GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EEN BEKEERINGSROMAN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN BEKEERINGSROMAN.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Arjen Miedema: In beide handpalmen, Bosch & Keuning N.V., Baarn.

De bekeeringsgeschiedenissen hebben in de literatuur, meestal terecht, een slechten naam gekregen, Ieder kent nog wél de verhalen over dronkaards, misdadigers en vrouwenmishandelaars, die in het laatst« hoofdstuk plotseling bekeerd werden en een heerlijli sterfbed hadden. Het voornaamste bezwaar tegen dezs lectuur was niet het plotselinge der bekeering, wani God is machtig deze op elke wijze tot stand te breu' gen, maar tegen de onpsychologische ontwikkeling.

Een mensch is een zeer gecompliceerd v/ezen, mei tallooze draden verbonden aan zijn medemenschen, zoodat alles wat er met hem voorvalt bewust of onbewust samenhangt mét vele andere personen en hur

verricihtingen. In het reëele leven kunnen wij meestal dien samenhang niet ontwarren, maar dit kan de roman doen, omdat daarin een klein stukje wereld wordt beschreven, met een overzichtelijk aantal menschen erin, die wij bovendien, en dit is van groot belang, van buiten en van binnen leeren kennen, als de schrijver een man van zijn vak is.

Als ik Arjen Miedema's eerste werk een bekeeringsroman noem, is dit dan ook allerminst een afkeuring, integendeel wil ik Uw aandacht vragen voor een roman van iemand die zijn vak verstaat en een zeer belangrijk gegeven psychologisch zuiver weet weer te geven. Het is een hoek dat eenigszins ouderwetseh V-Jkt door de milieuteekening, he% ««er klfiia burgerlijke, maar dat zuiver modem is door de vcortreffeiyke psychologie en het echte realisme met zijn wisseling van licht en donker, het samengaan van levensgeluk en tragiek.

De opzet van het boek is zeer oorspronkelijk en gedurfd. Het is een omgekeerde geschiedenis van Job. De „verklager der broederen", Sajtan, stelt zich voor Gtod en vraagt: „Hebt gij ook acht geslagen op mijn knecht, Folkert Jaarsma? Hij is vroom met den mond, godvreezende op Zondag en wijkt niet af van het kwaad; en hij houdt nog vast aan zijn ongerechtigheid, hoewel Gij onvermoeid aan hem gearbeid hebt. Sta mij toe, dat ik zijn naam Inschrijve in het zwarte boek des doods ten doode! Of houdt Gij nog aan hem vast, hoewel hij U in het Aangezicht heeft gevloekt? ”

Zoo beschrijft dit boek de pcg'ng van Satan, om met zijn zwarten vinger den naam van Folkert uit te doen uit het Boek des Levens. Daarvoor verbant hij hem niet naar een mesthoop, maar geeft hem een lieve vrouw, Maart je, en een keurig hu: sje, waar alles glimt door het zonnetje van het geluk. Folkert, grootgebracht bij de Heraut, geniet 's Zondags van de artikelen uit zijn hjfblad en heeft zich een groote kennis verworven van de leer. Als medeoprichter van een bloeiende jongelingsvereeniging heeft hij veel gedaan voor de goede zaak. Hij mag zich dan ook een man van gezag weten in kerkelijke zaken, iemand die mirakels goed het verschil hoort tusschen de preeken der V. U.-dominees en die der „stinkende pekelharingen" tiit Kampen. Op Zondag weet hij alles van den staat der uitverkorenen en voelt hij zich een held, die voor geen tienduizenden vreest. Maar in de week, in zijn werk, vlot het niet met de praktijk der godzaligheid, en voelt hij zich steeds meer achterstaan bij zijn lieve Maartje, wier leven en leer een geheel vormen. Hun liefde voor elkaar is hecht en juist in die liefdesverhouding wordt de felle strijd geleverd tusschen God en Satan om de ziel van Folkert.

