GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE ADVIEZEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Alle inzendingen, deze rubriek betreffende, aan Ds D. van Dijk, Akkerstraat 26, Groningen.)

Wel willen maar niet kunnen.

Men ontmoet menschen, die, als zij opgewekt worden om toch te gelooven, u antwoorden: „O ja, ik zou niets liever willen dan gelooven, maar heusch, ik kan niet, ik kan niet".

Wal zal men nu tegen zulke menschen zeggen?

Hel lijkt misschien wat hard, maar ik zou beginnen met op zulk een klacht te antwoorden: „dat is niet waar; dat kan niet waar zijn".

Om twee redenen.

In de eerste plaats: een mensch wil van nature niet gelooven; wanneer gij nu naar waarheid zeggen kunt: „ik wil wel gelooven", dan is dat Gods werk in u, waardoor Hij u van onwillig, gewillig heeft gemaakt.

Maar laat het zich nu denken, dat God u halverwege zou laten steken en u bij den wil ook niet het vermogen zou geven?

Dat is toch ondenkbaar, dat Hij u wel een stukje zou geven van het heil, dat Christus voor de Zijnen verworven heeft, maar u het andere, .waarop het voor de zaligheid juist aankomt, zou onthouden?

In de tweede plaats: een zonde, die wij niet met onzen wil doen, is geen zonde. Wanneer gij nu wel wilt gelooven, maar niet kunt, dan stelt uw ongeloof u niet meer schuldig; dan zou God u om uw ongeloof niet meer mogen verdoemen; en toch staat er geschreven, dat ©en ongeloovige niet behouden wordt.

M.a.w.: als gij, die wel wilt, maar niet kunt gelooven, in het eind verloren zoudt gaan, dan zou dat onrechtvaardig zijn van God.

En dat kan toch niet?

Gij kunt het ook zoo zeggen: „als uw ongeloof hiervan vrucht is, dat gij wel wilt, maar niet kunt gelooven, dan is uw ongeloof niet u w, maar Gods schuld".

En zoudt ge dat ooit durven zeggen, dat God de schuld heeft van uw zonde?

In de derde plaats: het is met den aard' van het geloof in strijd, dat gij het wel zoudt willen, maar niet kunnen.

Wat toch is gelooven? God zegt in Zijn Woord en Hij verzegelt u in den doop, dat Hij u in Christus tot Zijn kind aanneemt. Welnu, gelooven is, op grond van die belofte Gods, van uw kindschap zeker zijn, wijl Hij, Dia u die belofte gaf, niet liegen kan.

Nu zegt gij: „ik wil wel gelooven".

Als dat waar is, dan ligt daar in opgesloten, dat gij God gezien hebt en aanvaard als den Waarachtige. Zoolang dat niet zoo is, kunt gij onmogelijk willen gelooven. Maar, als gij God gezien en aanvaard hebt als den Waarachtige, hebt gij daarmee ook Zijn Woord, Zijn belofte aangenomen.

M.a.w.: willen gelooven is gelooven.

Dat is (ik zal maar eens wat noemen) met fietsen b.v. geheel wat anders. Het is mogelijk dat ge wilt fietsen, maar het niet kunt.

Doch bij gelooven gaat dat niet op. Ik zeg het om het gewicht der zaak nog eens.

Men kan niet willen gelooven, zonder het Woord te zien en te aanvaarden als het Woord van Hem, Die niet liegen kan; maar, het Woord als zoodanig te zien en te aanvaarden i s gelooven; zoodat willen gelooven gelooven is.

Het eerste is zonder het laatste onbestaanbaar.

Wat wel mogelijk is, dat is dit, dat iemand gelooft, maar hij ziet zijn geloof telkens weer aangevochten dhor ongeloof.

Ook na wedergeboorte en bekeering blijft er in ons nog zooveel nawoelen van den ouden mensch.

Zoo ging het b.v. dien man, die tegen Jezus zeide: „Ileere, ik geloof, kom mijner ongeloovigheid te hulp".

Wij doen dezen man onrecht, als wij van hem zeggen: „die man twijfelde". Die man geloofde, doch hij zag zijn geloof besprongen door machten van ongeloof in hem en nu bidt hij of de Heer© hem helpen wil, die machten van ongeloof af t© slaan.

Zoo kan het ons ook nog gaan, dat wij, staande in het geloof, het ongeloof op ons aan zien stormen. En ieder zal wèl doen, door te leven bij 327 Woord en Sacrament en gebed', zich tegen de aanvallen van dat ongeloof te pantseren.

Maar dat is heel iets anders, dan wel t© willen, maar niet te kunnen gelooven.

Wie in zulke omstandigheden verkeert, gelooft en hij b e 1 ij d t ook, dat hij gelooft; zijn gansche worsteling is, dat geloof vast te houden.

Maar tegen allen, die zeggen: „neen, ik geloof niet, want ik kan niet, hoe gaarne ik ook wil", zeg ik nog eens: „gij spreekt geen waarheid; gij wilt niet gelooven.

Gij wilt wel zekerheid hebben omtrent uw zaligheid; zeker wel. Maar gij wilt dat niet in den weg des geloofs. Gij wilt die zekerheid hebben, doordat gij allerlei dingen bij uzelf waarneemt, misschien doordat gij een of anderen tekst met kracht op het hart gebonden krijgt, maar niet in den weg van het eenvoudig rusten in het Woord Gods.

Gij wilt niet gelooven.

En gij moet ophouden met altijd weer uzelf en anderen wijs te willen maken, dat gij wel wilt.

Zoo vaak gij dat zegt, beschuldigt gij den Heere, dat Hij u het geloof onthoudt, en bevestigt uzelf in uw leven van ongeloof.

Belijd het eerlijk voor God en voor uzelf, dat gij tot nu loe uw zekerheid niet hebt willen zoeken in den weg des geloofs; belijd dat als zonde voor uwen God; hoor den eisch des geloofs, waarmee God u tegemoet treedt en — doe wat de Heere van u vraagt. Geloof Gods belofte.

Evengoed als een gierigaard moet breken met zijn gierigheid en een dronkaard met zijn dronkenschap en een oneerlijke met zijn oneerlijkheid, moet gij breken met uw ongeloof. Dat is het wat de Heere vraagt. In uw hart moet gij den band aan die zonde doorsnijden.

Daarvan moogl ge u niet afmaken met een: „ik wil wel, maar ik kan niet".

De Heere vraagt het; luister daarnaar, buig er u onder, en — gij kunt het, door Hem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1938

De Reformatie | 12 Pagina's

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1938

De Reformatie | 12 Pagina's