Van de Voleinding.
ccxxv. ZESDE REEKS. XL VIII. Doch in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal verstoord worden; en dat koninkrijk zal ...
Van de Voleinding
CCXV. ZESDE REEKS. XXXVIII. En Ik zal eehen eenigen herdep over hen verwekken, en hij zal hen weiden, namelijk mijnen knecht David; die zal ze weiden, en die zal Jï-un tot eenen her ...
„Vele leden doch één lichaam”.
Maar nu zijn er wel vele leden, doch maar één lichaam. 1 Corinthe 12 : 20. Telkens komt de Heilige Geest er in de Heilige Schrift op terug, dat we onder Christus, als ons Hoofd, wel vele leden, maar toch steeds één lichaam zijn.Toch geraakt dit o, zoo veelom ...
„De armen uitberkoren".
Hoort, mijne geliefde broeders, heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld, om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen des koninkrijks, hetwelk Hij belooft dengenen die Hem liefhebben ? Jacobus 2:5. Aan wat arm is in deze wereld ontdekt ons Gods Woord een z ...
„De oprechten zoeken zijn ziel”.
Bloedgierige lieden haten den vrome, maar de oprechten zoeken zijne ziel. Spreuke.i 29 : 10. Haat stoot af, liefde zoekt en lokt.Hierop doelend, zegt Salomo in zijn Spreukenbundel, dat de ruwaard, die op roof, desnoods door moord, uit is, den vrome haat toed ...
„Een moeder in Israel”.
De dorpen hielden op in Israel, zij hielden op; totdat ik, Deborah, opstond, dat ik opstond, eene moeder in Israel. Richteren 5 : 7. Hooger dan Deborah staat geen vrouw in de historie aangeschreven, want zij is 't, • die, met Barak, haar volk van den ondergang heef ...
„Uw dagen zijn genaderd om te sterben.”
En de Heere zeide tot Mozes : Zie, uwe dagen aijn genaderd, om te sterven; roep Jozua, en stelt ulieden in de tent der samenkomst, dat Ik hem bevel geve. Zoo ging Mozes, en Jozua, en zij stelden zich in de tent der samenkomst. Deut. 31 : 14. Men kan plotseling, zon ...
„Een vriend van God”.
' En de Schrift is vervuld gewordeii, die daar zegt: n Abraham geloofde God, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend, en hij is een vriend van God genaamd geweest. Jacobus II : 23.In 't hart van Azië, waar God den mensch schiep, en straks in Noach en de Aartsvaders de vollere openbarin ...
Van de Voleinding.
CCLXXXIX. ACHTSTE REEKS. XXXIV. En ik hoorde eene andere stemme uit den hemel, zeggende : Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij aan hare zonden geene gemeenschap hebt, en opdat gi ...
„Het einde is er. Het einde is gekomen.”
[JAARWISSELING 1919/'20.] Voorts, gij menschenkind, zoo zegt de Heero HEERE van het land Israels: ét einde is er, het einde is gekomen over de vier hoeken des lands. Ezechiël VII : 2.Bij het indenken van wat te komen staat, plaatst de Heilige Schrift ons tel ...