GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een nieuwe Moraal?

III.

De leuze, dat de moraal uit het leven moet voortkomen, is geheel verwerpelijk. We zagen reeds dat zich, afgezien van alle andere bedenkingen, de vraag voordoet wat hier onder „leven" wordt verstaan, en welke plaats daaraan in den kosmos wordt toegekend. „De gemakkelijkheid en de kwistigheid, waarmede op het leven een beroep wordt gedaan, strooken niet met de bepaaldheid en de klaarheid van dit begrip." i) Zijn verheffing tot laatste volstrekte grootheid en tot maatstaf van waarheid en zedelijkheid, i) sticht daarom alleen reeds groote verwarring. Het verlaten van de wegen, welke God ons heeft gewezen, brengt den mensch altoos in eindelooze moeilijkheden.

Een eenvoudige ontleding der bedoelde leuze toont dus aanstonds haar zinledigheid en haar gevaarlijk karakter. Zij is de vorm^ waarin de Imensch te kennen geeft dat hij aan niemand gehoorzaamheid verschuldigd is, en zelf het goed en het kwaad zal bepalen. Schijnbaar wensclit hij voortaan dankbaar te aanvaarden al wat in „het leven" groeit, in werkelijkheid zoekt hij hetgeen zijn belangen dienen of zijn begeerten vervullen kan, en noemt dat dan een „voortbrengsel van het leven".

Men beweert de normen aan het leven te willen ontleenen, inderdaad wordt dat leven volgens een zelf gekozen maatstaf beoordeeld. De vaststelling van wat „uit het leven voortkoint" is hier een wUlekeurige handeling, waarop de levensbeschouwing van den oordeelenden mensch een beslissenden invloed uitoefent. Zij is een subjectief oordeel, bepaald door uitgangspunt, methode en doelstelling, en niet het „resultaat" eener z.g. „objectieve algemeen-menschelijke ervaring".

Een zedeleer, welke onafhankelijk wil zijn van de religie, en nu haar moraalprincipes aan het leven ^aat ontleenen, tast de fundamenten van het menschelijk bestaan aan en bereidt den chaos voor. „Wijl in haar wereld- en levensbeschouwing voor den eenen en waarachtigen God geen plaats is en evenmin voor de onsterfelijkheid, heeft ook voor haar een handelen in de relaüe tot onze medemenschen overeenkomstig den wil van God en in verband met de eeuwigheid geen waarde." ^) Zij verkondigt dat haar nieuwe grondslag veel vaster en zekerder zou zijn dan die der Christelijke ethiek, welke God als den wetgever voor ons wilshandelen 2) eert. In werkelijkheid bouwt zij echter als op drijfzand. Wie den oorsprong der moraal in het leven legt, meet steeds zijn hande- Ungen naar het tijdelijke geluk, den lust en het nut, dat zij hem, naar zijn vei'wachting, zullen brengen. En deze „maatstaven" zijn niet constant. De z.g. „onafhankelijke moraal" richt zich naar de begeerten, welke in den mensch opwellen; deze verwacht van haar dat zij hem dienen zal opi het gestelde doel te bereiken. De ware zedewet wordt aldus opgeoffend aan 'smenschen belangen; de orde maakt n"u plaats voor grove willekeur, maar ook: de vrijheid voor dwang.

Is het niet veelzeggend dat zoowel het nationaal-socialisme, het fascisme als het bolsjewisme die levensmoraal huldigen? De stelsels, welke voorgeven dat zij de zedeweLten aan het leven willen ontleenen, knellen de menschheid in de ijzeren banden eener harde dictatuur. Van een nauwkem'ig en geduldig letten op hetgeen j, in het leven groeit" is niets te bespeuren: de massa wordt gedwongen om al haar geestelijke en physieke krachten in te spannen teneinde de taak, welke de machthebbers haar op de schouders hebben gelegd, uit te voeren. Dé daden van den enkeling of van de verschHlendfe groepen worden beoordeeld naar de waarde, welke zij voor het welslagen van het plan bezitten.

