GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De stlGbtsr van de Kaapkolonie.

Dr E. C. Godée Molsbergen: Jan van Riebeek en zijn tijd. „Patria" III. — P. N. van Kampen N.V., Amsterdam, 1937.

Tegenv^oordig wo'rdt de verhouding tusschen Nederland en Zuid^Afrika weer beter dan die ©en tijdlang is geweest. liet verstevigd nationalisme heeft ook den band weer nauweir aangehaald, die ons met onzic stamverwanten in het buitenland verbindt.

't Is al weer zoo lang geleden, dat de oorlog in Zuid-Afrika hier groote beroering veroorzaakte en vele Nederlanders er toe bracht naar Afrika te gaan om mee te strijden aan de zijde deir Boeren. Slechts de ouderen weten nog te spreken van de prachtige daad onze'r regecring, die een oorlogsschip heenzond om den grijzen president naar ons land te halen. De jongeren kennen uit Pennings boeken de geschiedenis der haast legendarische helden uit 'dien oorlog.

In 1902 verloren we Zuid-Afrika als het ware voor de tweede maal. Uit de geschiedenis herinneren zich velen nog vaag, dat wij in 1815 al onze koloniën, die Engeland tijdens den Franschen lijd bezet had, terug ontvingen behalve de Kaapkolonie. En hoewel de Boeren later voornamelijk woonden in het zelfstandige Transvaal, was Ihet contact met hen verloren, omdat er geen verbinding meer was.

In de laatste jaren, nu de dominion 'Ztüd- Afrika zoo goed' als zelfstan'dig is geworden, worden de oude betrekkingen weer aangeknoopt. Een gezant van Holliandsche afkomst vertegenwoordigt zijn land bij ons en heeft enorm veel gedaan om die handeisbetrekkingen te verstevigen en Hollandsche jongelui naar Afrika te doen emigreeren.

Hoewel de bewoners van Z.-Afrika, door hun eigen taal zoowel in school als in de kerk te gehruiken^ verder van ons af zijn komen te staan, wordt de stamverwantschap nog wel zoo gevoeld, dat er (hernieuwde belangstelling is gekomien voor het land en zijn volk.

De tragische ondergang van de repubdiek, door den rijkdom aan goud en diamanten in den bodem, is ieder bekend. De langzame opkomst van de armoedige, geldverslindende Kaapkolonie is minder bekend. Het is daarom goed gezien van den redacteur der „Patria"-S'erie, een der deeltjes te wijden aan den stidhter van de Kaapkoloatie, Jan van Riebeek.

De titel belooft meer dan een biografie van dezen flinken Hollander, daar ook zijn tijd beschreven zal worden, en een stuk zeventi'ende leeuwsch Oost-Indië. Deze laatste toevoeging is van belang. Niet om de Kaap gaat het aUereörst, maar om Indlë.

Heel goed laat de schrijver uitko'men, door het levensverhaal van Jan van Riebeek, dat de Oost- Indische Compagnie een handelsondiememing was, 'di© in de eerste plaats uit was opi geldve'rdienen. DaarO'm zocht zij voioral die streken op, waar de meeste winsten te behalen schenen.

W, anneer de jonge onderohirurgijn in 1640 in Biatavia aankomt, wordt hij spoecÈg zoO' door de grootsche opvatting der compagni'e aangegrepen, dat hij zijn medisch baantjie er aan gerft en in dienst treedt bij de Algemeene Secretarie te Batavia. Zijn ijver en plichtsgevoel vestigen spoedig ZO'O de .aandadit op 'den jO'ngen man, dat hij Iho'Oger op gaat klimm'en en uitgezonden wordt naar de buitengewesben.

Tamelijk beknopt, maar tocli zeer overzichtelijk en dnidelijk zet de deskundige schrijveir uiteen de wijze van optreden der Compagnie tegenover de toenmaals nog onafliankelijke Indische vorsten. Omdat Van Riebeek in zo'oveel streken is geweest, krijgt de lezer een goed beeld van Indië in de 17e ^eeuw. Atjeh, dat ons later zooi de handen vol zou geven, was bet eerste land, dat de jonge secretaris bezocht.

Uitvoeriger en interessanter nog wordt besahreven de handel op Japan en China, die groote winsten afwierp, niet alleen voor de Coimpagnie, die alleen van alle blanken het recht had met Japan te handelen van uit Deshima, 't kunstmatig gevormde eilandje aan de Japansche kust, maar ook voor haar dienaren, die met verboden privé-handel dikwijls een aardi, gen diiit verdienden. Dat de Compiagnie dezen particulieren handel zoo'veel mogelijk tegenging en strafte, is licht te begrijpen, en het is dan ook wegens verdenking daarvan, dat na enkele jaren de koopman Van Riebeek teiruggp-

roepen werd naar zij a vaderlandl om, zich voor „Heeren Zeventien" te veriantwooirdleinl.

Op d'en terugweg maakte Van Riebeek kennis met die Kaap, omdat men diaarvandaan schipbreukelingen moest ^halen. Deze korte kennismaking werd' van gï-oot belang voiof hem en ons land. "Want toen na enkele jaren die Compagnie iemand vroeg om als oppeirboiofd naar d)e liaap te gaan, bood Van Riebeek ziqh aan en werd! aangenomen. Het doel was, een vaste nederzetting daar te stichten, opdat de uit- en thuisvarende schepen zich er van versch water, gi-oenien en vleesch zouden kunnen voorzien. Niemand, ook Van Riebeek niet, ondanks zijn grootsohe en fantastische plannen, vermoedde welk een historische gebeurtenis het was, toen hij in 1652 voet aan wal zette.

Uitvoerig en prettig wordt in bovengenoemd werkje de geschiedenis van onze vestiging aan de Kaap beschreven. Aanhalingen uit brieven, officieele documenten geven een juisten kijk op de menschen en hun werk.

Uitmuntend worden door een goede verhouding tusschen de resultaten van diepgaand ondörzioek, en beschreven avonturen, het belang en de moeilijkheden van de jonge stichting beschreven.

De vroomheid van die voortrekkers, die zich heusch niet verborgen hield achter het formulier van het scheepsgebed, dat om bijzionderen ze^ gen en winst vroeg voor de Compiagnie, hieeft hen bezield bij hun moeiUjke werk en deed hien, standhouden, als ondergang dreigde. Veel van de doortastendheid en godsvrucht van Van Riebeek leeft nog voort in het oude Boerenvoik.

De laatste hoofdstukken van dit interessante boek beschrijven de teleurstelling die Van Riebeek in Indië ondervond, waar hij niet het ambt verkreeg, waarop hij door zijn verdiensten aanspraak meende te kunnen maken. Zijn naam kwam in vergetelheid', zijn grafzerk sierde langen üjdi een Chineeschen paardenstal. Tot hieraan een einde kwam, doordat de brokstukken ervan naar Zuid- Afrika vervoerd werden, waar de steen werd hersteld en tot gedachtenis aan den süchter der Kaapkolonie opnieuw werd opgeridht.

Dit boekje, dat zonder ophef, eenvoudig door de feiten te laten spreken, het leven en het levensiwerk van een groot man uit onze gouden eeuw beschrijft, verdient ten voUe, dat allen dlie belangstellen in onze koloniale geschiedenis, het lezen. Het is een daad van eenvoudige rechtvaaiiidigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1937

De Reformatie | 8 Pagina's