Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 19
17 lieve toepassing van het gezag der Schrift zal openbaren. Ook het gezag des Bijbels behoort tot die onderwerpen, waarvan de volledige ontwikkeling niet in één woord kan gegeven worden, al moge dit dan ook de gemelijkheid gaande maken van die haastige naturen, welke zich den tijd niet gunnen om ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 36
34 ander uitgangspunt. De polyandrie wordt door hem verworpen, wijl zij het vaderschap onzeker maakt en dies het fundament van den phcht tot opvoeding loswrikt. Maar ook de veelwijverij ontmoet bezwaar. Wel is zij, dus erkent de heer Borret, «van nature niet strijdig met het doel des huwelijks", ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 37
35 huwelijks veelwijverij te bestrijden. Immers is het huwelijk volgens den Königsberger wijsgeer »die Verbindung zweijer Personen verschiedenen Geslechts zum lebenswierigen wechselseitigen Besitz ihrer Geschlechtseigenschaften." Het doel dier overeenkomst kan moeielijk een overwegend bezwaar zij ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 38
36 gewinnt die Person, die sich weggiebt, nuf einen Theil desjenigen, dem sie ganz anheim fallt, und macht sich also zur bloszen Sache," en dus moet de deur voor haar gesloten blijven. Maar is dit Kant's bezwaar, dat van twee vrouwen elk zich geheel zou geven en ieder slechts een' halven man in r ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 39
37 nochtans reeds die eenheid, waarin deze zonde beslaat, bevoegdheid geeft den huwelijksband gesprongen te achten. Hoeveel te meer moet dan niet een tweede huwelijk als onvereenigbaar met den bestaanden echt worden aangemerkt. ^ Het wezen van het huwelijk is niet de voortplanting van het f mensc ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 40
38 indissolubilitas matrimonii non proficiscitur ex ratione sacramenti, quia matrimonium, ut est sacramentum, non habet effectum indelebilem, ut characterem, nee significationem vinculi indissolubilis" ^). Zij zullen tot één vleesch zijn. Daarin ligt de onontbindbaarheid des huwelijks uitgesproke ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 41
39 heid der Heilige Schrift telkens als op het verrassendst bevestigd aan dengene, die gelooft. Intusschen vermoed ik, dat de heer van Houten op deze redeneering wellicht antwoorden zal, dat hij ook niet zoozeer bedoelt, den weg tot echtscheiding te eftenen voor die gehuwden, aan wier levenseenhe ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 42
40 In het wijsgeerig stelsel, dat in Rousseau's Contrat social gezegd mag worden, zijn sluitsteen te hebben gevonden, en door de Fransche revolutie zeer getrouw werd in praktijk gebracht, verdient dit niet het minst de opmerkzaamheid, dat men zoekt naar zoodanige staatsinrichting, waardoor men ee ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 43
41 gansch onberispelijk keurt, maar aan den andere» kant de uiting van de teerste liefde, omdat de formeele band des huwelijks nog ontbreekt, als grove zonde brandmerkt ? Alexis de Tocqueville sprak eens het moedbenemend, maar tegelijk bemoedigende woord: „11 n'y a, en general, que les conception ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 44
42 nooten voor elkaar is de vergemakkelijking van de plichtsvervulüng. Het kind heeft zijne ouders Ie eeren, niet omdat zij door de ge\ boorte eenig recht op hem zouden verkregen hebben, maar wijl zij, ? door God zelf met macht bekleed geworden, voor hem beelddragers zijn van Gods souvereiniteit. ...