De practijk van het bolsjewisme en het nationaal-socialisme bewijst dit.

De Russische boeren, die een weinig van het zelf-verbouw de graan voor zich wilden behouden, om hun familie voor den hongerdood te bewaren, moesten voor die „misdaad" zwaar boeten. „Deze vrede-verstoorders(!) werden in vele gevallen met Igeweld uit hun huizen verdreven", zij „verhinderden immers de oplossing van het probleem der nationale voedselvoorziening" ^). Voor hen bestond geen pardon. P o s t y chew, de „dictator der Oekraine", veroordeelde eens een besluit van ©en districtscomité om een (gering) gedeelte van den oogst voor de nooddruftige bevolking achter te houden, met de woorden: „Moet mem, nog speciaal aantooiien, hoe verfceerd deze oplossing is, want daardoor (E*, bedoelt door dien maatregel) wordt de levering van het graan, aan den staat naar den achtergrond gedrongen. .... Kan zulk een weekhartigheid het systeem: van de collectiviseering versterken? Neen, deze weekhartigheid heeft niets met den bolsjewistischen strijd te maken."*) Wie zich tegen de verwezenlijking van bet graan-plan uit ethisch© overwegingen verzet, wordt al's een misdadiger, als een vijaind van den staat gebrandmerkt en veroordeeld. „Tegenover die dieven past geen lamlendige liberale houding." *)

Zelfs kinderen bespianneerden len vervolgden hun ouders, wanneer zij „misdrijven tegen, den staat" vermoiedden. Chamberlain vertelt van een meisje, dat haar vader betrapte bij het „stelen" van koren voor eigen gebruik. Daar stond de doodstraf op! Zij gaf hem bij de pöliüe aan. Deze idochter werd tot een voorbeeld van Sovjetdeugd gesteld en beloond met een overplaatsing van de dorpsschool naar een modelschool in de stad.') Het dienen van 't staatsbelang is onder alle omstandigheden een „hoogere deugd" dan de ouderliefde.

Het „individueele geweten" moet zwijgen. Een groot deel der Russisdie „intelligentsia" heeft eerst het Sovjet-bewind gediend, „teneinde de Russische economie uit het moeras te sleepen, waarin dlor zelfde regeering haar gebracht had."^) Zij konden op den duur echter niet langer de wreede geweldT politiek van Stalin: „de monsterachtig groot© requisities, de gedwongein coliecitiviseering, de „Dfekulakisation" e.a. maatregelen, verdragen, en veï-r zetten zich om des gewetens wille. Zij waren tezeer begaan met het Ibt van dei lijdend© volksmassa's. „Maar in den communistisohen staat wordt ieder verschil van meening als sabotage getbrandmerkt en vervolgd." Hun medelijden met de sïachtofBers van hardvochtige rege©ringsmaatregei©n moesten zij met den dood bekoopen. De teiders van den „Oppersten Economischen Raad" verklaarden. 4at de G. P. U. door de massa-arrestaties van de intellectueelen krachtig medewerkte aan den industriëelien opbouw der Sovjet-unie.')

Het kost weinig moeit© om ©en groot aantal vandergelijke voorbeelden te vinden. „Stalin mag", zoo beet het, „in zijn pogingen om ©en communistische samenlteiving te bouwen, niet gestoord' worden". Wie dat toch doet, om welk© reden dan ook, belemmert hem bij zijn werk, en is ©en „on-, waardig lid der mensohelijk© samenleving".

