„Dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere”.
Zoo dan, m^ne geliefde broeders, zgt standvastig, onbewegelgk, altgd overvloedig zgnde in het werk des Heeren, als die weet, datnw arbeid niet gdel is in den Heere. i Cor. XV : 58.Het slot van 1 Cor. XV is het Hallelujah van het overwiniungslied. Het gold in Jezus' verrgienis de triomf van ...
„Die ons de overwinning geeft”.
[PAASCHFEEST 1918.] Maar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus. 1 Cor. XV : 57. In 't hart van wie nog waarachtiglijk aan de Verrijzenis van den Heiland op den Paa ...
„Die de psalmen geeft in den nacht.”
Maar niemand zegt: Waar is God, mijn Maker, die de psalmen geeft in den nacht. Job XXXV: 10. Ge moet de beteekenis van dit prachtige woord: »Die de psalmen geeft in den nacht", nfet eenzijdig opvatten noch overdrijven. Uiteraard kan 't voorkomen, dat een vroom kind ...
„Ik heb u uit het stof verheven”.
Daarom, dat Ik u uit het stof verhe en, en u tot eenen voorganger over mijn volk Israel gesteld heb, en gij gewandeld hebt in den weg vanJerobeaiM en mijn volK Israel hebt doen zondigen, Mij tot toorn verwekkende door hunne zonden. I Koningen 16 : 2^Het uitgangspunt voor ons bestaan hier o ...
„De dingen, die men niet ziet, zijn eeuwig.”
Dewijl wij niet aanmerken de dingen die men ziet, maar de dingen, die men niet ziet; want de dingen die men ziet zijn tijdelijk, "maar de dingen die men niet ziet zijn eeuwig. 2 Corinthe 4 : 18. Er leeft in 's menschen ziel een begeeren. Hoe rijk ook ons persoonlij ...
„Noch van den mond van ’t zaad uws zaads.”
Mij aangaande, dit is mijn Verbond met hen, zegt de Heere: Mijn Geest, die op u is, en mijne woorden, die Ik in uwen inond gelegd heb, die zullen van uwen mond niet wijken, noch van den mond van het zaad uws zaads, zegt de Heere, van nu aan tot in eeuwigheid toe. Jesaja LIX : ...
„Laat de kinderkens tot mij komen”.
Maar Jezus riep diezelve (kinderkens) tot zich, enzeide: aat de kinderkens tot mij komen, en verhindert hen niet; want derzulken is het koninkrijk Gods. Lukas 18 : 16.Er ligt in het vroeg heengaan van de kleinen onder onze kinderkens iets raadselachtigs.. Van de eene zijde 'is 't zoo hard, ...
„Een riet, dat ginds en weder bewogen wordt.”
Als nu de boden van Johannes weggegaan waren, begon hij de scharen van Johannes te zeggen: Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn te aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds eri weder bewogen wordt? Lukas 7 : 24. Het grondverschil tusschen den Dooper en zijn ti ...
„Totdat zij zich zelf schuldig kennen.”
Ik zal henengaan en keeren weder tot mijne plaatse, totdat zij zich zelven schuldig kennen en mijn aangezichte zoeken. Als bun bange zal zijn, zullen lij Mij vroeg zoeken. Hosea V; 15. Op teekenende wijze pleegt de Heere, door zijn profeten, de verhouding uittedruk ...
„Er zal geen antwoord Gods zijn”.
En de zieners zullen beschaamd, en de waarzeggers schaamrood wórden; en zij zullen allen te zamen de bovenste lip bewimpelen; want er zal geen antwoord (iods zijn. Micha 3 : 7, Niets is gewoner, dan dat de meer wereldsch aangelegde omdoler schier geheel buiten zijn God om leeft, doch dat h ...