GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En het zal leven, alles waarheen deze beek zal komen. Ezechiël 47: 9, slot.

De Tempslbron en de Doode Zee.

Die beek, dat is toch wat met die beek!

Ezechiël schouwt gespannen toe: welk een geweldig iets wordt hem in een visioen getoond.^)

Die beek, komend vanuit het heiligdom, van onder den Tempeldorpel — een frissche watersprank : o, hoe kabbelt dat heldere water klokkend te voorschijn — en zie, zie, daar gaat Ezechiël met zijn hemelschen geleider den loop der beek na, het meetsnoer doet dienst.

Duizend ellen zijn gemeten — ze staan sul; Ezechiël moet de beek doorwaden; het water is nog niet diep, een centimeter of tien, het raakt hem tot de enkels.

"Weer duizend ellen — opnieuw gaat de profeet er in: hoe is het water gewassen! 't Raakt hem tot aan de knieën. <

Opnieuw duizend ellen — dezelfde handeling vindt plaats; wat rijst het water! 't Klimt reeds tot Ezechiëls lendenen.

En voor de vierde maal worden duizend ellen afgelegd; het stroompje is een riviertje geworden, de man Gods kan er niet meer door, tenzij dan zwemmend.

"Welk een levenskrachtig water!

Verwonderd keert nu de ziener des HEEREN, met zijn gids, op zijn schreden terug — maar om zich nog meer te verwonderen.

Zie, reeds nu is er, aan 'beide zijden der beek, lieflijk geboomte opgeschoten, met frisch-groen loof.

De Godsrivier vloeit over!

Wien zien wij hier, als op den van dit visioen? achtergrond

Wien anders dan Christus, de Fontein des levens ?

De beek van Zijn heil borrelt op uit het Allerheiligste, uit het souverein welbehagen des Heeren HEEREN — en ze stroomt langs „het altaar", langs het Kruis, waar de groote HoogejH-iester Zijn bloed stort, tot vergeving van zonden - —

en het zal leven, alles, waarheen beek zal komen! deze

Hoort ge niet de dringende, heldere stem, komend uit het zacht gekabbel van deze frissche beek: „Zoo iemand dorst heeft, die kome, en drinke — wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten!" — ?

Het zal ALLES leven. Alles?

Maar waarheen richt zich deze beek, uit den Tempel ontspringend?

Hoor, wat de hemelsche geleider tot zegt: 2) Ezechiël

„Dat water stroomt naar de oostelijke streek en vloeit naar de vlakte, en als ze in de zee komen bij het bitter-zoute water, dan wordt dat water gezond."

Wie geografische kennis van Palestina bezit, begrijpt het nu: met die „oostelijke streek", die „vlakte", dat „bitter-zoute water" wordt gedoeld op het gebied van de Doode , Zee.

Dat is de plaats, waar een der zwaarste oordeelen van God over de zonde der menschen nagloeit.

Dat woeste landschap, met zijn grillige steenblokken, loodrechte bergwanden, verweerden, uitgebranden bodem, blauw-schemerende zout-kristallen getuigt van Gods vloek over Sodom en Gomorra.

En dan dat effen-zwarte oppervlak der Doode Zee, waar geen teeken van leven zich vertoont, omdat de dieren des velds het landschap mijden, de visschen in dat-met-zout-verzadigde-waler niet kunnen leven, de vogels wel weten, dat ze spoedig bedwelmd worden door de vergiftigde dampen!

O, schoon is het — maar: huiveringwekkend'schoon; afdruk van de gerechtigheid des Almachtigen.

— Welnu, daar zal 't ALLES leven! Het water der Tempelbeek zal saamvloeien met het water der Doode Zee, en 't ontgifügen, zoodat het drinkbaar, vruchtbaar wordt — zoodat ©en overvloed van visch deze zee vervullen zal, en vruchtbaar geboomte de gevloekte streek omzetten in een paradijs van het leven!

Het zal leven, alles, waarheen deze beek zal komen!

Wij zien niets van vervulling, niet waar? Wanneer we de werkelijkheid in Palestina toetsen aan de voorspelling in dit visioen — we herinneren ons haastiglijk, dat de Doode Zee nóg het beeld vertoont als in Ezechiëls dagen: het beeld van barren huiver en somberen vloek.

Maar zijn we dan zulke „natuurlijke menschen"?

Kunnen we dan niet onderscheiden de dingen, die des Geestes Gods zijn?

Zien we dan niet den glans der veel hoogere heerlijkheid doorgloeien, dooi- de vormen van dit visioen ?

Ziet gij, zie ik dan niet het Kruis van Christus?

Dat Kruis bewijst, veel meer dan de Doode Zee, dat de bezoldiging der zonde de dood is. De vloek van God rust in volle maat op dien eenzamen, zwoegenden Kruiseling, en waar Gods vloek heerscht, daar wijkt alle leven

O, maar zie, zie, hoe de levenskrachtige beek uit den Tempel overwint:

Christus Jezus doet in Zijn gewillig volbrengen van Zijn lijdens- en stervensgang de wateren des levens uitbreken uit het heUigdom in de hemelen ~ ze ruischen naar omlaag , — ze vloeien van dat vloekbeladen kruishout uit, naar alle zijden, over heel de doode, dorre aarde heen!

Welk een wonder: elk dood zondaarshart, waartegen dat levende water aanbotst, wordt een bron van leven, springende tot in het eeuwige leven.

Het zal leven, alles, waarheen deze beek zal komen!

Hoe dringt, lokt, noodigt de stem van Hem, Die DE LEVENSBRON is:

„Zoo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke!"


1) Zie heel het hoofdstuk.

2) Vertaling van Prof. Dr A. Noordtzij, „Ezechiël", 1932, blz. 480.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's