GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want U komt de belofte toe en Uwen kinderen.... Hand. 2:39a.

De apologie van de Pinksterkerk.

Petrus, de fijne apologeet van het Pinksterfeest, heeft eerst het Pinksterfeit verklaard. Dit is nu de dag van het nieuwe verbond. De dag, waarop aanvangt de v e r h e e r I ij k i n g van de erfgenamen der belofte, reeds aan Abraham gegeven. God, de Heere, heeft iets nieuws gemaakt. Hier zijn nu de krachten des onvergankelijken levens, de schoone Geestesgaven, waaruit, naar Zijn belofte, opbloeien zal de glorie van het eeuwige leven. Maar deze dag van het nieuwe verbond staat onlosmakelijk in verband met Jezus van Nazareth, den Gekruisigde. Dit is nu tevens Z ij n dag. Hij heeft hier deze levensbronnen geopend. Hij, Dien zij gekruisigd hebben, maar Dien God heeft opgewekt en heeft verheerhjkt. Hij heeft door het openen van deze levensbronnen bewezen te zijn de Christus, de Gezalfde.

Zij moeten dus van nu aan hier zijn in deze gemeente van den nieuwen dag, want hier in dit Israël van den volheidstijd staan nu de stroomen vroolijk te zingen, de handen klappend naar omhoog. Hier is de glorie van den eind tij d, waar men vergaderd is in den Naam van Jezus Christus, liier is nu gekomen de woonstede Gods in den Geest. En in dezen geestelijken tempel ontspringen nu de stroomen des levens èn voor Israël èn voor de gansche wereld.

Zij moeten zich dus b e k e e r e n. En dat wil zeggen: zij moeten het kruis herroepen, den Heere Jezus aannemen als Vorst des levens, en zich door den doop laten inlijven in dezen geestelijken tempel. Want hier moeten zij nu zijn, zullen zij mede-erfgenamen des levens worden, en mededeelgenooten van de glorie van het verbond der genade. Hier is nu het heil, dat d'aard in 't rond verheugt.

Er is hier dus een overgang. Een keerpunt. Een adresverandering. Maar die overgang is wettig en dat keerpunt is zuiver en de adresverandering is verantwoord. Want hetishier alles vervulling. Er zijn wel nieuwe levensstroomen gaan stroomen, maar wie goed ziet, bemerkt, dat het nog is de oude bron, reeds in het Oude Verbond geopend, en reeds verblijdend de tenten van Abraham. De oude bron, maar thans zóó diep aangeboord door Jezus Christus, dat haar levensstroomen nu springen tot m het eeuwige leven. Er is wel een nieuw fundament, maar wie toeldjkt ontdekt, dat het nog het oude is, reeds in het Oude Verbond gelegd, n.l. de gerechtigheid, die uit het geloof is. Maar dat oude fundament heeft nu zijn eeuwige vastheid ontvangen, zoodat er thans op gebouwd kan worden de woonstede Gods in den Geest. Er zijn nieuwe beloften, maar wie luisteren kan hoort, dat zij de volmaking der oude zijn, die Üians in Jezus Christus ja en amen zijn, zoodat hun rechtsgeldigheid nu voor eeuwig vastligt. Het is alles nieuw verbond. Maar nieuw verbond beteekent geen breuk met het verleden. Neen, het is nog altijd de oude stroom des heils, zich thans verbreedend en verdiepend tot een wereldstroom, waaruit voor alle erfgenamen èn voor het gansche creatuur opbloeit de glorie van het eeuwige leven.

En dat het hier alles vervulling is, dat bewij st zich nu uit het verbondsstatuut, reeds onder de oude bedeeling afgekondigd: „Ik ben Uw God en de God van Uw zaad. Hier is geen se et e opgestaan, of een groep nieuwlichters. Hier maakt zich het nieuwe op wettige wijze los van het oude. Deze Pinksterkerk heeft een schoone apologie: „Wij zijn alleen maar vervulling". De continuïteit van oud en nieuw verbond, als tenslotte één verbond der genade, bewijst zich hier voor aller ooren uit de proclamatie van het verbondsstatuul: „Voor de geloovigen en hun zaad".

Zoo treedt de Pinksterkerk zuiver naar voren. Zij heeft haar middaguur beleefd door Christus' komen in den Geest. Zij heeft op dit middaguur haar m o r g e n u u r niet verloochend. Zij geeft onmiddellijk den vervulden zegen van Abraham door aan „Abraham en zijn zaad" en aan de zoovelen „als de Heere, onze God, er toe roepen zal". En zoo zoekt zij nu, haar kerkdeuren wijd openwerpend voor allen, die gelooven, ook haar avonduur, om als het Israël in den Geest breed en universeel de glorie van dit genade verbond te verwachten uit den Geest, Die in haar woont.

Wij willen hier in de Pinksterkerk de kerkboeken wel openleggen. Het verleden is transparant. Hier staat het al: „Erfgenamen der belofte eenmaal aan Abraham en zijn zaad gegeven, en thans ja en amen in Jezus Christus". Het heden is ook een open boek. Het is alles te oontroleeren: „Volhardende bij de leer der apostelen, de leer van het ééne verbond der genade". Ook de toekomstverwachting is duidelijk geformuleerd: „Verwachtende de vei-heerlijking uit den Geest, als de groote gave van dit verbond der genade."

Zet dus op het Pinksterfeest de xma sancta niet in de nevelen. Zij zelf is niet uit nevelen opgekomen. Luister maar naar haar eersten apologeet, door den Geest gedreven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1940

De Reformatie | 8 Pagina's