Van de Voleinding.
XXXIII. Dit is het boek van Adams geslachte: ten dage als God den mensch schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenisse Gods. Gen. 5 : I. De geschiedenis bevestigt hetgeen uit liet verband tusschen de oorspronkelijke Schepping en de eer ...
„Niet ons”.
Niet ons, o HEERE, niet ons, maar uwen naam geef eere, om uwer goedertierenheid, om uwer waarheid wille. Ps. II5 : I. Dat niet aan den mensch, maar alleen aan God de eere toekomt, staat voor elk kind van God vast, en ook buiten den engeren kring der geloovigen zegt ...
Van de Voleinding.
XXXIV. Mijnen boog heb ik gegeven in de wolken. Die zal zijn tot een teeken des verbonds tusschen Mij en tusschen de aarde. Gen. 9 : I3. Toen de geloovigen der eerste tijden tot in hun gezinsleven de vermenging met de lieden der were ...
„Vroolijker”.
Ik ben vroolijker in den weg uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom. Ps. II9: I4.Wie taal en toon in de Schrift beluisteit, metkt gedurig hoe de Heere onder zijn volk ^vroolijkheid^' wil zien heerschen.Zooals de morgensterren vroelijk zongen, zoo ook omringt de Heere zijn volk m ...
Van de Voleinding.
XXXV. De HEERE nu had tot Abram gezegd: Ga gij uit uw land, en uit uwe maagschap, en uit uws vaders huis, naar het land. dat Ik u wijzen zal. En ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uwen naam groot maken; en wees een zegen. Gen, I2 : I, 2.De o ...
„Mijn hart verwijd”.
Ik zal den weg uwer geboden loopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben. Psalm II9 : 32. Uw hart heeft een binnenkant en een buiten kant, en kan van beide kanten gedrukt, gekweld en benauwd worden.Van binnen kan uw hart zoo vol worden, dat het d.eigt te be ...
Van de Voleinding.
XXXVI. Want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijnen eeniggeborenen Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in hem gelooft, niet verderve, maar het eenwige leven hebbe. Joh. 3 : I6. Israel heeft zich uit de wereld ter ...
„Ik ben Uwe”.
Ik ben uwe, behoud mij, want ik heb uwe bevelen ge zocht. Ps. II9 : 94, Onder aam zijn brief placht een Latinist te schrijven: „Totus tuus", en dat beduidde dan: „Ik ben geheel de uwe". Van de Latinisten heeft me& in familiaren stijl dit onder ons overgenomen. Bij meer deftige verhoudi ...
Van de Voleinding.
XXXVII. Daarom, komende in de wereld, zegt hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt mij het lichaam toebereid. Hebr. I0 : 5 Zoo is er dan in het groote wereldproces tweeerlei strooming, de ééne uitgaande van ...
Van de Voleinding.
XXXVIII. En het Woord is vleesch geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben zijne Heerlijkheid aanschouwd, eene heerlijkheid als des Eeniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid. Joh. I : I4. Ten slotte vraagt i ...