GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Ons Suriname”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Ons Suriname”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet zonder grond mogen wij van O'us Suriname spreken. Immers, door Gods voorzienig bestel is Suriname de bezitting van Nederland geworden. Een rijke bezitting is het niet; het land kan zichzelf financieel niet redden; en ons volk heeft voor deze kolonie ook heel weinig interesse.' Toch is het ons Suriname, welk bezit Nederland, en vooral Christelijk Nederland, ernstig© verplichting oplegt.

Het vormt een. deel van Guyana; aan. de eene zijde ligt Biitsch-, aan de andere zijd© Fransch.-Guyana. Het deel, dat ons toebehoort en den naam van Suriname draagt, is bijna vijfmaal zoo groot als Nederland, maar bet is buitengeiwoon dun bevolkt; de laatste volkstelling in 1930 gaf een getal op van 142.750. Verreweg de meesten wonen in de eenige stad Paramaribo' en in de kustvlakte. In bet wijd uitgestrekte binnenland en de reusacbtige, ondoordringbare oerwouden worden slecbts enkele Indianen en Boscbnegeirs gevonden.

Van een Surinaamscb volk kiuinen wij moeilijk spreken.

Oorspronkelijk waren Indianen de eenige bewoners, waarvan er slecbts ongeveer 2400 zijn overgebleven.

In de eerste belft van de 17e eeuw werden negers uit Afrika als slaven ingevoerd, om te arbeiden met name op de plantages. Sinds de opheffing van de slavernij, welkle 1 Juli 1873 een voldongen feit werd, vormen deze negers of Creolen de hoofdgroep der bevolking; allei 60.000 zijn Christenen.

Wegens bet harde lot der slaven waren velen van hen in den loop der tijden in de ontoegankelijke bosschen gevlucht, waar zij ©en volkje op zichzelf vormden; het zijn de zoogenaamde Boschnegers, waarvan verreweg bet grootste deel nog heiden is. Hun getal wordt op 17.000 geschat.

Na de opheffing der slavernij werden Britscb-Indiërs aangeworven als werkkrachten, met toestemming van de Engelsche regeering, tot 1917. Zij zijn Hindoe's en tellen ongeveer 36.000 zielen.

Deze Hindoe's kwamen op een contract, dat hen toestond na den bepaalden diensttijd naar bun vaderland terug te keeren. Verreweg de meesten echter bleven in Suriname hangen en vestigden zich als kleine handelaars. En toen de Engelsche regeering verderen aanvoer van deze menseben verbood, ontstond opnieuw gebrefe aan arbeiders. Toen viel het oog op Java; sinds dien dag houdt de stroom van Javanen aan, zoo zelfs, dat deze spoedig de overhand zullen hebben in getal boven 'de andere bewoners.

Voegen wij bij deze Indianen, Creolen, Boschnegers, Hindoesche Indiërs en Mobammedaansche Javanen ook nog de weinige Europeanen, dan heeft men de bonte schakeering van de Surinaamsche bevolking voluit voior zich.

Hieruit reeds blijkt overduidelijk de groote moeilijkheid waarvoor de Broedergemeente stond bij haar Zendingsarbeid. Elk deel van de bevolking heeft toch haar eigen taal, aanleg en behoeften; en de zendelingen moesten zich telkens weer anders instellen. Vooral in vroegeren tijd, toen men aan de zendingsarbeiders nog niet die eischen stelde, als men tegenwoordig doet, beeft dit aanleiding tot menige misluicking gegeven. Met name de Indianen-Zending is hiervan de dupe geworden, trots de heroïeke opoffering van menigen Biroeder.

Door de wondere leidingen van Gods voorziedigheid viel hef oog der Herrnhutters op Suriname, waarheen zij dachten te koloniseeren. Men wilde met acht geziimen beginnen, doch achtte het noodig eeist drie ongehuwde Broeders als verkenners uit te zenden; dit geschiedde in 1785, en dit is het begin geworden van de Hermbutter Zending in Suriname; want van kolonisatie is niets gekomen.

Twee eeuwen lang dus hebben deze Broeders uit Duitscbland het werk in onze kolonie verricht, dat wij als Nederlanders hebben nagelaten. Het is een geschiedenis geworden van bloed en tranen. Talloos zijn de graven van mannen en vrouwen! en kinderen, die als slachtoffers vielen aan het moordend klimaat. Velen hielden bet slechts een paar jaar uit, of oofc maar enkele maanden. In deze twee eeuwen werden 695 broeders en zusters uitgezonden, van wie er meer dan 200 in Suriname hun graf vonden naast de 70 kindergraven..

Suriname was echter maar een klein deel van het wereldterrein der Herrnhutters; en toen de nood in Duitscbland klom, was de Broedergemeente niet langer in staat het werk daar voort te zetten. Dat wil niet zeggen, dat zij Suriname in den steek liet, maar zij droeg den arbeid over aan de EvangeTische Broedergemeente te^ Zeist; men ging van de gedachte uit, dat Christelijk Nederland deze zeer zwakke gemeente bij het vemchten van haar overzware taak zou belpen. Maar helaas, bet is daarin schromelijk tekort geschoten; sinds de overdracht in 1927 steeg het financieel tekort van jaar tot jaar onrustbarend, zoodat het nu bijna de f 100.000 bereikt heeft. Na ernstige overweging ©n vurig gebed heeft men te Zeist enkele maanden geleden besloten bet werk noodgedwongen in te korten. Diat dit besluit te Suriname diepe ontroering verwekte, behoeft geen betoog. Heeft men biervan Nederland een verwijt gemaalrt? Hoort, boe Christelijk broeder Bielke', die de leiding van bet werk aldaar heeft, in een brief aan het Bestuur te Zeist hiervan schrijft: „In principe zien wij in dit gedwongen ingrijpen een weg Gods". „Als Zijn G-eest den hof doorwaait, zal — alle crisistoestanden ten trots — rijk goddelijk leven Suriname dooirstroomen."

