BOEKBESPREKING

W. Laatsman: „De Stoefer". H. A. van Bottenburg N.V. — Amsterdam.

Een heel sympathiek verhaal uit Vlaanderen heeft Laatsman, reeds bekend om zijn Sloeberke Slob, hier gegeven. Hij toont zich niet slechts een kennen van volk en taal, maar hij heeft zijn volk lief en uit dat in de deernis met de goedgeloovigen, die geestelijk ten onder gaan, terwijl pastoor en burgemeester ruziën om een kleinigheid.

Fonske Steffens is een arm schildertje, met een rijke fantasie, wiens stoeien wel eens al te veel de perken te buiten gaat, doch hij is tevens een man, * die zich zelf kent, die geen rust heeft met de uitwendige godsdienstigheid, die zijn hart koud laat.

In zijn innerlijken strijd, in de moeilijkheden in zijn gezin, is hij zoo natuurlijk geteekend, dat men gaarne de kleine feilen den schrijver vergeeft. De lezer leert hier het werk kennen van de protestantsche evangelisatie in België, de moeilijkheden waarmee zij te kampen heeft, maar ook den zegen, dien zij verspreidt.

Dit boek is niet alleen Vlaamsch door zijn taal, maar ook door de eenvoudige uitbeelding, het weinig gecompliceerde, de Vlaamsche leute, die er uit spreekt. Het is ernstig, zonder eenige zwaarwichtigheid, het geeft een goed beeld van het Vlaamsche platteland, waar men over politiek vrij luchthartig spreekt, maar waar toch menschen leven, die meer verlangen dan leute. Het is een prettig geschreven, boeiend verhaal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen