„Satanas”.
Maar hij, zich omkeerende, en zijne discipelen aanziende, bestrafte Petrus, zeggende: Ga henen, achter mij, satauas; want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der menschen zijn. Mark. 8 : 33. Jezus heeft het woord „Satanas" niet op Petrus toegepast b ...
„Dat Hij van hen scheidde”.
[HEMELVAARTSDAG 1911]. En het geschiedde, als hij ze 2egende, dat hij van hen scheidde, en werd opgenomen in den hemel. Lucas 24 : ji.Het beslissende oogenblik was nu naderende. Na Golgotha was reeds de bange gedachte door de «iel der jongeren gegaan, alsof ...
„Niet ons”.
Niet ons, o HEERE, niet ons, maar uwen naam geef eere, om uwer goedertierenheid, om uwer waarheid wille. Ps. II5 : I. Dat niet aan den mensch, maar alleen aan God de eere toekomt, staat voor elk kind van God vast, en ook buiten den engeren kring der geloovigen zegt ...
„verlaten”.
DE VIJFDE LIJDENSWEEK. Doch dit alles is geschied, opdat de Schriften der profeten zouden vervuld worden. Toen vluchtten alle de discipelen, hem verlatende. Matth. 26 : 56. „Vernietigd" en „vernederd" heeft zich uw Heiland. Toen is H ...
„De Heere regeert”.
De HEERE regeert; Hij is met hoogheid bekleed; de HEERE is bekleed met sterkte; Hij heeft zich omgord. Ook is de wereld bevestigd, zij zal niet wankelen. Ps. 93 : I. Tot vier malen toe herhaalt de Psalmist den uitroep: „De Heere regeert", of wilt ge de twee Hebrèeu ...
„Met geen lust bevangen”.
Doorzoekt u zelven nauw, ja doorzoekt nauw, gij volk dat met geen lust bevangen wordt, Zepbanja 2 : I. „Gij zijt met geen lust bevangen" is een verwijt, door Zepharja tot de inwoners van de heilige stad gericbt. Ge moest met den lust bevangen zijn om uw God te dien ...
„Dit ook voor ons bidt”.
Wie is het, die verdoemt? Christus is het, die gestorven is, ja wat meer is, die ook opgewekt is; die ook ter rechterhand Gods is; die ook voor ons bidt. Rom. 8 : 34. Jezus is van ons gegaan. Hij nam 33 juen aan het leven van deze wereld deel. Sinds daarentegen hee ...
„Niet dat ik den Vader voor u bidden zal”.
In dien dag zult'gij in mijnen naam bidden; en ik zeg u niet, dat ik den Vader voor u bidden zal. Joh. l6 : 26. Schijnbaar is hier tegenspraak, lijnrechte tegenspraak xeïfs. Van den éenen kant de belofte, dat Christus „leeft om voor ons te bidden" (Hebr. 7 : 25); d ...
„Nu heeft God de leden gezet”.
Maar nu heeft God de leden gezet, een iegelijk van deze in het lichaam, gelijk Hij gewild heeft. I Cor. 13 : 18. De onderlinge op elkaar inwerking van de leden in het mystieke Lichaam van Christus wordt beheerscht door drieërlei vetscbii onder die leden. Er is ten ...
„Een bij één”.
En het zal te dien dage geschieden, dat de HEERE dorschen zal, van den stroom der rivier af tot aan de rivier van Egypte; doch gijlieden zult opgelezen worden, ééa bij één, o gij kinderen Israels. Jes. 27 : 12. Wat 's Heeren volk thans cóg wedervaart, vindt in wat ...