De Zending onder de Indianen heeft in het midden der 18de eeuw een bloeitijd doorleefd; maar helaas heeft een slavenopstand bet - -werk in den knop gebroken. Wel werd bet weer opge­ vat, maar bloeiend is bet niet meer geworden. De hoofdpost werd in 1808 door afgevallen leden der gemeente in brand gestoken, en daarmee was het einde der Indianen-Zending gekomen. Een deel der 2400 Indiërs is nog lieiden, een ander deel is Roomsch, slechts weinigen zijn Pïotestant.

Meer zichtbaar resultaat heeft de Zending onder de Creolen gehad. Men kan zeggen, dat deze allen Christen zijn geworden; zij vormen de Creolenkerk, welke een deel uitmaakt van de wereldwijde Broedergemeente.

Men komt bij het lezen van de geschiedenis dezer Zending onder den indruk van de eigenh aardige moeilijkheden, waarvoor de Broeders stonden vóór de opheffing der slavernij. Hoe moest hun houding tegenover de slavernij zijn? Dag aan dag zagen zij de gruwelen, die bun het bloed deden koken. En de verzoeking was groot om er tegenop te komen, en nienscbelijke behandeling voor de ongelukkigen te eischen. Wij gebruikten met opzet het woord verzoeking, want men zou er niets me© bereikt hebben, behalve dan nog meerderen tegenstands van den Zendingsarbeid dan men reeds ondervond. Want voor verreweg de meeste slavenhouders, en helaas oofc voor verschillende auto'riteiten, is de Zending eeai doorn in het oog geweest. De zendelingen stelden zich echter op dit standpunt, dat zij geen sociale heirvormers waren, maar alleen predikers van het Evangelie.

Toen de slavernij tot bet verleden ging bebooTen, stond de Zending weer voor nieuwe moeilijkheden, n.l. het in toom houden, het leiden en bet organiseeren van de vrijgelaten negers. Wonderlijk beeft God dien arbeid gezegend, waarvan de vrucht de reeds genoemde Creolenkerk is.

Met het werk onder de Boschnegers is bet niet zoo gunstig gegaan, wat oofc voor de hand ligt. Het heidendom zat dezen menseben dieper in liet bloed dan den arbeiders op de plantages. Oofc waren zij veel moeilijfcer te bereiken in de dichte wouden. Het gelukte, om verscheidene van hen naar de grenzen der bewoonde wereld te trekfceu, zoodat de stammen, wonende aan d© twee Wieslelijke rivieren, de Coppename-en de Saramacca, gekerstend kunnen worden geacht; van de Boschnegers, die aan de ander© rivieren wonen, is niet meer dan een vijfde gedoopt.

Van de Zending onder de Biritsch-Indiërs zwijgen wij ditmaal, behalve dat wij herinneren aan de stichting van het bekende Kinderhuis, hetwelk van buitengewone beteekenis is geworden. Van deze meer dan 30.000 vreemdelingen is een tiende deel voor Christus gewonnen; dus er blijft nog Zendingswerk te over.

Wat den arbeid onder de Javanen betreft, deze beeft aan de Broeders ©en eigenaardig© moeilijkheid gegeven. Immers, de eigenlijk© bestemming van de Hermhutters-Zending is, het Evangelie aan zeer laag staande volken te brengen, zooals Negers, Eskimo's, Hottentolten, enz. Maar vielen de Javanen "daar niet buiten? Op een Zendingsconferentie te Den Haag in 1902 betoogde dan ook de leider van de Zending in Suriname, dat een Nederlandsch Zendingsgenootschap de Zending onder de Javanen in Suriname ter hand moest nemen. Dit is echter tot dusver niet geschied. En toen hebben de Broeders gedaan, wat toch eigenlijk onze roeping is. Het resultaat van dezen arbeid is in enkele woorden te zeggen: Oiver het algemeen hebben de Javanen het Evangelie afgewezen!

Men voelt den ernst van deze laatste opmerking, als men bedenkt, dat Suriname in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid een land zal zijn met een overwegend Javaansche bevolking. En menschelijk gesproken hangt het lot van Suriname voor een groot deel af van d© vraag, of het mogelijk zal zijn in de eerstvolgende jaren de Christianiseering van deze Iromigranten afdoende aan te vatten.

Maar wij moeten eindigen. Wij konden slechts hi©r en daar een greep doen; d© bedoeling van dit artikel is evenwel, om op te wekken tot bet aanschaffen van het boek „Ons Suriname", geschreven door den Zendingsdirector Steinberg, dat als deel VI verschenen is in de serie „Onze Zendingsvelden", van welk boek wij in dit blad een kort© recensie gaven. Bovendien willen wij ©r door berinneren aan de roeping ook van de Gereformeerden, om bet werk der Heirmbutters in Suriname met bim sympathie, gebed en gaven te steunen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

„Ons Suriname”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's