EVEN PARKEEREN.

Ho, Levi!

„Ho, Levi!”

Dat zeiden de Farizeën, die meendem dat God hen tot verkeersagenten had aangesteld op den weg ten hemel. Die verbonds-schender hoorde niet bij Jezus, laat hem in de zonde blijven opdat onze \Toomheid te meerder worde.

„Ho, Levi!" zoo zeggen ook wij. Wiant er moet nog heel wat met u gebeuren. Dat gaat zoo één, twee, drie niet, vriend!

Hebt gij uw zonde beleden?

Kent gij uw ellende wel goed, man? Wiant wij zijn rijk in onze ellende, God zij ons genadig!

Practisch beginnen de meesten^ althans velen, van ons den Catechismus met Zondag 2. Wiat verstaan wij ervan, dat God aan het Volk Zijns Eigendoms hun ellende leert opdat wij Hem z o u d e n a a n h a n g e n, zooals Calvijn zoo schoon zegt? Inplaats dat Gód ons hart breekt om er met Zijn genade in te wonen, breken wij zelf ons hart en bieden het den Heere aan: Alstublieft! En zoo zijn wij voor een deel — ik vréés voor een groot deel, ik hóóp het anders — aan Armin i u s uitgeleverd!

Zoo vertellen wij en zoo spreken wij en zoo ? ingen wij: Doe als Abraham, die geloovige man! En lijkt gij al veel op Mozes?

Ik mag die wondeplek in veel vertellen en spreken niet verdoezelen. God geve dat het slechts een gebrek is in ons spreken en niet in ons geestelijk leven!

„Ho, Levi!" zeggen wij. Maar Jezus zegt: „K o m !"

Toen kwam Levi en hij richtte een grooten maaltijd aan en... vele tollenaars en zondaars zaten mede aan.

„Ho, Levi!"

Gij moet nu andere kennissen zoeken, broeder! waarde

Dat zeiden de Farizeën. Die hadden een gerechtigheid buiten het Verbond en kenden daarom de gemeenschap niet.

Maar deze tollenaar verstond de gemeenschap., Als wij in zijn plaats geweest waren! Wel, ik •vrees dat wij na één dag discipelschap, druk gepraat hadden over: mijn vriend Petrus! Het zou zoo op onze lippen Uggen : Ikzei daar net tegen Johannes! En als Jakobus voorbijkwam, zouden wij mei een breeden armzwaai gegroet hebben: Dag, Jakobus! Maar deze christen is nog niet vergeten, dat zijn naam was geinadeloos.

De Heere Jezus haalt bij deze gescliiedenis ©en woord van Hosea aan: Ik wil goedheid en geen o f f er an d e.

Dat wil zeggen: gij behoeft Mij niet te bewegen tot liefde door uw godsdienstigheid. Maar Ik wil uw hart bewegen door Mijn Liefde.

Ach, werd er van zulke door God bewogen hai-ten toch wat meer openbaar!

Dan gaan onze üppen bewegen, onze onze voeten! handen,

Dan worden wij in den besten zin des woords een bewegelijk volk!

„Geen Gemeente van Christus", schreef eens Ds J. C. Sikkel, „geen Gemeente van Christus staat als gemeente geestelijk hooger dan zij uitkomt m haar Diaconie, in haar Zending, in haar Inwendige Zending ook, in haar pogen om het licht en de ontferming Gods' te laten schijnen over al wat ellendig is".

Zullen wij doen als Levi? Ho, mijn bro'ederi Nu zeg ik: Ho!

Maar wij zullen opstaan, want Christus zegt: Volg Mij.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen