En nu heeft ze maar één taak: Ampie zooveel zelfvertrouwen bij te Ijrengen, dat hij niet zal „boaitslinger" als hij' door den kerkeraad wQrdt ondervraagd. Aandoenlijk is het te zien, hoe Ampie op z'n catechismus studeert, 's avonds, als het werk 'klaar is en hij op z'n kamertje zit. Honderdmaal herhaalt hij de woorden van de vragen, maar altijd weer dwalen zijn gedachten af en den anderen, dag is hij mismoedig en verdrietig. Dan is het Annekie, ' slim, vlug, bevattelijk meisiekind, die prompt leeren kan en alles weet, die hem helpt, uitlegging geeft, hem „examineert" en hem den verlorren moed verlevendigt. Haar tact en. nimmer aflatende liefde winnen het ten slotte van zijn schuchterheid en onbevattelijkheid: straks, voor den kerkeraad, blijkt Am])ie's kennis vcidoende en hij verwerft het lidmaatscliap.

Nu is aan de ..gestelde voorwaarde voldaan en staat aan het huwelijk niets meer in den weg.

Tevoren heeft Ampie de officiëele toestemming van Annekies ouders gevraagd (met echt-Afrikaanschea humor toekent de Auteur deze ceremonie) ©n Oom | Booysens medewerking verzocht —-nu k'aai de bruiloft worden gevierd. Maar (en ook dat fragment tintelt van geestigheid) Ooim Thijs' bruiloftsgeld, dat hij geleend had aan z'n zoon Bart, is niet op tijd teruggegeven en dus moet van alle festiviteit worden afgezien. De teleurstelling is groot, behalve bij Ampie en Annekie, die gelukkig zijn en vol Ijlijdschap hun eigen woning betrekken en hun nieuw leven beginnen.

Rijk is in de beschrijving van dit alles dë humor, die voor den Afrikaanschen geest zoo karakteristiek is .Maar die humor is niet het voornaamste ele ment van het boek. Veel meer staat op' den voorgrond de ernst. De Schrijver volgt den ontwikkelingsgcing van Ampie's gemoedsleven, van zijn geestelijke vorming, die na zijn sociale verheffing komefl moet.

Zwaarder nog dan zijn eerste strijd is de 'worsteling om geestelijk evenwicht. Want daarbij helpen geen vriendelijkheid en inschikkelij'kheid van welmeenende beschermers: in Ampie's eigen zié moet die zaak worden beslecht. In de dagen va» zijn voorbereiding voor het lidmaatschap' is de strijd begoimen. Als hij zou worden afgewezen, zou hij Annekie 'kwijt zijn en hij' kon niet buiten haar! „Waarom wil God dit hê? Nou eers voel hi] hoe min genade daar vir hom sal wees. Bij 'God kom hij nie verbij nie!" In zijin weinig ontwikkeld denken spoken deze gedachten rond en ze bezwaren hem te meer, naarmate de beslissende dag hadert.

, , Ampie voel geweldig bang vir God", en met die vrees is weer gemengd zekere opstandigheid, dat van hem geëischt wordt en als groote voorwaarde geldt, wat hij wellicht niet zal kunnen volbrengen, ondanks de moeite, die hij zich gegeven hee'A'

Maar-als die „kwaai dag" voorbij is, , en Ample is „geslaagd" komt de verruiming. „Sy hart het dankbaar stil gebid, so teKens as hij 'n weinig ruimte om hom voel. Hij 't ooTwen in die strijd ea die toekoms vrees hij nou nie meer nie". Evenwel, de toepassing in de levenspractijk moet nog tomen en die brengt nieuwe moieilijkheid. Opi den avond van hun trouwdag heiinnert Annekie hem ffl-aan „Ons moet na die Woord lewe, hoor Ampie", wat inhoudt, dat Ampie nu priester moot zijn in zijn huis. Dan ovei'valt hem weer de vroiegere schroomvalligheid, de vrees voor 'God-. Hij moet ovexluid lezen en bidden, maar hij voelt zich daartoe onbekw^aam. En, wat 't ergste is, in dezen strijd heeft hij niet, als altij'd, Annekie naasjt zich, maar tegenover zich. Bitsig en tactloos zegt ze ., Ek het nooit kon dink dat jy so sleg is nie. 'n Mens wat klaar aangeneem is behoort te kan bid"....

Dan pas komt de groiote strijd. Want Ampie, driftig en opvliegend als hij van nature is, zegt harde woorden, bedreigt haar en zij vlucht naar de slaapikamer, terwijl hij, woedend en meer dan ooit opr standig, de deur uitgaat. In het stille donker van den beogen nacht komt langzamerhand het besef terug, van w^at hij heeft gedaan. Zijn rebelsche ziel komt tot bedaren, , zijn liefde gaat weer trelAen eo. eindelijk keert hij berouwvol naar huis terug, diep in den nacht. En als hij 'dan de morgenster ziet schitteren aan den hemel, klimt in hem op het gebed: „Ag lieve Here, help' tog vir my en laat my soos die mórester opklim tot in die hemel...." Dan eerst is de overwinning bevochten, en flken avond besluit nu Ampie den dag met het Onze Vader....

't Slothoofdstuk, waarin beschreven wordt, hoe hij en Annekie verschillen van gevoelen over den naam van hun eerstgebcrene, bewijst, dat thans het geestelijk evenwicht door Ampie .gevonden is. Met tact en ernst gedraagt hij zich en weet Annekie te overtuigen van zijn inzicht. Hij is stil en bedaard geworden, man en vader in zijn gezin en' in dat gevonden evenwicht erkent Annekie hem a!s haar meerdere.

't Is vooral deze analyse, die dit boek zijn waarde geelt en de lectuur ervan maakt tot een genoit. Want bij al z'n naïeveteit, en het snaaksche van z'n humor is-het een roman, die door een erastige overtuiging gedragen wo-rdt. , , Die Meisiekind" is een christelijk boek, anders geïntoneerd dan de christelijke romans uit onze literatuur, maar in zijn ongekuusteldheid zuiver en in z: 'n naïeve vroomheid echt. Bedenken we dan, dat „Ampie" ©en van (Ie beste proeven is van de Afrikaansche moderne' romankunst, dan is er alle reden, om met belangstolling de ontwikkeling van deze literatuur ta volgen, vooral ook, als we die vergelijken met de neerwaartsche beweging, die onze eigen romankunst vertoont


1) Eveneens uitgave van Svvets en Zeitlinger, Arasterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Jochem van Bruggen, Die Meisiekind.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1928

De Reformatie | 8 Pagina's