Ook in andere landen, men denfce aan Dnitsöhr land, lijden er veel onder d© g©volgen eener „nuttigbeidsethiek". De doorvoering der „ras- len bloedpoliti©k" heeft (©en vertreding van het waarheidsbegrip ten gevolge. Al wat d© ontwikkeling van' het ras bevordert is „goed", ai wat haar tegenwerkt, is „kwaad". Religie en zedeleer staani hier in dienst van het ras. „Daaruit zijn zij geworden, daaruit komen zij weder. En het voor hen beslis-' sende criterium vinden zij in de vraag of zij de innerlijke waarden van het ras versterken, het doelmatiger tot ontwikkeling zullen brengen •en het levenskrachtiger maken, of niet."^)

„Krachten der natuur", schrijft Pfarrer Hjomann, „h©bben nog nooit ©en mensch of ©en volk van de banden der natuur losgemaakt, en ©en iwaarachtig zedelijk leven kunnen bouwen." Dat geldt ook voor de „krachten der maatschappelijke samenleving."') In de plaats van de wet 'Gods, welke alleen aan het lev'en een hecht© basis ©n een vaste structuur geeft, zijn steeds veranderende, menschelijke regelen gekomen, „waardoor de zedelijke waarde-bepaling tot het zuivere nuttigheidsstandpunt verlaagd wordt, maar bovendien de deur opengezet is voor een willekeur zonlder weerga".') D© menschheid is dan het slachtoffer van de voortdurende dwalingen barer leiders.

De practijk van het nationaal-socialisme, en die van het bolsjewisme leert, hoezeer d© binding van "den mensdh aan zichzelf, aan zijn nattiuf-' lijk of sociaal leven, gevaarlijke machten ontketent, die voorgoed over hem zullen heersohen. D© grond wordt hem onder de voeten weggenomen; hij wordt „de prooi van een doodelijke draaiziekte", tengevolge waarvan hij „hoe langer hoe meer iedere duidelijk© onderscheiding ©n iedere zekere richting verliest." 1°)

De vorige maal hebben we d© uitwerking van den reg©l g©zi©n, dat de moraal op' de hygiëne moet worden gegrond. Tot haar nieuw© fundam©nt©n, behoord© ook, vernamen we, de economie. Wat dit beteekent, leeren ons reeds de voo'rbeelden, welke we noemden.

De nieuwe moraal stelt zich geheel tegenover de Wet Gods. Zij is ind'©rdaad een „Umwertung aller Werte".

Na het voorgaande zal het duidelijk zijn, dat de typisch© karaktertrek van de boTsjeiwistische samenleving, welk© we reeds eerder vermeld hebben: de voo'rtdurende dienst aan de gemeenschap', op ©en bizondere wijze moet worden verstaan. Een ontleding van dit begrip toont weer de „economische basis" der bolsjewistisch'e zedeleer.

„De eerste van alle moreel'© verplichtingen, welfca de communistische zedeleer op den individueelen m©nsch, man of vrouw, legt", schrijven d© Webbs; „is 'die van den dienst aan de ge'meensohap', in welke hij verblijft." ^i) Zij voegen '©r weliswaar aan toe, dat dit niet beteelrant dat de aanspraak op' „leven, vrijheid en jacht naar geluk" ontkend of g©neg©©rd wordt, maar zij bevestigen toch uitdrukkelijk, dat naar de bolsjewistische opvatting d© beteekenis van bet individnee'le leven z& er beperkt is: „De mensch der samenleving is principieel niet ©©n individueel product, hij heeft naar den aard der dingen, geen gedachten en gevoelens, noch aanspraken of rechten, welke uitsluitend ©n geheel het resultaat zijn van zijn individueel'© intuïtie of 'ervaring. Hij is, met al zijn verlangens 'en aspiraties, een schepping van de samenleving: ihet individu is dus de groep in een

vaiï haar openbaringen... De'dienst aan de gemeenschap, welke dezedewet vaa het individu ©ischt, is slechts een bizondere uitdrukMng van het instinct van zelfhehond, zonder welke het leven niet zou kunu'en voortbestaan De voorspoed en het succes van de gemeenschap als geheel is een voorwaarde, die den voorspoed ©n het succes van de individuen, welke de gemeenschap samenstellen, .precedeert —, voor den behoorlijk onderlegden communist is de wetensohappehjke ethiek tegelijk: sociale zedeleer en iadividueele zedeleer, omdat deze fundamenteel en onvermijdelijk gelijk zijn".