Het begint met kleinigheden, waarin Folkert zich moeilijk kan schikken, kleine zonden waartegen hij wel wil, maar niet kan strijden, omdat hij zwak van karakter is, ondanks zijn grooten mond. Het is zijn lafheid, die hem brengt tot groote bravoure; heftige ruzie met Maartje en eindeUjk het vloeken van God. Met zijn vrouw meent hij het telkens goed te Hunnen makten, door zich een kerel te toonen die wat kan, die een goed kostwinner is en een flinke huisvader, die de roede niet spaart. En ondertusschen verwaarloost hij zijn zaken in een reeks beroepen waarin hij het best met zich zelf meent, en vervreemdt hij zijn gezin van zich door redelooze driftbuien. En ^jn lafheid tegenover God weet h'ij prachtig theologisch te maskeeren achter de leer der uitverkiezing. Als je geen uitverkorene^ent, kan je er immers zelf niets aan doen. Die vuil is, dat hij nog vuil worde. Daarmee wiegt hij zijn geweten in slaap en wordt een makkehjke prooi van Satan.

Prachtig is de figuur van Maartje, met haar vast Godsvertrouwen. Zij weet gelukkig te zijn met weinig. Is haar kamertje niet als één uit het huis met vele woningen, al zijn de wanden nog niet van goud? In de diepe ellende waarin de lafheid en luiheid van Folkert haar stoot, weet zij zich met Gods hulp te handhaven en wanneer in de prachtseène van de dunne erwtensoep die Folkert door de kale kajuit van de pottersschmt sUngert, hij God vloekt, weerstaat zij den Booze en slaat Folkert in het gezicht. En ook later, als zijn satanische woede weê'r op komt, hij het huwelijksgeluk verwoest en op zijn beurt' haar slaat, is zij de sterkste. De spanning in beider leven neemt toe, met het afnemen der liefde. Folkert valt dieper en dieper, zelfs de dood van zijn zwager, die na langen weerstand zich aan God overgaf maakt geen diepen indruk op hem. Hij herkent niet Gods waarschuwingen; wat eens zijn uitvlucht wordt, is nu een obsessie geworden: dat hij toch niet uitverkoren is en hij dus niet bekeerd zal worden.

Als tenslotte het lichaam wordt afgebroken en hij naar het graf neigt, komt Satan zijn prooi halen. Folkert wil zich zelf van het leven berooven en zoo de kans op genade zich volkomen ontnemen, maar Maartje, die hem als echtgenoot eigenlijk verloren heeft, worstelt om de ziel van den man. En den strijd met den baarlijken duivel overwint zij in Gods kracht. Dat geeft Folkert den moed weerom. Hij belijdt haar al zijn zonden, waarmee hij zijn huwelijk heeft geschonden en hoe geschokt Maartje ook staat voor dezen ongekenden afgrond van ellende, zij vergeeft hem, om zijn weg naar Christus niet te versperren. Dan kan Folkert ook, God zijn zonden belijden en bekeert hij zich tot God, Die hem vastgehouden heeft, evenals Maartje, en erkent hij dat hij den Heere Jezus noodig had als brood.

Dit boek van Miedema torent hoog uit boven de oude bekeeringsgeschiedenissen. De mfieaterlijke gedachte bereikt haar oplossing vla een aantal, in kracht toenemende crises, die zeldzaam forsch beschreven zijn. Miedema beschikt' over een sterk dramatisch vermogen, levend van sterke contrasten. Hij geniet van het leven zijner personen, laat zich daardoor gemakkelijk verleiden tot lange uitweidingen, waardoor de compositie van zijn roman geschaad wordt. Het begin is rustig geteekend, raak en humoristisch. De dominee en de organist zijn prachtfiguren. Wanneer het aantal personen toeneemt verslapt het verhaal, dat te veel wil geven, om dan ineens alle bijkomstigheden vermijdend, met forschen gang zich naar het eind te haasten.

Deze technische tekortkoming zal velen misschien niet hinderen, doordat men voelt hoe de schrijver pleizier heeft in zijn schrijven. Toch zou het geheel nog beter geworden zijn, als hij zich meer beheerscht had en het goede begin en het sterke slot van zijn roman verbonden had door een harmonieerend middengedeelte.

Deze eersteling geeft een goede belofte voor nog betere vervolgen. Miedema is stellig een schrijver met toekomst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 januari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

EEN BEKEERINGSROMAN.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 januari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's