In deze beschouwingen' ontbreeikt het element der Kefde, zonder hetwelk de ware dienst aan de gemeenschap niet mogelijk is, geheel. Van het individu woTdt geëischt, dat hij aan de gemeensohapi •vergoedt, hetgeen deze hem heeft gegeven Het volle pond woidt van hem gevraagd, „ledeit persoon begint zijn zelfstandig leven met e e ia schuld aan de gemeenschap', waarin hij geboren is, die hem voedt en kleedt, onderricht en grootbrengt, die dus geheel voor hem zorgt. Het is daarom de eerste ploht van elk individu om alle vermogens, welke hij bezit, te gebruiken om tenminste eenigermate aan de gemeenschap terug te betalen, wat hij of zij' haar heeft gekost".

De consequentie daarvan is, dat de waarde van den mensch afgemeten woxdt naar zijn nut voor de gemeenschap. Hij heeft alleen dan recht op verzorging, wanneer hij actief aan de goederenproductie deelneemt. En dat beteekent in de dictatoriaal geregeerde samenleving: het nauwkeurig opvolgen van de bevelen, welke hem van hoogerhand zijn gegeven. „Slechts op die wijze kan iedereen verzekerd zijn van het voortbestaan zijner economisch welzijn".

Een aantal vragen rijzen hier. Geldt met steeds hét: „Wie niet werkt, zal ook niet eten? " Iedereen is toch verplicht om zijn talenten te gebrui'ktemi, welk© hij ontvangen heeft? Is er niet eenig© overeenkomst tusscben de bolsjewistische opvattingen en de Christelijk©?

We hopen op deze vragen den volgenden 'kieer nader in te gaan, en willen nu volstaan met d© opmerking, dat bij de communisten — en bij hen niet alleen — de gemeenschap om zich zelfs will© 'bestaat en het hoogste doel is.

Van het begrip gemeenschap geldt hetzelfde wat we boven over 't begrip leven aanhaalden. „De gema'kkelijkbeid ©n de kwistigheid waarmede daaroj)^ een beroep wordt gedaan, strookten niet met zgü bepaaldheid en klaarheid". En tevens geldt hier: De vaststelling van wat „de gemeenschap dient" is een willekeurige handeling, waarop de levensbeh schouwing van den oordeel'enden mensch '©en beslissend en invloed uitoefent.


1) Prof. Dr W. J. Aalders, „De Grond der Zedelijkheid", pag. 117.

2) Prof. Dr W. Geesink, „Geref. Ethiek", pag. 549.

3) Dr Ewald Ammende, „Musz Rtiszland hungern", pag. 37.

4) Idem, pag. 254.

5) W. H. Chamberlain, „Russia's Iron Age", pag. 235. Men zie ook het boek van Dr Ammende op pag. 253.

Het spreekt vanzelf — de tegenwerping is wel eens gemaakt — dat „Wie zijn vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig", iets totaal anders bedoelt, dan het genoemde verraad.

6) Boris Brutzkus, „Economie Planning in Soviet- Russia", pag. 233 en 234.

7) Sidney and BeatrSIce Webb, „Soviet-Communism", deel II, pag. 553. Op deze en volgende pagina's veroordeelen de schrijvers de geweldpolitiek van Stalin vaak heel scherp.

8) A. Rosenberg, „Der Mythus des 20. Jahrhunderts, " pag. 684.

9) Rudolf Homann, „Der Mythus und das Evangelium", pag. 158.

10) Mem, pag. 154.

11) „Soviet Communism", II, pag. 1048 e.v.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's